Nederlands – 2
Beschrijving van product en werking
Beoogd gebruik
De Bosch aandrijfeenheid van de systeemgeneratie the
smart system (het smart systeem) is uitsluitend bestemd
voor de aandrijving van uw eBike en mag niet voor andere
doeleinden gebruikt worden.
Naast de hier weergegeven functies kan het zijn dat op elk
moment softwarewijzigingen voor het verhelpen van fouten
en voor functiewijzigingen geïmplementeerd worden.
Afgebeelde componenten
Sommige weergaven in deze gebruiksaanwijzing kunnen, af-
hankelijk van de uitrusting van uw eBike, in geringe mate af-
wijken van de werkelijke omstandigheden.
De nummering van de afgebeelde componenten heeft be-
trekking op de weergaven op de pagina's met afbeeldingen
aan het begin van de gebruiksaanwijzing.
(1) Aandrijfeenheid
a)
(2) Snelheidssensor
(3) Spaakmagneet
b)
(4) CenterLock-magneet
(5) Velgmagneet (rim magnet)
a) afwijkende sensorvorm en montagepositie mogelijk
b) afwijkende montagepositie mogelijk
Technische gegevens
Aandrijfeenheid
Productnummer
Nominaal continu vermogen
Draaimoment bij aandrijving max.
Nominale spanning
Gebruikstemperatuur
Opslagtemperatuur
Beschermklasse
Gewicht, ca.
A) is niet compatibel met de velgmagneet
Bosch eBike Systems gebruikt FreeRTOS (zie www.freertos.org).
0 275 007 3D1 | (26.01.2024)
Fietsverlichting
Spanning ca.
Maximaal vermogen
A) afhankelijk van wettelijke regelingen niet in alle, per land ver-
schillende uitvoeringen via accu van eBike mogelijk
Verkeerd geplaatste lampen kunnen vernietigd worden!
Informatie over de geluidsemissie van de
aandrijfeenheid
Het A-gewogen emissiegeluidsniveau van de aandrijfeenheid
bedraagt bij normale werking < 70 dB(A). Wanneer de eBike
onbevoegd wordt verplaatst, produceert de aandrijfeenheid
in het kader van de <eBike Alarm> service een alarmsig-
naal. Dit alarmsignaal kan boven het emissiegeluidsniveau
van 70 dB(A) komen en ligt bij 80 dB(A) op een afstand van
2 m van de aandrijfeenheid. Het alarmsignaal staat pas na
activering van de <eBike Alarm> service ter beschikking en
kan via de app eBike Flow weer worden gedeactiveerd.
Montage
Snelheidssensor controleren (zie afbeelding A)
Speedsensor (slim)
De snelheidssensor (2) en de bijbehorende CenterLock-
magneet (4) of spaakmagneet (3) zijn in de fabriek zodanig
gemonteerd dat de magneet zich bij een omwenteling van
het wiel op een afstand van minimaal 2 mm en maximaal
15 mm langs de snelheidssensor beweegt.
Drive Unit
Bij constructieve veranderingen moet de correcte afstand
Performance Line
tussen magneet en sensor aangehouden worden (zie afbeel-
CX/Cargo/
ding A).
CX Race Edition/
Aanwijzing: Let er bij het monteren en demonteren van het
Speed
achterwiel op dat u de sensor of de sensorhouder niet be-
schadigt.
BDU3740
BDU3741
Let er bij het wisselen van wielen op dat de sensorkabel zon-
A)
BDU3742
der trekkracht en zonder knikken wordt gelegd.
A)
BDU3743
De CenterLock-magneet (4) kan maar maximaal 5 keer weg-
BDU3760
genomen en weer aangebracht worden.
BDU3761
Velgmagneet
BDU3780
Aanwijzing: De oriëntatie van de velgmagneet ten opzichte
BDU3781
van de velg mag niet worden veranderd (zie afbeelding A).
W
250
Bij een geïnstalleerde velgmagneet is voor de detectie van
Nm
85
een wielomwenteling geen sensor nodig. De aandrijfeenheid
V
36
herkent zelf wanneer de magneet in de buurt is en berekent
uit de frequentie van het opduiken van het magneetveld de
°C
–5 ... +40
snelheid en alle andere noodzakelijke gegevens.
°C
+10 ... +40
Omdat de aandrijfeenheid gevoelig is voor magnetische vel-
IP55
den, moet u andere magnetische velden (bijv. magnetische
kg
3
klikpedalen, magnetische trapfrequentiemeters, magnetisch
of gemagnetiseerd gereedschap enz.) in de buurt van de
aandrijfeenheid vermijden om de aandrijfeenheid niet te sto-
ren.
A)
V
W
Bosch eBike Systems
12
18