Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Medtronic MYOtherm XP Gebrauchsanweisung Seite 53

Kardioplegie-infusionssystem
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für MYOtherm XP:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 27
3. De warmtewisselaar vullen:
3a. Controleer of de driewegkraan op de drukbewakingslijn dicht staat.
OPMERKING: Het extracorporale circuit moet tijdens het vullen van het cardioplegiesysteem actief
worden gerecirculeerd.
3b. Open de klem van de bloedlijn, laat de pomp langzaam draaien en open de klem van de
cardioplegielijn. Vul het systeem tot een maximale flow van 100 ml/min.
OPMERKING: Zorg ervoor dat alle luchtbellen uit beide lijnen proximaal van de warmtewisselaar
verwijderd zijn voordat er vloeistof door de warmtewisselaar loopt.
3c. Zorg ervoor dat de drukbewakingslijn en de drukontlastingslijn van het systeem stevig aangesloten
zijn.
3d. Stop de pomp wanneer de warmtewisselaar op de juiste wijze gevuld is. Tik voorzichtig tegen de
warmtewisselaar om resterende luchtbellen los te maken en laat die naar de uitlaatkamer stromen
om ze te verwijderen.
GEBRUIK GEEN klemmen of andere hulpmiddelen om luchtbellen in het apparaat los te tikken om
beschadiging van de afdichtingen en de behuizing te voorkomen.
3e. Zet de cardioplegiepomp met een langzame (<100 ml) flow aan en klem de uitlaatlijn een ogenblik
dicht om de drukontlastingsklep te activeren tot alle zichtbare lucht via de drukontlastingslijn
uitgedreven is, en stop daarna de pomp. Open de driewegkraan om eventuele resterende lucht in de
warmtewisselaar te verwijderen.
OPMERKING: Deze stap geldt niet voor MYOtherm XP
3f. Sluit de drukmeter stevig aan op de drukmeterbeschermer.
OPMERKING: Deze stap geldt niet voor MYOtherm XP
rapporteert automatisch de druk in het systeem.
3g. Open nadat het systeem gevuld is en gecontroleerd is dat alle lucht uit het systeem verwijderd is, de
drukbewakingslijn naar de manometer door de driewegkraan in de juiste stand te zetten. Controleer
of de bewakingslijn tot aan de driewegkraan gevuld is met vloeistof.
Als deze bewakingslijn niet wordt gebruikt, draai de driewegkraan op de drukbewakingslijn dan dicht.
4. Verwijder de tubingklem van de uitstroomlijn van het systeem.
LET OP: Als de klem NIET van de uitlaatlijn wordt gehaald, kan er een druk >750 mmHg worden
opgebouwd waardoor de drukontlastingsklep wordt geactiveerd.
5. Vul de verleng-/toedieningslijn door de pompkop van het systeem langzaam naar voren te bewegen.
Controleer of de toedieningslijn stevig aangesloten is op de uitstroomlijn van de MYOtherm XP
geen luchtbellen in deze aansluiting zitten.
WAARSCHUWINGEN:
A. Dit systeem moet vóór toediening van cardioplegieoplossing aan de patiënt vrij zijn van
luchtbellen.
B. De warmtewisselaar moet te allen tijde onder een schuine hoek van 10° staan, zoals die door de
standaardpositie van de MYOtherm XP
in de toedieningslijn komt.
C. De verschillende onderdelen en aansluitingen van het systeem dienen tijdens het vullen en het
gebruik van het systeem op lekken te worden gecontroleerd. Lekkage van een aansluiting of
onderdeel kan tot luchtembolieën en/of verlies van oplossing leiden.
6. Controleer nadat het gehele systeem gevuld is en voordat het systeem in werking wordt gesteld of de
pomp afdoende geoccludeerd is en alle klemmen verwijderd zijn.
Werkwijze van het systeem
1. Er moet 1 à 2 minuten vóór toediening van koud bloed/koude cardioplegieoplossing aan de patiënt worden
gestart met recirculeren van koud water (2-4 °C) door de warmtewisselaar.
WAARSCHUWING: Als er koude agglutininen in het bloed van de patiënt gevonden zijn dan moet het
bloed op een temperatuur worden gehouden die hoger is dan de temperatuur waarbij agglutinatie
plaatsvond.
WAARSCHUWING: Bij gebruik met een membraanoxygenator moet de arteriële pomp voor een flow door
de oxygenator zorgen die groter is dan de flow door het cardioplegiecircuit. Dit helpt voorkomen dat er
lucht in het perfusiecircuit komt.
2. Start toediening van bloed/cardioplegieoplossing aan de patiënt door alle klemmen van de toedieningslijn
te verwijderen, de systeempomp te starten en deze op de gewenste infusiesnelheid in te stellen.
3. Stop de systeempomp om de infusie van oplossing te staken nadat het gewenste volume toegediend is.
OPMERKING: Na beëindiging van iedere toediening van cardioplegieoplossing moet er altijd een klem
distaal van de uitlaatkamer op de toedieningslijn worden geplaatst.
4. Wanneer de systeempomp uitgezet is, moet het recirculeren van koud water door de warmtewisselaar
worden gestaakt om te sterke afkoeling van de achtergebleven inhoud van de warmtewisselaar te
voorkomen.
®
CSS-modellen.
®
CSS-modellen. De CSS meet en
®
-houder wordt geboden, om te voorkomen dat er lucht
®
en dat er
Gebruiksaanwijzing
51

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis