Informatie Voor Patiëntbegeleiding - Medtronic Valiant Navion Gebrauchsanweisung

Tabel 8. Maatrichtlijnen voor de behandeling van stomp traumatisch aortaletsel
Indicatie vaatdiameter (mm)
Let op: De arts is verantwoordelijk voor de juiste maatbepaling van de thoracale Valiant Navion-stentgraft. Deze stentgraft-
maatbepaling omvat de aanbevolen maatoverschrijding voor anatomische afmetingen en werd gebaseerd op in-
vitrotestgegevens. U hoeft geen rekening te houden met extra maatoverschrijding.
Let op: Een stentgraft die meer dan 10% groter is dan het bloedvat kan onveilig zijn bij de aanwezigheid van weefseldissectie
of intramurale hematomen.
Wanneer er meerdere stentgrafts nodig zijn om de beoogde laesie uit te sluiten en de naad tussen de onderdelen of
overlappende verbinding niet door het niet-aangetaste bloedvat wordt ondersteund (d.w.z. het zit in de aneurysmazak), moet
de diameter van het binnendeel 6 mm groter zijn in verhouding tot het buitendeel. In het geval een stentgraft van 20 mm als
buitendeel gebruikt wordt, moet de diameter van het binnendeel 5 mm groter zijn in verhouding tot het buitendeel. Als dit
mogelijk is bij het betreffende bloedvat, moet er een stentgraft worden gebruikt die groter is dan het natieve bloedvat
(zie Tabel 6). Voor de juiste overschrijding op een deelnaad moeten wellicht taps toelopende configuraties worden gebruikt.
Bij het gebruik van meerdere stentgraftconfiguraties kan de volgorde van plaatsing variëren op basis van de aortadiameter
proximaal en distaal van de laesie. Volg Tabel 9 om de volgorde van plaatsing te bepalen bij gebruik van meerdere
stentgraftconfiguraties.
Let op: Wanneer acute dissecties met meerdere producten worden behandeld, moet eerst het proximale product worden
aangebracht. Als er onbedoeld druk op het valse lumen wordt uitgeoefend, kan dat tot retrograde dissectie leiden.
Opmerking: Indien voor de diameter en gesteldheid van het bloedvat configuraties met variabele proximale en distale
diameters nodig zijn, moet de stentgraft met de kleinste diameter eerst worden geplaatst aan ofwel de proximale of distale zijde
van de laesie.
Let op: Het proximale uiteinde van een FreeFlo-stentgraft mag nooit in het met materiaal bedekte gedeelte van een andere
stentgraft worden geplaatst.
Proximale diameter van aorta = dis-
tale diameter van aorta
Eerste deel Proximaal basisonderdeel geïmplan-
geïmplanteerd teerd aan proximaal uiteinde van lae-
(primair deel) sie
Tweede deel Distaal basisonderdeel geïmplanteerd
geïmplanteerd met juiste maatoverschrijding bij de
(aanvullend naad. Door de taps toelopende confi-
deel) guratie van het distale basisonderdeel
past dit exact in een rechte aorta
Derde deel [Optioneel] Aanvullende delen geïm-
geïmplanteerd planteerd met juiste maatoverschrij-
(aanvullend ding bij de naad
deel)
7. Informatie voor patiëntbegeleiding
De arts moet de volgende informatie verstrekken aan de patiënt over dit endovasculaire product en de procedure:
■
Verschillen tussen endovasculaire reparatie en open chirurgische reparatie
Risico's in verband met open chirurgische reparatie
■
16-17
18-20
20-23
23-26
26-29
28-32
30-35
33-38
36-41
39-44
Tabel 9. Volgorde van plaatsing bij gebruik van meerdere stentgraftsecties
Proximale diameter van aorta > dis-
tale diameter van aorta
Distaal basisonderdeel (of andere con-
figuratie indien dat beter past) geïm-
planteerd aan distaal uiteinde van lae-
sie
Proximaal basisonderdeel geïmplan-
teerd met juiste maatoverschrijding bij
de naad met het distale basisonder-
deel. Proximaal uitschuiven van pro-
duct past bij deze vorm aorta
[Optioneel] Aanvullende delen geïm-
planteerd met juiste maatoverschrijding
bij de naad
Graftdiameter (mm)
20
22
25
28
31
34
37
40
43
46
Proximale diameter van
aorta < distale diameter
van aorta
Proximaal basisonderdeel
geïmplanteerd aan proxi-
maal uiteinde van laesie
Distaal basisonderdeel
geïmplanteerd met juiste
maatoverschrijding bij de
naad
[Optioneel] Aanvullende
delen geïmplanteerd met
juiste maatoverschrijding bij
de naad
Gebruiksaanwijzing Nederlands 471