Opgelet: Het arteriële verlengstuk moet worden bevestigd aan het lumen
met de rode drukletters en de veneuze verlenging moet worden bevestigd
aan het lumen met de blauwe opdruk.
29. Neem de vrouwelijke adapter uit elkaar door de delen (A) en (C) uit elkaar
te draaien. De compressiering (B) moet worden gevonden in deel (A).
Waarschuwing: NIET proberen de verlenging van de adapter af te halen.
Deze onderdelen zijn aan elkaar geplakt.
30. Schuif adapterdeel (A) over het katheterlumen (D). Schuif
compressiering (B) over katheterlumen (D). Steek de metalen canule
van adapterdeel (C) met een draaibeweging in het katheterlumen en
overtuig u ervan dat de slang VOLLEDIG goed zit (tot er geen metaal
meer zichtbaar is).
31. Schuif compressiering (B) naar het einde van de katheterlumen/
adapterconstructie (C) totdat deze zit zoals afgebeeld.
Opgelet: De compressiering MOET volledig aansluiten.
32. Schuif adapterdeel(A) naar het einde van het katheterlumen/
adaptergeheel (C) en draai de adapter stevig vast. Een zacht rukje
geeft aan dat het geheel goed gemonteerd is.
Opgelet: De schroefdraden van het geheel MOETEN volledig aansluiten.
33. Bevestig spuiten aan beide Split-Stream
klemmen. Haal de tijdelijke lumenklem van de katheter.
Er hoort gemakkelijk bloed te worden geaspireerd uit beide katheters.
Als een van de katheters een bovenmatige weerstand biedt tegen
bloedaspiratie kan het zijn dat de katheter moet gedraaid of verplaatst
worden om een gepaste bloedstroom te leveren.
34. Nadat voldoende aspiratie tot stand is gebracht, dienen beide
lumina geïrrigeerd te worden met spuiten gevuld met fysiologische
zoutoplossing volgens een snelle bolustechniek. Zorg ervoor dat de
verlengingsklemmen en de witte secundaire klemmen open staan
voor de irrigatieprocedure.
Opgelet: Overtuig u ervan dat alle lucht is geaspireerd uit de katheter en
de Split-Stream
veroorzaken.
35. Nadat de katheters vergrendeld zijn met heparine, sluit u de
verlengstukklemmen en de witte secundaire klemmen, verwijdert u
de spuiten en zet u de injectiedoppen op de vrouwelijke luers van
de SC4-verlengsets.
36. Bevestig de juiste plaatsing van de tip met fluoroscopie. De distale
veneuze tip dient op het niveau van de atriale vertakking van de
vena cava of in het rechtse atrium te zijn om optimale bloedflow te
verzekeren (zoals aanbevolen in de huidige NKF DOQI-richtlijnen).
Noot: Er wordt aanbevolen dat bij femorale inbrenging de tip bij de
vertakking van de vena iliaca en de vena cava inferior zit.
Waarschuwing: Nalaten de plaatsing van de katheter te controleren kan
ernstige trauma's of fatale complicaties tot gevolg hebben.
VASTZETTEN VAN DE KATHETER EN VERBINDEN VAN DE WOND:
37. Sluit de inbrengplaats met hechtingen. Zet de katheter met hechtingen
aan de huid vast met de verwijderbare hechtvleugelcilinder. De
tweede verwijderbare hechtvleugel kan gebruikt worden op het
lumen tussen de uitgangsplaats en de verwijderbare hub naar
goeddunken van de arts. Zet de katheter niet met hechtingen aan
de katheterslang vast. De hechtvleugelcilinder(s) dient (dienen) plat
tegen de huid van de patiënt te liggen.
-verlengsets. Nalaten dit te doen kan een luchtembolie
®
B
C
C
B
D
C
B
C
A
-verlengsets en open de
®
-143-
A
A
1