5:3 INSTALLATIE VAN DE KETEL
PAS OP
De ketel mag niet in het passagiersgedeelte of in een
voertuig van het type M2 of M3 worden geplaatst.
•
De beste plaats voor de ketel is in een kast of opbergruimte, maar hij kan ook in de dubbele vloer van het voertuig worden
geplaatst. Bij plaatsing buiten het voertuig moet de ketel in een afgesloten ruimte worden aangebracht om hem tegen waterne-
vel, uitlaatrook, enz. te beschermen. Vergeet bij het kiezen van de locatie ook niet dat het mogelijk moet zijn het servicepaneel
te verwijderen (Figure A.1) en dat er ruimte moet overblijven om bij onderhoud onderdelen te kunnen vervangen.
Denk aan de mogelijkheid dat de ketel moet worden verwijderd met het oog op onderhoud/vervanging.
•
Het gegevensplaatje (Figure A.2) op de ketel moet na installatie leesbaar zijn.
•
De installatieafmetingen volgens Figure A zijn de aanbevolen minimumafmetingen voor installatie van een ketel.
•
De ruimte waar de ketel is geïnstalleerd moet geventileerd zijn, de ventilatieruimte ten minste 70 cm
•
De ketel moet via de gaten in de montagesteunen zorgvuldig aan de vloer worden vastgeschroefd (Figure A.2).
Afbeelding B. Installatieafmetingen Alde Compact 3020
min 520 mm
1. Serviceklep
2. Gaten voor bevestiging met
schroeven
5:4 EEN SCHOORSTEENPIJP MONTEREN
•
De ketel mag alleen worden gemonteerd met een originele Alde-schoorsteen.
•
De schoorsteen mag niet geblokkeerd worden.
•
De dakschoorsteen moet gemonteerd worden op een egaal oppervlak (maar een schuin dak van max. 30° is acceptabel).
•
Er mogen geen voorwerpen op het dak worden gemonteerd binnen een straal van 200 mm van de schoorsteen.
•
Zijwaarts moet er een minimumafstand zijn van 300 mm vanaf een ventilatieluchtinlaat
•
Markeer het midden van het gat waar de schoorsteen gemonteerd moet worden en boor een Ø 76 mm gat door het dak.
•
Bevestig de schoorsteen vanaf de bovenkant van het dak. Breng een carrosseriedichtmiddel aan tussen de monta-
gering (afbeelding C 4) en het dak (afbeelding C 5) en schroef de schoorsteen stevig op zijn plaats vast met behulp
van 6 zelftappende schroeven (afbeelding C 6).
Afbeelding C
> 300 mm
6
4 5
Ø 76 mm
13
12
15
14
8
166
2
LET OP! Breng een carros-
seriedichtmiddel aan tussen de
montagering (afbeelding C 4)
en het dak (afbeelding C 5).
WAARSCHUWING
VARNING
Draag bij installatiewerkzaamheden altijd beschermen-
AVERTISSEMENT
de handschoenen om door scherpe randen veroorzaakt
letsel te voorkomen.
WARNUNG
ADVARSEL
VAROITUS
ADVERTENCIA
AVVERTENZA
WARNUNG
1
PAS OP
Voor installatie van schoorstenen in
gebouwen geldt het volgende:
Voor verticale installatie van de schoorsteen
op het dak moet de opening in zijn geheel ten
minste 0,3 m loodrecht op het oppervlak van
het dak staan.
Bij een installatie die uitsteekt ten opzichte
van de wand, moet de plaats van de opening
voldoen aan de volgende eisen:
•
Ten minste 2 m boven grondniveau.
•
Ten minste 1 m van ramen die open kunnen.
•
Ten minste 1,5 m van ventilatieopeningen.
•
Ten minste 0,5 m van deuren.
•
Niet met een vlak van 45° tussen buitenwand
en dankranden/goot
SCHERPE RANDEN
KUNNEN SNIJWON-
DEN VEROORZAKEN
.
2
2