Plaatsen Van De E-Vita Open Neo; Terugtrekken Van Het E-Vita Open Neo-Plaatsingssysteem Na Plaatsing - Jotec E-vita OPEN NEO Gebrauchsanweisung

NL
• Volg de bijbehorende gebruiksaanwijzing van de aanvullende materialen die worden gebruikt.
• Voer direct na verwijdering van de beschermdraad de voerdraad in.
WAARSCHUWING
• Zorg er in geval van een dissectie voor dat het E-vita OPEN NEO-implantaat in het ware
lumen wordt geplaatst, bijvoorbeeld met behulp van een voerdraad.
b. Indien geen voerdraad wordt gebruikt, is het mogelijk om het geladen stentgraftdeel voor te
vormen (zie afbeelding 8).
OPMERKING
• Wanneer een voerdraad wordt gebruikt, is het voorvormen van het geladen stentgraftdeel
niet noodzakelijk.
LET OP
• Het stentgraftdeel mag alleen worden voorgevormd als de beschermdraad in het E-vita
OPEN NEO-plaatsingssysteem aanwezig is.
• Vorm het geladen stentgraftdeel niet voor tot een radius die kleiner is dan 25 mm.
• Vorm het geladen stentgraftdeel uitsluitend voor in de richting die wordt aangegeven op
de tekening.
LET OP
• Zorg voor een correcte planning van de chirurgische procedure. De maat van het implantaat
moet in overeenstemming zijn met de bij pre- en intra-operatieve planning verzamelde informatie.
4. Breng de E‑vita OPEN NEO voorzichtig, en georiënteerd naar de doelpositie van de hoofdvaten,
in via de voerdraad, in antegrade richting in de geopende thoracale aorta (zie afbeelding 9).
WAARSCHUWING
• Indien weerstand wordt gevoeld tijdens het inbrengen van het E-vita OPEN NEO-
plaatsingssysteem met het geladen E-vita OPEN NEO-implantaat, ga dan niet verder. Stop,
lokaliseer en elimineer de bron van de weerstand.
5. Voer de E-vita OPEN NEO op totdat de kraag van het E-vita OPEN NEO-implantaat is uitgelijnd
met de doorgesneden thoracale aorta.
a. Indien de vertakte graftconfiguratie (zie afbeelding 4) of de graftconfiguratie met trifurcatie
(zie afbeelding 5) wordt gebruikt, zorg er dan voor dat de vertakkingen zijn uitgelijnd met de
hoofdvaten (zie afbeelding 11 en 12).
b. Indien de rechte graftconfiguratie (zie afbeelding 3) wordt gebruikt, let er dan op dat de
perfusietak niet wordt gepositioneerd in het gebied van het geplande eiland (island)
(zie afbeelding 10).
6. Zorg ervoor dat het E‑vita OPEN NEO‑implantaat zich in de gewenste positie bevindt voordat
wordt begonnen met de plaatsing.
7.3

Plaatsen van de E-vita OPEN NEO

LET OP
• Het is niet mogelijk om het E-vita OPEN NEO-implantaat via het E-vita OPEN NEO-
plaatsingssysteem te roteren nadat het stentgraftdeel volledig in de thoracale aorta is ingebracht.
• Zorg dat de kraag van het E-vita OPEN NEO-implantaat is uitgelijnd met de doorgesneden
thoracale aorta voordat wordt begonnen met de plaatsing. Voer geen rotatie van het E-vita OPEN
NEO-plaatsingssysteem meer uit.
• Voor de juiste positionering van het hulpmiddel moet de oriëntatie van de vertakkingen worden
gerespecteerd. Begin enkel met de plaatsing als de vertakking correct zijn georiënteerd.
7. Begin met de plaatsing wanneer het E‑vita OPEN NEO‑implantaat zich in de gewenste positie
bevindt.
8. Houd de bedieningshendel tijdens het plaatsen stabiel in positie.
9. Druk op de oranje loslatingstrekker en trek de loslatingshendel recht naar achteren (zie afbeelding
13) totdat het E‑vita OPEN NEO‑plaatsingssysteem vergrendelt. Terwijl de loslatingshendel naar
achteren wordt getrokken, opent de loslatingsdraad de afdekpatch en wordt de E-vita OPEN
NEO‑stentgraft geplaatst (zie afbeelding 14 en 15).
LET OP
• Zorg ervoor dat het E-vita OPEN NEO-implantaat tijdens de gehele plaatsingsprocedure in de
doelpositie blijft.
7.4

Terugtrekken van het E-vita OPEN NEO-plaatsingssysteem na plaatsing

10. Indien geen voerdraad wordt gebruikt, moet de beschermdraad worden verwijderd nadat het
E‑vita OPEN NEO‑stentgraftdeel volledig is geplaatst (zie afbeelding 7).
11. Het E-vita OPEN NEO-plaatsingssysteem kan voorzichtig met licht draaiende bewegingen worden
teruggetrokken.
172