dalen te trappen. Daardoor wordt het schakelen vergemak-
kelijkt en de slijtage van de aandrijflijn beperkt.
Door de keuze van de juiste versnelling kunt u bij gelijke
krachtsinspanning de snelheid en het bereik vergroten.
Fietsverlichting in-/uitschakelen (alleen Mini
Remote/Mini Remote Dropbar)
Controleer telkens voordat u gaat fietsen of uw fietsverlich-
ting correct werkt.
Voor het in-/uitschakelen van de fietsverlichting drukt u lan-
ger dan 1 s op de toets fietsverlichting (4).
Loopondersteuning in-/uitschakelen
De loopondersteuning kan het duwen van de eBike gemakke-
lijker maken. De snelheid van de loopondersteuning be-
draagt maximaal 4 km/h. De voorinstelling door de fabrikant
kan lager zijn en indien nodig door de rijwielhandelaar aan-
gepast worden.
De functie duwhulp mag uitsluitend bij het duwen van
u
de eBike gebruikt worden. Hebben de wielen van de
eBike bij het gebruik van de duwhulp geen contact met de
bodem, dan bestaat verwondingsgevaar.
Als de gekozen versnelling te hoog is, dan kan de aan-
u
drijfeenheid noch de eBike bewegen noch de wegrol-
blokkering activeren.
Voor het starten van de loopondersteuning drukt u langer
dan 1 s op de toets loopondersteuning (6) en houdt u de
toets ingedrukt. De oplaadaanduiding van de eBike-accu
(13) gaat uit en een wit looplicht in rijrichting laat zien dat de
functie gereed is voor gebruik.
Voor het activeren van de loopondersteuning moet binnen
de volgende 10 s een van de volgende acties plaatsvinden:
– Duw de eBike vooruit.
– Duw de eBike achteruit.
– Voer met de eBike een zijwaartse pendelbeweging uit.
Na de activering begint de aandrijving te duwen en de kleur
van de doorlopende witte balken wisselt naar ijsblauw.
Wanneer u de toets loopondersteuning (6) loslaat, wordt de
loopondersteuning gestopt. Binnen 10 s kunt u door op de
toets loopondersteuning (6) te drukken de loopondersteu-
ning opnieuw activeren.
Wanneer u de loopondersteuning binnen 10 s niet opnieuw
activeert, schakelt de loopondersteuning automatisch uit.
De loopondersteuning wordt altijd beëindigd, wanneer
– het achterwiel blokkeert,
– er niet over drempels gereden kan worden,
– een lichaamsdeel de fietscrank blokkeert,
– een obstakel de crank verder draait,
– u op de pedalen trapt,
– op de toets ondersteuningsniveau verhogen +/fietsver-
lichting (4) of op de aan/uit-toets (12) gedrukt wordt.
De loopondersteuning beschikt over een wegrolblokkering,
d.w.z. ook nadat de loopondersteuning is gebruikt, wordt
door de aandrijving gedurende enkele seconden achteruit
rollen actief geremd en u kunt de eBike niet of maar met
moeite achteruit duwen.
Bosch eBike Systems
De wegrolblokkering wordt door op de toets ondersteu-
ningsniveau verhogen +/fietsverlichting (4) te drukken di-
rect gedeactiveerd.
De werkwijze van de duwhulp valt onder specifieke nationale
voorschriften en kan daarom afwijken van de bovengenoem-
de beschrijving of gedeactiveerd zijn.
ABS – antiblokkeersysteem (optie)
Als de eBike met een Bosch eBike-ABS van de systeemgene-
ratie the smart system (het smart systeem) uitgerust is,
licht de ABS-led (11) bij het starten van de eBike op.
Na het wegfietsen controleert het ABS intern zijn functionali-
teit en de ABS-led (11) gaat uit.
Bij een fout licht de ABS-led (11) samen met de oranje knip-
perende rijmodus-led (10) op. Met de keuzetoets (5) op de
bedieningseenheid Mini Remote/Mini Remote Dropbar (1)
of met de Modus-toets (14) op de bedieningseenheid Sys-
tem Controller (2) kunt u de fout bevestigen. De knipperen-
de rijmodus-led (10) gaat uit. Zolang de ABS-led (11)
brandt, is het ABS niet in werking.
Details over ABS en de werkwijze vindt u in de ABS-gebruiks-
aanwijzing.
Smartphone-verbinding met de System
Controller tot stand brengen
Om de onderstaande eBike-functies te kunnen gebruiken, is
een smartphone met de app eBike Flow nodig.
De verbinding met de app geschiedt via een Bluetooth®-ver-
binding.
Schakel de eBike in en wacht de startanimatie af. Fiets niet.
Start de Bluetooth®-pairing door lang (> 3 s) op de aan/uit-
toets (12) te drukken. Laat de aan/uit-toets (12) los zodra
de bovenste balk van de oplaadaanduiding van eBike-ac-
cu (13) het pairingproces door blauw knipperen aangeeft.
Bevestig in de app het verbindingsverzoek.
Activiteitstracking
Om activiteiten te registreren, is een registratie of aanmel-
ding in de app eBike Flow nodig.
Voor de registratie van activiteiten moet u het opslaan van
locatiegegevens in de app accepteren. Alleen dan kunnen uw
activiteiten in de app geregistreerd worden. Voor een regi-
stratie van de locatiegegevens moet u als gebruiker aange-
meld zijn.
eBike Lock
<eBike Lock> kan voor elke eBike via de app eBike Flow
onder <Instellingen> → <Mijn eBike> → <Lock & Alarm>
ingesteld worden. Daarbij wordt een Key (code) voor het
ontgrendelen van de eBike op de smartphone en/of de
boordcomputer Kiox 300/Kiox 500 opgeslagen.
<eBike Lock> is in de volgende gevallen automatisch actief:
– bij het uitschakelen van de eBike via de bedieningseen-
heid
– bij de automatische uitschakeling van de eBike
Wanneer de eBike ingeschakeld wordt en de smartphone via
Bluetooth® met de eBike is verbonden of de tevoren gedefi-
Nederlands – 5
0 275 007 3RC | (20.02.2024)