Alde Compact 3020 HE Montageanleitung Seite 173

5:13 HET VERWARMINGSSYSTEEM VULLEN
Het verwarmingssysteem moet worden gevuld met een vloeistofmengsel dat bestaat uit gedestilleerd water en ethyleen-
glycol. Gebruik voor optimale resultaten hoogkwalitatieve voorgemengde ethyleenglycol (met remmers) die is bestemd
voor toepassing in aluminium verwarmingssystemen. De verhoudingen bij gebruik van geconcentreerde ethyleenglycol
zijn 60% gedestilleerd water, of water dat vrij is van zouten, en 40% ethyleenglycol. Indien het verwarmingssysteem
wordt blootgesteld aan temperaturen onder -25 °C, moet het ethyleenpercentage worden verhoogd, maar het moet lager
blijven dan 50%. Het mengsel van ethyleenglycol moet om het jaar worden ververst, aangezien eigenschappen als cor-
rosiebescherming in de loop van de tijd verslechteren. Bij gebruik van Alde Premium Antivries kan het interval voor het
verversen van het mengsel onder normale werkomstandigheden tot max. 5 jaar worden verlengd.
Het ethyleenglycolsysteem wordt bijgevuld in de expansietank, hetzij handmatig, hetzij met gebruikmaking van een
Alde-vulpomp, die het systeem zowel vult als ventileert. Giet bij handmatig vullen het ethyleenglycolmengsel langzaam
in de expansietank. Wanneer het verwarmingssysteem koud is, moet het peil ca. 1 cm boven de MIN-lijn staan.
Ontlucht het systeem. Vul meer vloeistof bij als het niveau tijdens ontluchten daalt. Ontlucht pas gevulde systemen regelmatig.
5:14 HET SYSTEEM ONTLUCHTEN.
Al naar gelang de wijze waarop de leidingen zijn bevestigd, kunnen er luchtzakken ontstaan wanneer het systeem
wordt gevuld met de vloeibare ethyleenglycol. Als de leidingen alleen op een meter vanaf de ketel warm worden, ook
al werkt de circulatiepomp, is dat een teken dat er lucht zit opgesloten in het systeem.
Ontlucht als volgt:
1. De ketel moet worden uitgeschakeld.
2. Als er een ontluchtingsnippel is bevestigd op de uitgaande leiding van de ketel, moet deze nippel worden geopend
totdat er vloeistof naar buiten loopt. Ga vervolgens naar punt 4.
3. Als de ketel is uitgerust met een automatische ontluchter, wordt de ketel automatisch ontlucht. Start de ketel en
laat de vloeistof in het systeem circuleren totdat dit is ontlucht. Vul zo nodig vloeistof bij volgens punt 5. Schakel
de ketel uit als dat niet helpt en ga naar punt 4.
4. Open één voor één de overige ontluchtingsnippels in het systeem. Laat de ontluchtingsnippels geopend totdat er
ethyleenglycol naar buiten komt en sluit ze dan.
5. Controleer het vloeistofpeil. Vul vloeistof bij als het peil tijdens het ontluchten is gedaald. Het vloeistofpeil in de
expansietank moet in een koud verwarmingsysteem ca. 1 cm boven de min-lijn staan.
6. Start de ketel en laat deze een poosje draaien. Voel of de leidingen en radiatoren in het voertuig warm worden.
Gebruik een Alde-vulpomp als dit niet helpt.
PAS OP
• Vergewis u ervan dat het verwarmingssysteem zorgvuldig is ontlucht. Als dat niet zo is, bestaat het gevaar van oververhitting.
• Gebruik nooit de elektriciteits- of gasfunctie voordat het systeem grondig is ontlucht. Er bestaat gevaar voor oververhitting.
PAS OP
De ketel mag niet worden gestart als het peil van de ethyleen-
glycol in het verwarmingssysteem te laag is.
Vloeistofpeil in
een koud systeem
PAS OP
Vaten die worden gebruikt voor het hanteren of mengen van de
vloeistof moeten brandschoon zijn. Dit moet de groei van bacte-
riën en corrosie in het systeem voorkomen.
173
15