Medtronic Affinity Pixie Gebrauchsanweisung Seite 132

3. Verwijder de arteriële en veneuze klemmen en voer de bloedflow geleidelijk op. Start vervolgens de gasflow
met de juiste gasinstellingen aan de hand van het CPB-protocol van de instelling en het oordeel van de arts
voor de patiënt en de procedure.
4. Pas de watertemperatuur aan aan de klinische vereisten.
10.4. Bediening tijdens bypass
1. Arterieel PO wordt geregeld door aanpassing van de zuurstofconcentratie in het ventilatiegas.
2
■ PO verlagen: verlaag het percentage zuurstof in het ventilatiegas door de FiO
2
te passen.
■
PO verhogen: verhoog het percentage zuurstof in het ventilatiegas door de FiO
2
aan te passen.
2. PCO wordt voornamelijk geregeld door aanpassing van de totale gasstroomsnelheid.
2
■
PCO verlagen: vergroot de te verwijderen hoeveelheid CO
2
■
PCO verhogen: verklein de te verwijderen hoeveelheid CO
2
3. De temperatuur van de patiënt wordt geregeld door regulering van de watertemperatuur door de
warmtewisselaar.
Waarschuwing: Na het starten van de bypass moet de bloedflow altijd door de oxygenator en het CVR
circuleren binnen het bloedflowbereik tijdens cardiopulmonale bypassprocedures, behalve tijdens
noodvervanging van de oxygenator.
Opmerking: Zorg dat het temperatuurverschil tijdens de afkoelings- en verwarmingsfase van de bypass zo
klein mogelijk is.
10.5. Bypass beëindigen
Beëindig de bypass op basis van de specifieke toestand van de patiënt, volgens het CPB-protocol van de
instelling.
10.6. Noodvervanging van oxygenator
Tijdens cardiopulmonale bypassprocedures dienen altijd een vervangende oxygenator en CVR klaar te staan.
1. Sluit de watertoevoer naar de warmtewisselaar af. Klem vervolgens de waterlijnen af en verwijder deze.
2. Klem de veneuze retourlijn af bij het cardiotomie-/veneus reservoir. Zet de arteriële rollerpomp uit en klem
de arteriële lijn af. (Bij gebruik van een centrifugaalpomp moet de arteriële lijn worden afgeklemd alvorens
de pomp stop te zetten.)
3. Verwijder de zuurstoflijn van de gasinlaatpoort.
4. Verwijder eventuele bewakings- of monsterlijnen van de oxygenator.
5. Klem de recirculatielijn en de inlaat- en uitlaatlijn van de oxygenator dubbel af. Snijd de lijnen tussen de
klemmen af en laat voldoende lijn over om deze opnieuw te kunnen aansluiten.
6. Maak de oxygenator los van de houder door de ontgrendelingsknop in te drukken.
7. Bevestig de vervangende oxygenator op de houder.
8. Sluit de recirculatielijn en de inlaat- en uitlaatlijn van de oxygenator weer aan. Controleer of alle
aansluitingen stevig vast zitten.
9. Sluit de zuurstoflijn weer aan op de gasinlaatpoort.
10. Sluit de waterlijnen aan. Verwijder de klemmen van de waterlijnen, open de watertoevoer en controleer op
lekkage.
Waarschuwing: Op dit moment nog niet de klem van de arteriële lijn en de veneuze retourlijn verwijderen.
11. Controleer of het reservoir voldoende gevuld is. Zet de centrifugaalpomp aan en vul de oxygenator
langzaam.
12. Verhoog de bloedflow door de recirculatielijn.
13. Stop de pomp en klem de recirculatielijn af.
14. Controleer het gehele systeem op lekkage en luchtbellen.
15. Verwijder de klemmen van de veneuze en arteriële lijnen, en start de bypass opnieuw.
11. Vacuüm-ondersteunde veneuze drainage (VAVD) met cardiotomie-/veneus reservoir
11.1. Waarschuwingen
■
Gebruik geen centraal vacuüm met maximale negatieve vacuümdruk die groter is dan –20 kPa
(–150 mmHg). Gebruik van te veel negatieve druk kan hemolyse veroorzaken.
■
Zorg dat de ontluchtingspoort van het CVR tijdens de werking niet verstopt of geblokkeerd is (behalve bij
gebruik van vacuüm-ondersteunde veneuze drainage, VAVD).
■
Vul de spuit die wordt gebruikt voor toediening van geneesmiddel in het reservoir tijdens VAVD uitsluitend
met de bedoelde hoeveelheden geneesmiddel. Negatieve druk in het reservoir kan ervoor zorgen dat meer
130 Gebruiksaanwijzing Nederlands
op de gasmenger aan
2
2
door de totale gasflow te verhogen.
2
door de totale gasflow te verlagen.
2
op de gasmenger