AANDRIJVINGSSYSTEEM
2. Schuif het beschermkapje van de laadbus op de accu opzij.
3. Steek de netkabel van het laadapparaat in de contactdoos.
4. Verbind de laadstekker met de laadbus
de accu.
5. Het opladen begint.
6. Het opladen stopt automatisch van zodra de accu volledig is
opgeladen.
BEDRIJFSTOESTAND
OPLADEN LOOPT
OPLADEN VOLTOOID
(* = oplader zonder LED: hierbij moet het laadniveau op de accu worden
afgelezen)
ACCU VERWIJDEREN*
SIDECLICK-ACCU | DOWNTUBE-ACCU | INSIDE-ACCU (ZIJDELINGS)
1. Schakel het aandrijvingssysteem uit (zie hoofdstuk Aandrij-
vingssysteem in-/uitschakelen).
2. Steek de sleutel in het accuslot.
3. Draai de sleutel in / tegen de richting van de wijzers van de
klok en trek de accu met de andere hand zijdelings uit.
INSIDE-ACCU
1. Schakel het aandrijvingssysteem uit (zie hoofdstuk Aandrij-
vingssysteem in-/uitschakelen)
2. Steek de sleutel in het accuslot en draai de sleutel om.
3. Duw de vergrendeling
(* = De accu is niet verwijderbaar op sommige modellen)
ACCU INSTALLEREN
SIDECLICK-ACCU | DOWNTUBE-ACCU | INSIDE-ACCU
1. Steek de accu in de accuopname tot het slot hoorbaar vastklikt.
NL
56
/
203
204
LAADAPPARAATINDICATIELAMPJE*
LED rood
LED groen
omhoog en trek de batterij eruit.
207
/
/
van
205
206
203
204
206
205
207