AANDRIJVINGSSYSTEEM
INFO-
ODO (Hodometer) / TRIP (Dagteller)
122
MOTOR POWER (Motorvermogen) / HUMAN POWER* (Prestaties van de bestuurder)
WEERGAVE
AVG (Gemiddelde trajectsnelheid) / MAX (Max. trajectsnelheid)
CADENCE (Omwentelingen/min) / CALORIES* (Energieverbruik )
TRIPTIME (Trajectrijtijd / BAT TEM (Bestuurdersvermogen)
RANGE
Bereik
123
(* = Alleen voor modellen met koppelsensor)
AANDRIJFSYSTEEM IN-/UITSCHAKELEN
1. Plaats de accu in de e-bike. (zie hoofdstuk Accu)
2. Druk op de knop op de accu om deze evt. uit sleep-modus te halen.
3. Houd de knop
112
AANDRIJFSYSTEEM BEDIENEN
Het aandrijfsysteem ondersteunt u tijdens het trappen met extra motorkracht tot een snelheid van 25
km/h. U kunt op elk moment vrij kiezen tussen de ondersteuningsniveaus
1. Selecteer voor of tijdens het rijden met de plus
veau.
Hoe hoger het geselecteerde ondersteuningsniveau, des te groter is ook de motorondersteuning. De
daarbij te bereiken snelheid is in hoge mate afhankelijk van verschillende factoren, zoals:
- het totale gewicht (incl. fietser en bagage),
- de bandenspanning,
- het hoogteverschil resp. de stijging,
- de bodemgesteldheid,
- de windomstandigheden.
Bij systemen met middenmotor is de maximaal ondersteunde snelheid ook afhankelijk van de inge-
stelde versnelling. Hoe hoger de versnelling, des te hoger is ook de door de middenmotor onder-
steunde snelheid.
Als u tijdens het rijden stopt de pedalen voort te bewegen, dan schakelt de motor met een kleine ver-
traging automatisch uit.
U kunt de e-bike bij uitgeschakeld aandrijfsysteem resp. met ondersteuningsniveau "0" als een nor-
male fiets gebruiken.
RIJGEDRAG MET MOTORONDERSTEUNING
Het rijgedrag van de e-bike bij het rijden met actieve motorondersteuning en als normale fiets is voor
een deel aanzienlijk verschillend.
Pas het ondersteuningsniveau van de motor daarom aan aan de externe omgeving (bv. verloop van
NL
36
van het bedieningspaneel
ca. 2-3 seconden ingedrukt.
113
of min knop
het gewenste snelheidsni-
111
110
:
121