Depuy Synthes EXPEDIUM SFX Handbuch Seite 39

lumina door met water (of een reinigingsmiddeloplossing), om
te voorkomen dat vuil en/of resten erin opdrogen.
Als grove verontreinigingen niet kunnen worden verwijderd op
de gebruikslocatie, moet worden voorkomen dat tijdens het
vervoer indroging optreedt (bijv. afdekking met een handdoek
die is bevochtigd met gezuiverd water) en dient zo spoedig
mogelijk reiniging plaats te vinden in een voor opwerking
bestemde ruimte.
Chirurgisch cement dient tijdens het chirurgisch gebruik en
voordat harding optreedt te worden verwijderd. Wanneer
cement hard is geworden, zijn doorgaans fysieke methoden
nodig om het te verwijderen. Er mogen geen chemische
oplosmiddelen worden gebruikt. Uitgehard cement kan met een
goedgekeurde stilus of verwijderingstool worden verwijderd,
maar hierdoor kunnen instrumenten worden beschadigd.
Stap 2: Insluiting en transport
Chirurgisch gebruikte hulpmiddelen kunnen als een
biologisch risico worden beschouwd en dienen volgens de
lokale voorschriften veilig te worden vervoerd naar een voor
opwerking bestemde ruimte.
Stap 3: Reiniging
Voorbereiding voorafgaand aan reiniging
Het is raadzaam om hulpmiddelen zo snel als redelijkerwijs
mogelijk na chirurgisch gebruik op te werken.
Instrumenten dienen afzonderlijk van instrumententrays en
-cassettes te worden gereinigd.
Niet-steriele implantaten kunnen in de meegeleverde
implantaattrays worden gereinigd en gedesinfecteerd.
Voorzichtigheid dient te worden betracht bij de behandeling
en reiniging van scherpe hulpmiddelen. Het is raadzaam om
deze afzonderlijk te reinigen, zodat er minder risico op letsel is.
Meerdelige of complexe instrumenten moeten misschien wor-
den gedemonteerd alvorens te worden gereinigd. Raadpleeg
technische handleidingen of andere extra informatie over de
demontage van het specifieke instrument en/of aanwijzingen
voor het opnieuw monteren.
Instrumenten met bewegende delen (bijv. ratels, sluitmecha-
nismen, scharnieren of aangedreven onderdelen) dienen
tijdens handmatige reiniging in beweging te worden gebracht,
zodat reiniging mogelijk is.
Verwijder bij alle instrumenten met lumina de resten door
de lumina handmatig goed door te spoelen en grondig met
draaiende bewegingen te borstelen met zachte borstels van
een geschikte grootte. De borstel dient ongeveer dezelfde
diameter te hebben als het te reinigen lumen. Het kan zijn dat
het lumen niet effectief wordt gereinigd wanneer u een borstel
gebruikt die te groot of te klein is ten opzichte van het lumen/
de canule. Raadpleeg technische handleidingen of andere
extra informatie over de diameters van lumina van specifieke
instrumenten. Spoel ze na het borstelen uit met water en
blaas alle lumina uit met schone perslucht.
OPMERKING: Er worden hier twee reinigingsmethoden
vermeld: een handmatige methode en een geautomatiseerde
methode. Ten minste een van deze methoden moet worden
toegepast.
Reiniging: Handmatig
1. Maak een neutrale of licht alkalische (pH 7 tot 9) reinigings-
oplossing klaar volgens de instructies van de fabrikant
van het reinigingsmiddel. Bij handmatige reiniging moet
de temperatuur van de oplossing ≤40 °C (104 °F) zijn.
OPMERKING: De reinigingsoplossing mag enzymen
bevatten. U kunt alkalische reinigingsmiddelen gebruiken
die aluminiumvriendelijk zijn, maar deze kunnen op basis
van hun formulering verschillen in de compatibiliteitsduur
ten aanzien van het materiaal. U dient de compatibiliteit
met het materiaal te controleren bij de fabrikant van het
reinigingsmiddel.
2. Dompel de hulpmiddelen en onderdelen onder in
de reinigingsmiddeloplossing en laat deze minstens
5 minuten lang doordringen.
3. Gebruik, met de hulpmiddelen ondergedompeld, een
zachte borstel met haren die niet van metaal zijn (kunst-
stof haren, zoals nylon) of een spons, om minimaal één
minuut alle bloedsporen en andere resten zorgvuldig van
de oppervlakken van de hulpmiddelen te borstelen.
4. Zorg ervoor dat alle lumina grondig worden uitgeborsteld.
Duw de borstel, vanaf beide uiteinden, minimaal één
minuut met een ronddraaiende beweging door de gehele
lengte van het lumen om resten te verwijderen.
5. Beweeg tijdens het reinigen verbindingen, hendels en
andere beweegbare hulpmiddelfuncties om alle delen
bloot te stellen aan de reinigingsmiddeloplossing, indien
van toepassing. Zorg ervoor dat alle lumina minimaal één
minuut zijn gespoeld.
6. Haal de hulpmiddelen uit de oplossing en dompel ze
volledig onder in een ultrasoonbad dat is klaargemaakt met
een reinigingsmiddel met een neutrale of licht alkalische
pH (pH 7-9) en volgens de instructies van de fabrikant.
Gebruik een grote injectiespuit (50 ml of meer) om alle
lumina met de reinigingsoplossing door te spoelen en om
de scharnierende gebieden en flexibele segmenten met
de reinigingsoplossing te spoelen, om de vorming van
luchtpockets of luchtbellen zo veel mogelijk te beperken.
OPMERKING: Ultrasoon reinigen is alleen effectief als
het te reinigen oppervlak in de reinigingsoplossing is
ondergedompeld. Luchtpockets gaan ten koste van de
werkzaamheid van ultrasone reiniging.
39 of 176