Medtronic MYOtherm XP Gebrauchsanweisung Seite 49

Als er een driewegkraan aangebracht is tussen het patiëntuiteinde van de toedieningslijn en de
■
cardioplegiecanule moet gecontroleerd worden of de kraan in de juiste stand staat. Als de driewegkraan
tijdens toediening van cardioplegieoplossing dicht staat dan kan er terugwaartse druk worden opgebouwd
met als gevolg dat de behuizing van de warmtewisselaar barst of tubingaansluitingen losschieten. De
driewegkraan moet worden getest om er zeker van te zijn dat de weerstand die bij gebruik met een
specifieke canule en de gewenste flow ontstaat acceptabel is. De drukbewaking van het systeem moet
tijdens het gebruik van het systeem behouden worden om het functioneren van het systeem en de
drukdaling door de voor de procedure gebruikte canule te bepalen.
Mogelijke bijwerkingen zijn onder meer infectie, mechanische storingen, hemolyse, luchtembolieën,
■
bloedverlies, circulatieproblemen en trombo-embolische verschijnselen. Deze bijwerkingen kunnen bij elk
extracorporaal bypass-systeem optreden.
Let op: Dit product mag alleen verkocht worden door, of in opdracht van, een arts (wetgeving V.S.).
■
OPMERKING: Aanvullende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen voor specifieke procedures zijn te
vinden op de desbetreffende plaats in deze gebruiksaanwijzing.
Voorzorgsmaatregelen
Controleer op het verpakkingslabel welke opslagtemperatuur vereist is.
■
Maak bij alle procedures gebruik van een aseptische techniek.
■
Er moet een strikt protocol voor antistollingsbehandeling worden gevolgd en deze behandeling moet
■
tijdens alle procedures routinematig worden bewaakt. De voordelen van extracorporale ondersteuning
moeten opwegen tegen het risico van een systemische antistollingsbehandeling. Dit moet worden
vastgesteld door de arts die het systeem voorschrijft.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen bij de CSS™
®
MYOtherm XP -CSS-modellen mogen uitsluitend worden gebruikt in combinatie met de CSS Model 990
■
®
van Medtronic . Er zijn bij Medtronic geen gegevens bekend die aantonen dat apparaten of onderdelen
van andere fabrikanten veilig en correct kunnen worden gebruikt met het systeem van Medtronic.
®
MYOtherm XP -CSS-modellen mogen alleen in noodsituaties in een standaard rollerpomp worden
■
geplaatst. Zie de bedienings- en referentiehandleiding bij de CSS voor meer informatie over
noodprocedures.
Zorg dat de CSS-tubing correct in de rollerkoppen geïnstalleerd is (zie de bedienings- en
■
referentiehandleiding bij de CSS voor instructies). Mogelijke gevolgen van een onjuiste installatie:
terugstroming van cardioplegieoplossing naar de oxygenator, onnauwkeurige mengverhoudingen van
bloed en bloedloze cardioplegieoplossing, onnauwkeurige flow- en drukwaarden, verhoogde hemolyse en
afsplintering van tubingmateriaal.
Bij gebruik van de CSS-patiëntlijn met dubbel lumen, moet de meegeleverde drukmeterbeschermer (met
■
vloeistofbarrière) op de externe-druklijn worden bevestigd om te voorkomen dat er vloeistof in de
CSS-druktransducer kan komen. Als de drukmeterbeschermer niet wordt gebruikt, kan dit leiden tot
onnauwkeurige drukwaarden.
Bij gebruik van de CSS-patiëntlijn met dubbel lumen, de luerlock niet te strak aandraaien. Hierdoor kan
■
de luerlock breken en onnauwkeurige drukwaarden geven.
Installatie en opstelling van de MYOtherm XP
WAARSCHUWING: De installatie en het gebruik van het MYOtherm XP
systeem zijn de verantwoordelijkheid van de behandelend arts.
Installatie (Afbeelding 2)
1. Haal de onderdelen van het MYOtherm XP
verpakking en zorg ervoor dat het vloeistoftraject steriel blijft.
WAARSCHUWING: Tijdens alle installatie- en gebruiksfases van het systeem moeten aseptische
technieken worden toegepast.
WAARSCHUWING: Controleer de verpakking en het MYOtherm XP
op beschadigingen voordat u de onderdelen uitpakt. Als de verpakking of het product beschadigd is, mag
u het product niet gebruiken. De steriliteit en/of de werking van het product kan dan tekortschieten.
2. Bevestig de MYOtherm XP
houder goed vast zit en dat de mast het gewicht van het systeem veilig kan dragen. Richt de
montagebeugel zodanig dat de uitlaatkamer tijdens het gebruik van het systeem geheel in zicht is.
WAARSCHUWING: Als de houder op iets anders dan een verticale mast bevestigd is, moet er voor
worden gezorgd dat de MYOtherm XP
luchtverwerking optimaal functioneert en luchtembolieën worden voorkomen.
3. Schuif de warmtewisselaar in de draagarmen voor de warmtewisselaar. De warmtewisselaar klikt op zijn
plaats vast wanneer hij op de juiste wijze in de draagarmen wordt geplaatst.
4. Sluit de Hansen 3-ST-serie connectors van de waterbron stevig aan de overeenkomstig gemerkte in- en
uitlaatpoorten van de warmtewisselaar.
®
-cardioplegietoedieningssysteem voorzichtig uit de
®
-houder stevig op een geschikte mast dichtbij de pompkop. Controleer of de
®
onder de juiste hoek (10°) staat om ervoor te zorgen dat de
®
®
-cardioplegietoedienings-
®
-cardioplegietoedieningssysteem
Gebruiksaanwijzing 47