Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

COOK Medical Evolution Gebrauchsanweisung Seite 32

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 44
3. Zorg ervoor dat de stent de strictuur na plaatsing overbrugt door de radiopake
markeringen op de binnenste katheter onder fluoroscopische controle buiten de
uiterste randen van de strictuur te positioneren.
4. Bevestig fluoroscopisch dat de stent zich in de gewenste positie bevindt en maak
ontplooiing van de stent mogelijk door de rode veiligheid van de handgreep te
verwijderen. (Afbeelding 1)
5. Vervolg het ontplooien van de stent door de trekker in te drukken. NB: Elke keer dat
de trekker wordt ingedrukt, wordt de stent over eenzelfde afstand ontplooid.
6. Als de stent tijdens het ontplooien moet worden gerepositioneerd dan is het mogelijk
de stent terug te nemen. NB: De stent kan echter niet meer worden teruggenomen
nadat het punt gepasseerd is waarna geen terugkeer mogelijk is; dit is het geval
wanneer de rode markering bovenop de introducer de indicator voor dit punt op de
handgreep gepasseerd is. (Afbeelding 2)
7. De stent wordt als volgt teruggenomen: duw de richtingsknop op de zijkant van het
plaatsingssysteem naar de tegenoverliggende kant. (Afbeelding 3)
NB: Houd de duim op de knop wanneer de trekker voor de eerste keer voor het
terugnemen wordt ingedrukt.
8. Druk de trekker zolang in als nodig is om de stent over de gewenste afstand terug te
nemen.
9. Het ontplooien wordt hervat door de knop weer naar de andere kant te duwen
en de duim tijdens het eerste indrukken van de trekker op de knop te houden.
(Afbeelding 4)
10. Wanneer de stent het punt waarna geen terugkeer mogelijk is gepasseerd is, trek dan
aan de veiligheidsdraad en verwijder deze geheel uit de plaatsingshandgreep bij de
voerdraadpoort om de stent geheel te kunnen ontplooien. (Afbeelding 5)
11. Vervolg het ontplooien van de stent door de trekker in te drukken.
12. Controleer na plaatsing ontplooiing of de stent geheel geëxpandeerd is. Nadat
volledige expansie bevestigd is, kunnen het introductiesysteem en de voerdraad veilig
worden verwijderd.
NB: U kunt de endoscoop inbrengen en opvoeren tot de bovenste rand van de stent om
de plaatsing en doorgankelijkheid van de stent endoscopisch te verifiëren.
WAARSCHUWING: Introduceer de endoscoop niet in de stent, anders kan de stent
verplaatst worden.
Techniek voor repositionering van de stent
De stent na plaatsing direct repositioneren: pak de groene lasso aan het proximale of het
distale uiteinde vast met een tang en repositioneer de stent tot in het gewenste gebied.
(Afbeelding 6)
Techniek voor verwijdering van de stent (alleen benigne indicaties)
1. Lokaliseer onder directe endoscopische visualisatie de groene lasso aan het proximale
en de groene lasso aan het distale uiteinde van de stent.
2. Oefen met een tang voorzichtig kracht uit op beide groene lasso's om het distale
en daarna het proximale uiteinde van de stent van de oesofaguswand los te maken.
(Afbeelding 7)
3. Pak na mobilisatie van de stent de groene lasso aan het proximale uiteinde van de
stent stevig vast om het proximale uiteinde van de stent te collaberen, en verwijder
de stent voorzichtig. (Afbeelding 8)
Na de procedure
• Observeer de patiënt op het ontstaan van endoscopie-, oesofagusdilatatie- of
stentplaatsingscomplicaties. Tijdens de eerste 24 uur dienen de vitale functies te worden
32

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis