Medtronic Valiant Navion Gebrauchsanweisung Seite 481

1. FreeFlo-configuratie
2. CoveredSeal-configuratie
9.10. Stentgraftdoek ontkreuken en de stentgraft modelleren (optioneel)
De Reliant-stentgraftballonkatheter (apart verkrijgbaar) kan gebruikt worden voor de verwijdering van kreuken en vouwen in het
graftmateriaal en als hulpmiddel bij stentgraftimplantatie door het modelleren van de bedekte stents van de stentgraft.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de Reliant-stentgraftballonkatheter voor meer informatie. Gebruik de ballonkatheter voor
het modelleren van de proximale en distale afdichtingszones en voor het verbeteren van suboptimale ontplooiing van de
zelfontplooiende stentgraftconfiguraties.
Let op: Gebruik bij de behandeling van een dissectie nooit een ballon.
Let op: Gebruik de Reliant-stentgraftballonkatheter niet bij patiënten met een voorgeschiedenis van aortadissectie. Vul de
ballon niet te ver.
Let op: Bij het ontplooiien van een vasculaire prothese met de Reliant-stentgraftballonkatheter bestaat er een verhoogd risico
van vaatletsel of vaatruptuur en dood van de patiënt indien de proximale en distale radiopake markeringen van de ballon niet
volledig binnen het bedekte deel (graftdoek) van de prothese liggen.
Opmerking: Vul de ballon voorzichtig, met name in verkalkte, kronkelige, stenotische of anderszins aangetaste vaten. Vul de
ballon langzaam. Het wordt aanbevolen een reserveballon beschikbaar te houden.
Opmerking: De Reliant-stentgraftballonkatheter wordt aanbevolen voor gebruik bij het thoracale Valiant Navion-
stentgraftsysteem. Er is geen informatie beschikbaar over het gebruik van andere ballonkatheters bij de modellering van
stentgrafts.
9.11. Het implanteren van aanvullende configuraties
Volg onderstaande stappen indien de laesie moet worden uitgesloten met twee of meer thoracale Valiant Navion-
stentgraftconfiguraties. Raadpleeg Tabel 9 voor de volgorde van de plaatsing.
Let op: Het proximale uiteinde van een FreeFlo-stentgraft mag nooit in het met materiaal bedekte gedeelte van een andere
stentgraft worden geplaatst. Door de onbedekte stent (bare stent) kan het doek verslijten, wat tot gaten in het graftmateriaal en
gebroken hechtdraden kan leiden.
Let op: Wanneer de overlapping onvoldoende is, kunnen de stentgraftdelen losraken van elkaar.
Let op: Gebruik geen stentgrafts die korter zijn dan 90 mm bij een niet-ondersteunde verbinding of voor het verbinden van 2
eerder geplaatste stentgrafts.
Opmerking: Uit in-vitrotests gericht op duurzaamheid (moeheid) blijkt dat de langdurige duurzaamheid van het product kan
worden aangetast bij overmatige maatoverschrijding of vervorming die gepaard gaat met hart- en ademhalingscycli.
Draadbreuken hebben mogelijk onbekende klinische gevolgen, waaronder onder andere migratie van het product,
vaatperforatie, verlies van uitsluiting van het aneurysma, vergroting van het valse lumen, of overlijden.
1. Raadpleeg Sectie 9.3 (Het thoracale Valiant Navion-stentgraftsysteem voorbereiden).
2. Raadpleeg Sectie 9.4 (Het plaatsingssysteem inbrengen). Het opvoeren van het plaatsingssysteem door de eerder
geïmplanteerde stentgraft moet zorgvuldig worden gecontroleerd onder geleide van röntgendoorlichting om er zeker van te
zijn dat de geïmplanteerde stentgraft niet verschuift.
3. Raadpleeg Sectie 9.5 (Het plaatsingssysteem positioneren).
Afbeelding 11. Het plaatsingssysteem verwijderen
1 2
Gebruiksaanwijzing Nederlands 479