nld
de drinkwaterinstallatie worden gespoeld. Hiervoor moeten opnieuw alle
aftappunten, beginnend met de dichtstbijgelegen, na elkaar worden geopend,
tot aan de aftappunten geen gekleurde desinfecterende oplossing meer kan
worden vastgesteld.
Aanvullend kunnen indien nodig peroxideteststaafjes worden gebruikt om de
concentratie te controleren (toebehoren, zie 1.2 Artikelnummers).
LET OP
LET OP
Voor de desinfectie/reiniging/conservering gebruikte slangen mogen niet meer
voor de druktest met water of voor het spoelen van drinkwaterleidingen worden
gebruikt.
3.3 Programma's testen van drinkwaterinstallaties met perslucht (REMS
Multi-Push SL/SLW)
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Voor Duitsland geldt: het informatieblad 'Dichtheidstesten van drinkwate-
rinstallaties met perslucht, inert gas of water' (januari 2011) van het Duitse
Zentralverband Sanitär Heizung Klima (ZVSHK)
nationale bepalingen in acht nemen om persoonlijk letsel, materiële schade en
milieuschade te voorkomen.
Bij belastings- en dichtheidstesten voor gasleidingen een maximale testdruk
van max. 0,3 MPa/3 bar/43,5 psi hanteren.
De voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheidsbepalingen,
regels en voorschriften dienen in acht genomen en gevolgd te worden.
Vóór de uitvoering van een test met perslucht moet in elk geval worden beoor-
deeld of de te testen installatie bestand is tegen de ingestelde/geselecteerde
testdruk 'p refer'.
De omgevingstemperatuur, de temperatuur van het testmedium en de atmo-
sferische luchtdruk kunnen het resultaat van de test beïnvloeden, omdat deze
op de gemeten drukwaarden inwerken. De verandering van deze parameters
moet, indien nodig, bij de beoordeling van de testresultaten in aanmerking
worden genomen.
In punt 6 van de norm EN 806-4:2010 wordt o.a. het volgende vastgelegd:
"Installaties in gebouwen moeten aan een druktest worden onderworpen. Deze
kan ofwel met water plaatsvinden ofwel, indien de nationale bepalingen dit
toelaten, mag olievrije, schone lucht met geringe druk of een inert gas worden
gebruikt. Er dient rekening te worden gehouden met het mogelijke gevaar door
hoge gas- of luchtdruk in het systeem." De norm EN 806-4:2010 bevat naast
deze instructie echter geen enkel testcriterium voor de beproeving met perslucht.
De hierna beschreven testen en de in REMS Multi-Push opgeslagen instel-
waarden zijn in overeenstemming met het in Duitsland geldende informatieblad
'Dichtheidstesten van drinkwaterinstallaties met perslucht, inert gas of water'
(januari 2011) van het Duitse Zentralverband Sanitär Heizung Klima (ZVSHK).
Latere wijzigingen van dit informatieblad of de op de plaats van inzet geldende
bepalingen, regels en voorschriften moeten in acht worden genomen; bij
gewijzigde testcriteria (testverloop, -druk en -tijden) moeten de instelwaarden
overeenkomstig worden gecorrigeerd.
De programma's kunnen te allen tijde met de knop esc (10) worden afgebroken.
Dan worden alle kleppen geopend en wordt de druk in de installatie afgelaten.
De testen worden opgeslagen, maar hierbij wordt in het bestand 'Annulering'
vermeld.
Indien nodig moet de druktest herhaald of de installatie onderzocht en gecor-
rigeerd worden.
LET OP
LET OP
De besturing beëindigt het regelproces voor het instellen van de gekozen
testdruk bij testen met perslucht ≤ 200 mbar bij een tolerantie ±3 mbar, en bij
testen ≤ 3 bar (evt. ≤ 4 bar) bij een tolerantie ±0,1 bar. Dit betekent dat de
regeling bijv. bij het instellen van p refer = 150 mbar bij een waarde p actual
tussen 147 en 153 mbar, en bij het instellen van p refer = 3 bar tussen 2,9 en
3,1 bar wordt beëindigd. Deze tolerantie is onschadelijk, omdat bij de druktest
met perslucht de relatieve drukverandering van de druk p refer bepalend is.
Na een druk op ENTER wordt de waarde p actual als p refer overgenomen.
Dan kan de test dus ook bij een p refer van bijv. 153 mbar worden begonnen.
3.3.1 Dichtheidstest met perslucht (ZVSHK)
Testdruk 150 hPa (150 mbar)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met perslucht \ enter
3. Dichtheidstest \ enter
4. Instelwaarde ingestelde testdruk (p refer) controleren en evt. wijzigen
(11) \ ↓
5. Instelwaarde stabilisatie (t stabi) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
6. Instelwaarde testtijd (t test) controleren en evt. wijzigen (11) \ enter
7. De reële testdruk (p actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p refer)
aangepast \ enter
8. De stabilisatie-/wachttijd (t stabi) loopt; na afloop hiervan wordt de reële
testdruk (p actual) in de ingestelde testdruk (p refer) veranderd. Met enter
kan de stabilisatie-/wachttijd voortijdig worden beëindigd; de testtijd (t test)
begint dan direct (\ esc = annuleren).
