Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Medtronic Affinity Pixie Gebrauchsanweisung Seite 131

Oxygenator mit bioaktiver cortiva oberfläche
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 51
Waarschuwing: Controleer de verpakking en de producten op beschadigingen voordat u het product
uitpakt. Als de verpakking of het product beschadigd is, mag u het product niet gebruiken. De steriliteit of de
werking kan dan tekortschieten.
2. Bij gebruik van het Affinity Orbit-houdersysteem (apart verkocht) moet de mastklem van de houder op de
gewenste hoogte worden bevestigd aan de mast van de hart-longmachine en de knop van de mastklem
worden vastgedraaid.
3. Draai de klemhendel loodrecht op de houderarm om deze te ontgrendelen.
4. Schuif de oxygenatorarm op de stang als dit nog niet het geval is.
5. Schuif de connector van de oxygenatorhouder op de onderzijde van de oxygenatorarm. Er is een klik
hoorbaar wanneer de oxygenator correct bevestigd is.
Opmerking: Druk op de ontgrendelingsknop van de houder en trek de oxygenator van de connectorarm af
om de oxygenator te verwijderen.
6. Bij gebruik van het Affinity Pixie-CVR schuift u de houderhuls van het reservoir op de houderstang.
7. Positioneer de oxygenator en het CVR, naar wens, voor de ingreep. De oxygenator kan rechtsom of linksom
worden gedraaid en de oxygenatorarm kan lateraal worden bewogen. Het CVR kan rechtsom of linksom
worden gedraaid.
8. Draai de klemhendel parallel aan de houderarm om de onderdelen te vergrendelen.
9. Draai de knop van de houderarm om deze te vergrendelen. Zie Afbeelding 4 voor het volledig gemonteerde
systeem.
10. Verwijder de schuifafsluiter van de positieve/negatieve drukontlastingsklep van het cardiotomie-/veneus
reservoir.
11. Sluit alle bloed-, gas- en zuiglijnen aan conform het CPB-protocol van de instelling. Sluit, indien nodig, een
adapter met de juiste afmeting aan op de bloedinlaat- of uitlaatpoort voor tubings met een diameter van
0,5 cm (3/16 inch) of 1,0 cm (3/8 inch).
12. Het verdeelstuk moet zodanig worden aangesloten dat het tubingsegment met de éénrichtingsklep (duckbill)
zich tussen de arteriële monsterpoort van de oxygenator en het verdeelstuk bevindt en dat het arteriële
bloed door de duckbill-klep naar het verdeelstuk stroomt.
13. Sluit de recirculatielijn aan op de recirculatiepoort van de oxygenator. Sluit het andere uiteinde van de
recirculatielijn aan op een luerpoort op het CVR.
Waarschuwing: Als de recirculatiepoort niet wordt gebruikt, moet deze goed worden afgesloten met een
luerdopje.
14. Sluit een watertoevoer- en afvoerlijn van 1,2 cm (1/2 inch) met snelontkoppeling aan op de inlaat- en
uitlaatpoorten van de oxygenator. Start de watercirculatie en controleer of er geen lek is tussen het
watercompartiment en het bloedcompartiment. Als er water in het bloedcompartiment wordt aangetroffen,
verwijdert u de oxygenator en sluit u de vervangende oxygenator aan.
15. Zorg ervoor dat het cardiotomie-/veneus reservoir is geopend naar de atmosfeer door het dopje van de
ontluchtingspoort te verwijderen.
Opmerking: Het wordt aanbevolen de oxygenator voorafgaand aan het vullen te spoelen met CO
10.2. Vullen en recirculatie
1. Vul het cardiotomie-/veneus reservoir met voldoende primevloeistof conform het CPB-protocol van de
instelling.
2. Verwijder alle luchtbellen uit de lijn (rollerpomp/hoesje) of centrifugaalpomp (indien gebruikt) tussen de
reservoiruitlaat en de oxygenatorinlaat.
3. Vul de oxygenator onder invloed van de zwaartekracht of vul de oxygenator door middel van de
voorwaartse pompflow, conform het CPB-protocol van de instelling.
4. Breng de recirculatieflow geleidelijk op gang met middel van een prebypassfilter, conform het CPB-protocol
van de instelling.
5. Controleer of de oxygenator vrij is van luchtbellen.
6. Voeg extra primevloeistof toe, indien nodig, om de rest van het extracorporeel circuit te vullen.
7. Zodra u klaar bent met vullen en ontluchten: bloedflow geleidelijk verlagen, pomp stopzetten, alle
purgeerlijnen sluiten. Arteriële, veneuze en recirculatielijnen afklemmen.
8. Controleer of het gehele extracorporele circuit vrij is van luchtbellen voordat u de bypass start.
Opmerking: De primevloeistof kan worden verwarmd door de warmtewisselaar voordat u de bypass start.
10.3. Bypass initiëren
Waarschuwing: De bloedcompartimentdruk moet te allen tijde groter zijn dan de gascompartimentdruk.
1. Zorg ervoor dat de gasuitlaatpoort niet wordt geblokkeerd.
2. Controleer of de antistollingsbehandeling voldoende is voordat u de bypasscirculatie start.
Gebruiksaanwijzing
.
2
Nederlands
129

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis