OPGELET
Beschadiging van het apparaat door startende pomp
Bij het starten van de pomp kan deze worden beschadigd wanneer u de
pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel aandraait.
•
Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het
ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait.
Na een langere stilstandperiode (apparaat losgekoppeld van de voeding of in de
stopmodus) kan het gebeuren dat de pompen vastzitten. Draai daarom vóór de
ingebruikname van de pompen met een schroevendraaier op het ventilatorwiel
van de pompmotoren.
Opmerking!
Een vastzitten van de pompen tijdens de werking kan worden
voorkomen door na 24 uur stilstand gebruik te maken van de
geforceerde opstartfunctie.
10
Besturingseenheid
10.1
Bediening van het bedieningspaneel
1
Meldingsregel
2
Knoppen "▼" / "▲"
•
Cijfers instellen.
3
Knoppen "" / ""
•
Cijfers selecteren.
4
Knop "OK"
•
Invoer
bevestigen/kwiteren.
•
Navigeren door het
menu.
5
Schuifbalk "omhoog" /
"omlaag"
•
Bladeren door het
menu.
6
Knop "Terug bladeren"
•
Annuleren.
•
Terugkeren naar het
hoofdmenu.
7
Knop "Helpteksten
weergeven"
•
Weergave van
helpteksten.
10.2
Aanraakscherm kalibreren
Als de aanraakknoppen niet juist reageren, kunt u het aanraakscherm kalibreren.
1.
Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar.
2.
Raak met uw vinger voor langere tijd het aanraakscherm aan.
3.
Zet de hoofdschakelaar aan terwijl u het aanraakscherm aanraakt.
–
De besturing gaat bij de start van het programma automatisch naar
de functie "Update / Diagnostics".
8
Weergegeven waarde
9
Knop "Handbediening"
•
Voor functionele tests.
10
Knop "Stopmodus"
•
Voor de inbedrijfstelling.
11
Knop "Automatische
bedrijfsmodus"
•
Voor continu gebruik.
12
Knop "Setup menu"
•
Voor het instellen van
parameters.
•
Foutgeheugen.
•
Parametergeheugen.
•
Weergave-instellingen.
•
Info over het basisvat.
•
Info softwareversie.
13
Knop "Info menu"
•
Weergave van algemene
informatie.
Variomat 140 — 25.09.2020 - Rev. A
4.
Tik op de knop "Aanraakfunctie kalibreren".
5.
Tik achtereenvolgens op de getoonde kruisen op het aanraakscherm.
6.
Schakel het apparaat uit met de hoofdschakelaar uit en vervolgens weer
aan.
Het aanraakscherm is volledig gekalibreerd.
10.3
Instellingen in de besturing tot stand brengen
De instellingen in de besturing kunnen worden tot stand gebracht onafhankelijk
van de geselecteerde en actieve bedrijfsmodus.
10.3.1
Gebruikersmenu
10.3.1.1 Overzicht gebruikersmenu
De installatiespecifieke waarden kunnen worden gecorrigeerd of opgevraagd via
het gebruikersmenu. Tijdens de eerste inbedrijfstelling moeten eerst de
fabrieksinstellingen worden aangepast aan de specifieke voorwaarden van de
installatie.
Opmerking!
De beschrijving van de bediening, 10.1 "Bediening van het
bedieningspaneel", 349.
Er is een PM-code van drie cijfers toegewezen aan de afzonderlijke instelopties
PM-
Beschrijving
code
001
Taal kiezen
002
Tijd instellen
003
Datum instellen
Nulijking uitvoeren
–
Het basisvat moet leeg zijn
–
Er wordt gecontroleerd of het signaal van de niveaumeting
overeenkomt met het gekozen basisvat.
instellen, 8.2 "Schkelpunten Variomat", 345.
005
Min. werkdruk P
0
Ontgassing >
010
•
Ontgassingsprogramma
–
Geen ontgassing
–
Permanente ontgassing
–
Intervalontgassing
–
Naloopontgassing
011
•
Duur permanente ontgassing
Bijvulling >
023
•
Maximale bijvultijd ...min
024
•
Maximale bijvulcycli... /2 uur
027
•
Met watermeter "Ja/Nee"
–
indien "Ja": doorgaan met 028
–
indien "Nee": doorgaan met 007
028
•
Bijvulhoeveelheid (reset) "Ja/Nee"
–
indien "Ja", resetten op waarde "0"
029
•
Maximale bijvulhoeveelheid ... l
030
•
Ontharding "Ja/Nee"
–
indien "Ja": doorgaan met 031
–
indien "Nee": doorgaan met 007
007
Onderhoudsinterval... maanden
008
Pot. vrij contact
•
Meldingsselectie >
–
Meldingsselectie: alleen met "√" gemarkeerde meldingen
worden uitgegeven.
–
Alle meldingen: Alle meldingen worden uitgegeven.
015
Remote data wijzigen "Ja/Nee"
Besturingseenheid
Nederlands — 349