9. Weergave op beeldscherm: ingestelde testdruk (p refer), reële testdruk
(p actual), verschiltestdruk (p diff), testtijd (t test) \ enter
10. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.8
88
3.4 Programma's testen van drinkwaterinstallaties met water (REMS Multi-
, '3.1 Algemeen' naast de
16)
3.3.2 Belastingstest met perslucht ≤ DN 50 (ZVSHK)
Testdruk 0,3 MPa (3 bar)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met perslucht \ enter
3. Belastingstest ≤ DN 50 \ enter
Verdere werkwijze, zie dichtheidstest 4. tot 10.
3.3.3 Belastingstest met perslucht > DN 50 (ZVSHK)
Testdruk 0,1 MPa (1 bar)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met perslucht \ enter
3. Belastingstest > DN 50 \ enter
Verdere werkwijze, zie dichtheidstest 4. tot 10.
Push SLW)
In punt 6.1 van EN 806-4:2010 wordt voor de hydrostatische druktest de keuze
gegeven tussen 3 testmethoden A, B, C naar gelang het materiaal en de grootte
van de geïnstalleerde buizen. De testmethoden verschillen onderling in test-
verloop, -druk en -tijd
. Deze naast de nationale bepalingen in acht nemen
17)
om persoonlijk letsel, materiële schade en milieuschade te voorkomen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
De voor deze testen in REMS Multi-Push SLW extra ingebouwde hydropneu-
matische pomp wordt gevoed door de ingebouwde compressor van REMS
Multi-Push. De hydropneumatische pomp creëert een waterdruk van max.
1,8 MPa/18 bar/261 psi. Vóór de uitvoering van een van de testen met water
volgens testmethode A, B, C moet in elk geval worden beoordeeld of de te
testen installatie bestand is tegen de ingestelde/geselecteerde testdruk 'p refer'.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Alvorens de hogedrukslang (26) van de afvoer druktest met water (25) resp.
van de drinkwaterinstallatie wordt afgekoppeld, dient erop te worden gelet dat
de druk volledig is afgebouwd.
De programma's kunnen te allen tijde met de knop esc (10) worden afgebroken.
Dan worden alle kleppen geopend en wordt de druk in de installatie afgelaten.
De testen worden opgeslagen, maar hierbij wordt in het bestand 'Annulering'
vermeld.
Indien nodig moet de druktest herhaald of de installatie onderzocht en gecor-
rigeerd worden.
LET OP
LET OP
De besturing beëindigt het regelproces voor het instellen van de gekozen testdruk
bij testen met water bij een tolerantie 0 tot +0,3 bar. Dit betekent dat de regeling
bijv. bij het instellen van p refer = 11 bar bij een waarde p actual tussen 11,0 en
11,3 bar wordt beëindigd. Deze tolerantie is onschadelijk, omdat bij de druktest
met water de relatieve drukverandering van de druk p refer bepalend is. Na een
druk op ENTER wordt de waarde p actual als p refer overgenomen. Dan kan de
test dus ook bij een p refer van bijv. 11,3 bar worden begonnen.
3.4.1 Druktest met water, testmethode A (EN 806-4:2010, 6.1.3.2)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met water \ enter
3. Test met water A \ enter
4. Instelwaarde ingestelde testdruk (p refer) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
5. Instelwaarde stabilisatie (t stabi) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
6. Instelwaarde testtijd (t test) controleren en evt. wijzigen (11) \ enter
7. De reële testdruk (p actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p refer)
aangepast \ enter
8. De stabilisatie-/wachttijd (t stabi) loopt; na afloop hiervan wordt de reële
testdruk (p actual) in de ingestelde testdruk (p refer) veranderd. Met enter
kan de stabilisatie-/wachttijd voortijdig worden beëindigd; de testtijd (t test)
begint dan direct (\ esc = annuleren).
9. Weergave op beeldscherm: ingestelde testdruk (p refer), reële testdruk
(p actual), verschiltestdruk (p diff), testtijd (t test) \ enter
10. Esc >> startmenu \ geheugenbeheer, gegevensoverdracht >> 3.8
3.4.2 Druktest met water, testmethode Δ>10K (B/1): temperatuurevenwicht
(EN 806-4:2010, 6.1.3.3)
Programmaverloop ↑ ↓ (8):
1. Test \ enter
2. Test met water \ enter
3. Test met water B \ enter
4. Test Δ>10K (B/1) \ enter
5. Instelwaarde ingestelde testdruk (p refer) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
6. Instelwaarde stabilisatie (t stabi) controleren en evt. wijzigen (11) \ ↓
7. Instelwaarde testtijd (t test) controleren en evt. wijzigen (11) \ enter
8. De reële testdruk (p actual) wordt aan de ingestelde testdruk (p refer)
aangepast \ enter
9. De stabilisatie-/wachttijd (t stabi) loopt; na afloop hiervan wordt de reële
testdruk (p actual) in de ingestelde testdruk (p refer) veranderd. Met enter
kan de stabilisatie-/wachttijd voortijdig worden beëindigd; testtijd (t test) \
enter (\ esc = annuleren).
nld