5.10. Druk de ankervrijgaveknop helemaal in om het
anker vrij te zetten.
5.11. Terwijl de ankervrijgaveknop nog steeds
helemaal is ingedrukt, trekt u de ankerwisselaar
enigszins terug.
6. Weefsel- en hechtdraadmanagement
6.1. Open het naaldlichaam.
LET OP: Als het naaldlichaam niet opent,
controleert u of het anker is vrijgekomen uit
de ankerwisselaar.
WAARSCHUWING: Zorg dat er voldoende
hechtdraadspeling is gecreëerd voor de
gewenste baan en het gewenste patroon van
de hechtdraad. Voer de ankerwisselaar op en/
of manipuleer de endoscoop zodanig dat er
speling in de hechtdraad ontstaat.
6.2. Positioneer het weefsel op de juiste locatie
voor het hechten en gebruik daarbij zo nodig
de Apollo-spiraal of een ander met 2,8 mm
compatibel accessoire.
7. Gebruik van de weefselspiraal (optioneel)
7 .1.
Voer de spiraal in ingetrokken stand in het
spiraal-kanaal van de EHS in, totdat de distale tip
op de monitor te zien is.
LET OP: Als er weerstand wordt ondervonden
wanneer de spiraal door het spiraal-kanaal
van de EHS wordt opgevoerd, verkleint u de
hoek van de endoscoop totdat het hulpmiddel
ongehinderd kan worden doorgevoerd; zorg
ook dat het secundaire werkkanaal van het
hulpmiddel niet geblokkeerd is.
7 .2.
Druk de knop op het handvat van de spiraal
helemaal in om de tip van de spiraal vrij te
leggen.
LET OP: Druk de knop op het handvat van de
spiraal niet in terwijl u de spiraal door het
hulpmiddel opvoert.
7 .3.
Grijp weefsel vast door het handvat van de
spiraal rechtsom te draaien totdat de juiste
weefseldiepte is bereikt.
7 .4.
Houd tijdens het vastgrijpen van weefsel een
lichte voorwaartse druk in stand.
7 .5.
Voer de spiraal op/trek hem terug om het
weefsel op de gewenste locatie te positioneren.
8. Hechten
8.1. Schuif de naald door het weefsel door het
naaldlichaam te sluiten.
8.2. Zorg ervoor dat de naaldarm niet onverhoopt op
een vreemd voorwerp of hulpmiddel sluit.
Het anker terughalen
8.3. Houd de ankerwisselaar als een potlood vast om
hem op te voeren totdat het anker omsloten is
en er weerstand te voelen is.
NB: De weerstand kan variëren naargelang
van de positie van de endoscoop.
55
8.4. Trek de ankerwisselaar terug om het anker vast
te grijpen.
8.5. Houd het witte gedeelte van de kabel als een
potlood vast en plaats de resterende vingers
van dezelfde hand op het handvat van het
hulpmiddel om te voorkomen dat de hechtdraad
of het weefsel beschadigd raakt wanneer de
anker van het naaldlichaam 'afspringt'.
LET OP: Druk de ankervrijgaveknop niet in,
omdat het anker in dat geval onverhoopt kan
vallen.
WAARSCHUWING: Als er geen voldoende
speling is gecreëerd voordat het anker door
het weefsel wordt geschoven, is het wellicht
moeilijk om de ankerwisselaar terug te
trekken en komt het anker mogelijk niet op
juiste wijze vrij uit het naaldlichaam.
Het weefsel loslaten
8.6. Draai het handvat van de spiraal linksom totdat
het hulpmiddel vrijkomt uit het weefsel.
8.7 .
Draai de knop op het handvat van de spiraal
terug.
8.8. Controleer op de monitor of de tip helemaal in
de schacht is teruggetrokken alvorens de spiraal
terug te trekken in het spiraal-kanaal.
8.9. Trek de spiraal een klein stukje terug in het
spiraal-kanaal.
8.10. Open het naaldlichaam.
LET OP: Oefen geen spanning uit op de
hechtdraad terwijl het anker zich in het
naaldlichaam bevindt.