PE
U
V
W
M 3~
Fig. 8: Aansluitschema: Directe start, bimetaal-
sensor
PE
U
V
W
M 3~
Fig. 9: Aansluitschema: Directe start, PTC-sen-
sor
6.5.5
Aansluiting bewakingsinrichtin-
gen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa CUT GE
Installatie en elektrische aansluiting
20
21
DK
Ader
1, 2
3
4
5
6
Groen/geel (gn-ye)
10
11
DK
Ader
1, 2
3
4
5
6
Groen/geel (gn-ye)
Raadpleeg het bijgevoegde aansluitschema voor gedetailleerde gegevens omtrent de
aansluiting en uitvoering van de bewakingsvoorzieningen. Laat de elektrische aanslui-
ting altijd door een elektromonteur uitvoeren!
LET OP! De afzonderlijke aders worden volgens het aansluitschema benoemd. Knip
de aders niet af! Er is geen sprake van een nadere toewijzing tussen de benaming
van de aders en het aansluitschema.
GEVAAR
Er bestaat explosiegevaar bij onjuiste aansluiting!
Wanneer de bewakingsvoorzieningen niet correct worden aangesloten, bestaat er bij
het werk binnen explosieve zones risico op dodelijk letsel door explosies! Laat de
aansluiting altijd door een elektromonteur uitvoeren. Bij toepassing binnen explosie-
ve zones geldt het volgende:
• Sluit de thermische motorbewaking aan via een relais!
• De uitschakeling door de temperatuurbegrenzing moet met een herinschake-
lingsblokkering plaatsvinden! Een herinschakeling pas mogelijk zijn als de "ont-
grendelingsknop" met de hand is ingedrukt!
• Sluit een externe elektrode (bijv. bewaking van de afdichtingsruimte) aan via
een relais met een intrinsiek veilige stroomkring!
• Neem voor meer informatie het hoofdstuk over explosiebeveiliging in bijlage de
van deze inbouw- en bedieningsvoorschriften in acht!
Omschrij-
Klem
ving
20, 21
Bewaking motorwikkeling
U
L1
V
L2
W
L3
DK
Bewaking motorruimte
PE
Aarde
Omschrij-
Klem
ving
10, 11
Bewaking motorwikkeling
U
L1
V
L2
W
L3
DK
Bewaking motorruimte
PE
Aarde
nl
511