Eerste inbedrijfstelling
De startroutine wordt gebruikt om de parameters voor de eerste ingebruikname
van het apparaat in te stellen. De startroutine begint met het eerste inschakelen
van de besturing en wordt slechts één keer ingesteld. Opvolgende wijzigingen of
controles van de parameters worden uitgevoerd in het gebruikersmenu,
10.3.1 "Gebruikersmenu", 349.
Er is een PM-code toegewezen aan de afzonderlijke instelopties.
Stap PM-code
Beschrijving
1
Begin van de startroutine
2
001
Taal kiezen
Herinnering: Voorafgaand aan de montage en
3
ingebruikname dient u de bedieningshandleiding te lezen!
4
005
Min. werkdruk P
Variomat", 345.
5
002
Tijd instellen
6
003
Datum instellen
7
121
Nominaal volume basisvat selecteren
8
Nulijking: Het basisvat moet leeg zijn!
Er wordt gecontroleerd of het signaal van de niveaumeting
overeenkomt met het gekozen basisvat
9
Einde van de startroutine. De stopmodus is actief.
Als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld, wordt automatisch de
eerste pagina van de startroutine weergegeven:
1.
Druk op de knop "OK".
–
De startroutine schakelt over naar de volgende pagina.
2.
Selecteer de gewenste taal en bevestig de invoer met de knop "OK".
3.
Lees de bedieningshandleiding, voordat u het apparaat in werking stelt en
controleer of de montage goed uitgevoerd is.
4.
Stel de berekende minimale werkdruk in en bevestig de invoer met de
knop "OK".
–
Voor de berekening van de minimale werkdruk, 8.2 "Schkelpunten
Variomat", 345.
346 — Nederlands
instellen, 8.2 "Schkelpunten
O
Variomat 140 — 25.09.2020 - Rev. A
5.
Stel de tijd in. Als er zich een fout voordoet, wordt de tijd opgeslagen in
het foutgeheugen van de besturing.
–
Gebruik de knoppen "links" en "rechts" om de weergegeven waarde
te selecteren.
–
Gebruik de knoppen "omhoog" en "omlaag" om de weergegeven
waarde te wijzigen.
–
Bevestig de invoeren door op de knop "OK" te drukken.
6.
Stel de datum in. Als er zich fout voordoet, wordt de datum opgeslagen in
het foutgeheugen van de besturing.
–
Gebruik de knoppen "links" en "rechts" om de weergegeven waarde
te selecteren.
–
Gebruik de knoppen "omhoog" en "omlaag" om de weergegeven
waarde te wijzigen.
–
Bevestig de invoeren door op de knop "OK" te drukken.
7.
Selecteer de grootte van het basisvat.
–
Gebruik de knoppen "omhoog" en "omlaag" om de weergegeven
waarde te wijzigen.
–
Bevestig de invoeren door op de knop "OK" te drukken.
–
De informatie over het basisvat vindt u op het typeplaatje of, 6
"Technische gegevens", 338.
–
De besturing controleert of het signaal van de niveaumeting
overeenkomt met de ingevoerde grootte van het basisvat. Hiervoor
moet het basisvat volledig leeg zijn, 7.3.6 "Montage van de
niveaumeting", 342.
8.
Druk op de knop "OK".
–
De nulijking wordt uitgevoerd.
–
Als de nulijking niet succesvol voltooid is, kan het apparaat niet in
gebruik worden genomen. Neem in dit geval contact op met de
klantenservice van de fabrikant, 13.1 "Reflex klantenservice",
355.