nl
Correcte positionering van centerponspunt/boorgat
►
Om de centerpons/het boorgat correct te positioneren, steek het wer-
kende uiteinde van de boorgeleider 5 of het werkende uiteinde van de
zelf-centrerende corticale centerpons I volledig in het gat of de sleuf
van de Quintex® plaat 1.
►
Om de schroef correct te implanteren, plaats de centerpons/het boor-
gat in het midden van het gat of in het midden van de sleuf langs de
lange as van de Quintex® plaat 1, zie Afb. 14.
►
Open de corticale botlaag met de corticale centerpons I.
- of -
►
Boor met boor K tot de ingestelde boordiepte.
De diepteaanslag stopt de boor op de geleidingshuls 3.
Afb. 14
a
b
A
B
Afb. 15
Legenda
A Alle gaten van de hybride plaat
B Distale sleuven van de dynamische plaat
C Middelste sleuven van de dynamische plaat
a
Correct geplaatste Quintex® schroef
b
Verkeerd geplaatste Quintex® schroef
116
E / F / G / H
5
a
b
a
C
2.3.5
Schroefdraad snijden (optie)
Quintex® schroeven zijn zelf-borende schroeven. De schroefgaten kunnen
echter ook met de schroefdraadsnijder L worden geprepareerd.
Afb. 16
►
Gebruik de schroefdraadsnijder L met de boorgeleider.
►
Plaats de schroefdraadsnijder L in de boorgeleider en controleer de
boordiepte met een schuifmaat (bijv. 14 mm).
►
Voor het instellen van de benodigde snijdiepte met de in diepte verstel-
bare boorgeleider E en F (10 mm tot 28 mm) draai de geleidingshuls 3
van de boorgeleider in de richting "+" of "–".
Opmerking
De schroefdraad in de boorgeleider is een linkse schroefdraad.
Bij elke halve draai (= diepte-verstelling met 0,5 mm) hoort en voelt u de
geleidingshuls op zijn plaats klikken.
►
Plaats het werkende einde van de schroefdraadsnijder door de boorge-
leider in het geleidegat.
►
b
Draai de schroefdraadsnijder L er zover mogelijk langzaam en gelijkma-
tig met de klok in.
►
Om de schroefdraadsnijder te verwijderen, draai deze tegen de klok in
totdat hij uit het geleidegat komt.
2.3.6
Schroeven inbrengen
VOORZICHTIG
Beschadiging van de Quintex® plaat en/of Quintex® schroef bij het
inschroeven van de plaat door verkeerd gebruik van de schroeven-
draaier!
►
Plaats het werkende einde van de schroevendraaier volledig in de
zeskant (ontvankelijk onderdeel) van de schroef.
►
Blijf tijdens het indraaien van de schroef lichte axiale druk op de
schroef uitoefenen.
VOORZICHTIG
Beschadiging van de borgring of het vergrendelmechanisme van de
Quintex® schroef of het breken van het werkende einde van de schroe-
vendraaier als de schroevendraaier schuin of gekanteld wordt aange-
bracht!
►
Lijn de schroevendraaier altijd uit met de as van de schroef.
VOORZICHTIG
Beschadiging van de Quintex® schroef of onvoldoende vergrendeling
van de Quintex® schroef als hij niet correct in het gat of de sleuf van
de Quintex® plaat vastzit!
►
Zorg ervoor dat de Quintex® schroef correct in het gat of de sleuf
van de Quintex® plaat vastzit.
►
Quintex® schroef mag niet te diep worden ingeschroefd.
L
3