4. Ineenzetten
De endoscoop voorbereiden
WAARSCHUWING: Voordat het hulpmiddel
wordt geïnstalleerd, moeten het distale
uiteinde en de inbrengbuis van de endoscoop
schoon, droog en vrij van lubricans zijn.
Anders kan het hulpmiddel tijdens het
gebruik van de endoscoop afglijden.
4.1. Sluit de endoscoop aan op de videoprocessor en
de lichtbron om de installatie van het hulpmiddel
te ondersteunen.
4.2. Controleer voordat u het hulpmiddel installeert
of de endoscoop recht is en de wielen
vergrendelt zijn.
Het hulpmiddel voorbereiden
4.3. Neem de naalddrijver uit de verpakking.
LET OP: Controleer of de eindkap niet
gevallen of anderszins beschadigd is.
4.4. Sluit het naaldlichaam.
4.5. Schuif de endoscoop vanaf de
activeringskatheterzijde van het hulpmiddel
tussen de activeringskatheter en de
kathetersheath.
Vergrendel het handvat
4.6. Schuif de kraag van het handvat van de
naalddrijver stevig op het handvat van de
endoscoop totdat de kanaalpoorten zich dicht bij
de poort van het endoscoopkanaal bevinden.
4.7 .
Zet de kraag vast door het rubberen
handvatbandje uit te rekken rond de achterkant
van de endoscoop en het uiteinde weer vast te
zetten op de bevestigingspin.
De eindkap positioneren
4.8. Steek het distale uiteinde van de endoscoop
helemaal door de lussen van de doorschijnende
eindkapbandjes totdat het eindvlak van de
endoscoop het overstekende stopelement raakt.
LET OP: Zorg dat de kathetersheath niet in de
lengte om de scoop is gedraaid.
4.9. Gebruik de monitor om de eindkap te oriënteren
zoals gewenst.
NB: De eindoriëntatie op de monitor kan
tijdens de assemblage met de wijzers van de
klok mee verschuiven, en dit kan nu worden
gecorrigeerd.
4.10. Controleer of beide uiteinden van het
naaldlichaam op de monitor te zien zijn.
De eindkapbandjes vastzetten
4.11. Plaats uw linkerduim op het Apollo-logo van de
eindkapklem en trek langzaam aan bandje 1
totdat een waterdichte afsluiting is verkregen.
NB: Als het bandje voldoende strak zit, wordt
het doorzichtig.
53
WAARSCHUWING: De bandjes mogen niet
over een afstand van meer dan 3 cm worden
uitgerekt, omdat dit tot beschadiging kan
leiden.
WAARSCHUWING: Probeer niet de eindkap
te draaien of opnieuw te positioneren. Het
hulpmiddel of de endoscoop kan hierdoor
beschadigd raken.
4.12. Herhaal dit voor bandje 2.
4.13. Om de bandjes te vast te zetten, rekt u beide
bandjes (1 en 2) verder uit om eventuele speling
te verwijderen en drukt u stevig op het Apollo-
logo op het scharnier van de klem totdat de
scharnierknop volledig is verzonken.
NB: De scharnierknop kan gemakkelijker
worden gesloten wanneer beide bandjes
tegelijk worden uitgerekt.
De kathetersheath vastmaken aan de endoscoop
LET OP: Zorg dat de endoscoop plat en recht
is en dat de scoopwielen vergrendeld zijn.
4.14. Verwijder, werkend vanaf het distale uiteinde,
de beschermstrip van elke zijde van het
sheathbandje en wikkel het bandje om de
endoscoop waarbij u elke laag op de voorgaande
laag drukt.
4.15. Werk verder langs de lengte van de
kathetersheath en zet de 4 overige bandjes vast.
LET OP: De endoscoop moet over zijn
gehele lengte langs de binnenzijde van de
kathetersheath liggen (mag niet uitsteken
voorbij de sheath).
LET OP: Zorg dat u geen enkel sheathbandje
te ver uitrekt.
WAARSCHUWING: Zorg dat de katheters en
de sheath in één vlak liggen over de gehele
lengte van de scoop.
WAARSCHUWING: Zorg dat alle
sheathbandjes recht (niet scheef) op zichzelf
worden geplakt. Een uitstekende hoek kan
loskomen als er kracht wordt uitgeoefend.