Inhaltsverzeichnis
Werbung
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G - - Houd altijd ruimte vrij bij de bumper. Onvoldoende ruimte bij de bumper kan leiden tot letsel bij de
patiënt of de bediener.
3. Bepaal de eerste locatie voor de vloerplaatbevestigingsbeugel (6390-101-108) (Afbeelding 4) (nabij het voeteneinde).
Deze locatie voorziet in de grootste ruimte voor de wielen.
•
Om de brancard dichter bij het hoofdeinde van de patiëntruimte van het voertuig te zetten, moet een andere
bevestigingslocatie op de vloerplaat geselecteerd worden.
•
Zorg ervoor dat de locatie niet verder van de eerste locatie ligt dan de waarde die in stap 2 berekend is. Laat
voldoende ruimte over voor de brancardbasis om over de bumper van het voertuig heen te gaan.
•
Keer de beugel (Afbeelding 5) om teneinde de bevestigingslocatie nog eens 2 inch (5 cm) naar het hoofdeinde te
bewegen.
•
Afbeelding 4 toont de locatie voor de grootste afstand tussen de wielen en de bumper. Afbeelding 5 toont de locatie
voor de kleinste afstand tussen de wielen en de bumper, een verplaatsing naar binnen van 8 inch (20,3 cm) vanaf de
eerste locatie. Selecteer de locatie die de juiste ruimte voor de wielen verschaft voor uw installatie. In Afbeelding 4
en Afbeelding 5 hieronder geeft (A) het hoofdeinde van de patiëntruimte van het voertuig weer en (B) het
voeteneinde.
B
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 4 4 – – M M e e e e s s t t e e r r u u i i m m t t e e v v o o o o r r d d e e w w i i e e l l e e n n
4. Installeer met een 5/32 inch inbussleutel een platkopschroef (0001-194-000) in de bevestigingsbeugelborging onder het
anker (6390-001-110) om de vloerplaatbevestigingsbeugel (6390-101-108) te bevestigen.
5. Herhaal stap 3 en 4 voor de drie andere locaties in de vloerplaatconstructie.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g - - De positie van deze drie vloerplaatbevestigingsbeugels moet overeenkomen met de locatie die werd
gekozen in stap 3.
6. Leid de anker-naar-voertuig-kabel (639000010135) door de onderkant van het anker en eruit door het venster aan de
zijkant van het anker (Afbeelding 6).
7. Plaats het anker boven de ankerbevestigingsgaten. Leid overblijvende draad terug door de rubberen dichtingsring voor
de kabeldoorvoer.
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G - - Dicht alle spleten in het exterieur van het voertuig altijd af om te voorkomen dat uitlaatgassen de
patiëntruimte van het voertuig binnendringen.
O O p p m m e e r r k k i i n n g g - - Breng siliconenkit aan op de rubberen dichtingsring voor de kabeldoorvoer om de kabeldoorvoer volledig
af te dichten.
8. Plaats de ankerconstructie (C) boven op de vloerplaatconstructie (D) (Afbeelding 6) en leg de overblijvende draad in de
ruimte in de vloerplaat. Lijn de vier gaten uit met de vloerplaatbevestigingsbeugels.
L L E E T T O O P P - - Zorg er altijd voor dat de draden in de ruimte in de vloerplaat liggen en niet bekneld worden door de
ankerconstructie wanneer u de ankerconstructie installeert.
NL
16
A
B
A A f f b b e e e e l l d d i i n n g g 5 5 – – D D e e b b e e u u g g e e l l o o m m k k e e r r e e n n
A
6390-809-005 Rev AA.0
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
