Apollo ORBERA Intragastric Balloon System Bedienungsanleitung Seite 27

NIET-STERIEL geleverd en zijn UITSLUITEND BESTEMD
VOOR EENMALIG GEBRUIK. Alle onderdelen dienen
voorzichtig te worden behandeld.
REINIGINGSINSTRUCTIES
Indien het product vóór gebruik besmet raakt, mag het
niet worden gebruikt en dient het aan de fabrikant te
worden geretourneerd.
LET OP: LAAT HET PRODUCT NIET IN EEN
DESINFECTANS WEKEN. Het siliconenelastomeer
zou deeltjes van de oplossing kunnen absorberen;
deze kunnen er vervolgens weer uitsijpelen en
weefselreacties veroorzaken.
GEBRUIKSAANWIJZING
Bij levering bevindt de ballon zich reeds in de
plaatsingskatheter. Inspecteer de plaatsingskatheter op
beschadigingen. De katheter mag niet worden gebruikt
indien er beschadigingen worden waargenomen.
Bij het plaatsen van het ORBERA®-systeem dient een
reservesysteem beschikbaar te zijn.
VERWIJDER DE BALLON NIET UIT DE
PLAATSINGSKATHETER.
Om het vullen van de ballon te vergemakkelijken is een
vulsysteem meegeleverd.
NB: Als de ballon vóór plaatsing uit de huls raakt, mag de
ballon niet meer worden gebruikt. Evenmin mag worden
geprobeerd om de ballon opnieuw in de huls te plaatsen.
DE BALLON PLAATSEN EN VULLEN
Prepareer de patiënt voor endoscopie. Inspecteer de
oesofagus en de maag endoscopisch en verwijder daarna
de endoscoop. Indien er geen contra-indicaties zijn,
brengt u de plaatsingskatheter met daarin de ballon
voorzichtig door de oesofagus in de maag. Door de
geringe afmetingen van de plaatsingskatheter laat deze
voldoende ruimte voor het opnieuw inbrengen van
de endoscoop, zodat het vulproces van de ballon kan
worden gecontroleerd.
Zodra is bevestigd dat de ballon de onderste oesofageale
sfincter is gepasseerd en zich volledig in de maagzak
bevindt, kan de voerdraad worden verwijderd.
Vul de ballon met een steriele zoutoplossing. Plaats
de spike van het vulsysteem in de flacon met steriele
zoutoplossing of in de vulslang van de zak. Bevestig een
injectiespuit aan het ventiel van het vulsysteem en maak
het klaar voor gebruik. Koppel de Luer-Lock™-aansluiting
aan de vulslang die naar het ventiel van het vulsysteem
leidt. De ballon kan nu worden gevuld. Controleer hierbij
met behulp van de endoscoop of de ballon zich in de
maag bevindt (zie de aanbevelingen voor het vullen
verderop).
NB: Tijdens het vullen moet de vulslang slap hangen.
Als de vulslang gedurende de intubatie onder spanning
staat, kan deze losraken van de ballon. Verder vullen van
de ballon is dan niet mogelijk.
WAARSCHUWING: Door een hoog vultempo ontstaat
hoge druk, die het ventiel van het ORBERA®-systeem
kan beschadigen of deze voortijdig kan doen
losraken.
Om onbedoelde beschadiging aan of vroegtijdig loslaten
van het ventiel te voorkomen, gelden voor het vullen van
de ballon de volgende aanbevelingen:
• Gebruik altijd de bij het ORBERA®-systeem geleverde
vulkit.
• Gebruik altijd een 50 cc of 60 cc injectiespuit. Bij
gebruik van een kleinere spuit kan een zeer hoge
druk ontstaan van 30, 40 of zelfs 50 psi, waardoor het
ventiel beschadigd kan raken.
• Het vullen dient met een spuit van 50 of 60 cc
langzaam (minimaal 10 seconden) en gelijkmatig te
gebeuren. Langzaam, gelijkmatig vullen voorkomt het
ontstaan van hoge druk in het ventiel.
• Het vullen dient altijd onder direct zicht
(gastroscopie) te worden uitgevoerd. Er dient te
worden gecontroleerd of het ventiel intact is door
het ventiellumen te bekijken wanneer de vulslang
van de ballon uit het ventiel wordt verwijderd.
• Een ballon met een lekkend ventiel moet
onmiddellijk worden verwijderd. Een leeggelopen
ballon kan darmobstructie veroorzaken, wat de
dood tot gevolg kan hebben. Darmobstructie heeft
zich voorgedaan als gevolg van niet-herkend of
onbehandeld leeglopen van de ballon.
NB: Een ballon die lekt, moet altijd naar Apollo
Endosurgery worden geretourneerd, samen met een
volledige beschrijving van de gebeurtenis. Uw hulp bij
onze voortdurende inspanningen op het gebied van
kwaliteitsverbetering wordt gewaardeerd.
Voor een volledige ontvouwing van de ballon buiten de
plaatsingskatheter is een vulvolume van minimaal 400
ml vereist. Koppel na het vullen van de ballon de vulkit
los van de vulslang. Zet een injectiespuit op de Luer-
Lock™-aansluiting van de vulslang en creëer een lichte
aanzuigspanning door de zuiger van de spuit terug te
trekken. Er zal geen vloeistof worden opgezogen, omdat
het ventiel zich door het ontstane vacuüm zal sluiten.
LET OP: Indien meer dan 5 ml vloeistof uit de ballon
kan worden verwijderd, dient de ballon te worden
vervangen. Er kan geen vloeistof uit de ballon worden
verwijderd met behulp van de vulslang, omdat de tip
van de vulslang niet tot het einde van het ventiel reikt.
Als de ballon is gevuld, wordt deze vrijgemaakt door
voorzichtig te trekken aan de vulslang, terwijl de ballon
tegen het uiteinde van de endoscoop of de onderste
oesofageale sfincter rust. Blijf voorzichtig aan de vulslang
trekken, totdat deze geheel uit het zelfsluitende ventiel is
verwijderd. Als de vulslang is verwijderd, dient de ballon
visueel te worden geïnspecteerd.
HET ORBERA®-SYSTEEM PLAATSEN EN VULLEN
(STAPSGEWIJS)
1. Prepareer de patiënt voor gastroscopie volgens het
protocol van uw ziekenhuis.
2. Voer via de gastroscoop een inspectie van oesofagus
en maag uit.
3. Verwijder de gastroscoop.
4. Indien er geen contra-indicaties zijn:
a. Smeer de plaatsingshuls van het ORBERA®-
systeem in met chirurgische smeergel.
b. Schuif het ORBERA®-systeem voorzichtig door de
oesofagus naar de maag.
5. Breng, terwijl de ballon op zijn plaats zit, de
endoscoop opnieuw in om het vullen te observeren.
De ballon dient zich voorbij de onderste oesofageale
sfincter, volledig in de maagholte te bevinden.
23