MedComp Dignity Titanium Gebrauchsanleitung Seite 78

8. Draag de patiënt op om onmiddellijk eventuele pijn of verandering in gevoel te melden
tijdens de injectie.
9. Injecteer verwarmd contrastmiddel en pas op dat de flowsnelheidsgrenzen niet
worden overschreden.
Waarschuwing: Indien plaatselijke pijn, zwelling of tekenen van extravasatie worden
opgemerkt, moet de injectie onmiddellijk worden gestopt.
Waarschuwing: Als de maximale flowsnelheid wordt overschreden, kan dit falen van
het poortsysteem en/of verplaatsen van de kathetertip tot gevolg hebben.
10. Koppel het mechanische injectieapparaat los.
11. Spoel de poort met 10 ml steriele normale zoutoplossing.
12. Voer de heparineslotprocedure uit. Denk eraan dat sommige patiënten hypergevoelig
kunnen zijn voor heparine of lijden aan door heparine geïnduceerde trombocytopenie
(HIT). Bij deze patiënten mag de poort niet gevuld worden met gehepariniseerde
zoutoplossing.
13. Spoel na voltooiing van de therapie de poort volgens het protocol van de instelling.
Sluit de klem terwijl u de laatste 0,5 ml spoeloplossing injecteert.
Waarschuwing: Zorg ervoor dat u een drukgrensinstelling van 300 psi of de hieronder
getoonde maximale flowsnelheidsinstelling niet overschrijdt op de mechanische
injectiemachine indien mechanisch geïnjecteerd wordt via de mechanisch injecteerbare
implanteerbare infusiepoort.
Het testen van het
injectiecyclussen met een CT-rated Huber naaldset en een contrastoplossing van 11,8
Centipoise (cp) viscositeit.
Poort-/katheterconfiguratie
CT-poorten met
miniprofiel
CT-poorten met
laag profiel
Middelgrote
CT-poorten
Ga-maat niet-borende naald
Maximum stroomsnelheid
Noot: CT-injectordruk dient te worden ingesteld op maximaal 300 psi.
Flowsnelheden minder dan 5 ml/s en/of contrastmiddel met lagere viscositeit
wekken lagere drukken op in de poort en de katheter.
Geeft de stroomcapaciteit van het poortkathetergeheel weer voor mechanische
a
injectie van contrastmedia.
Interne poortdruk tijdens de maximum aangegeven CT-stroomsnelheid met
b
contrastmedia met een viscositeit van 11,8 Centipoise (cp).
Gemiddelde statische barstdruk en bereik is de barstdruk van het poort-
c
kathetergeheel.
Door septum
Poortbasis
REFERENTIES
1. Jacobs, D.M. et. al., "Anatomical and Morphological Evaluation of Pacemaker
Lead Compression. PACE. 1993 Mar; 16(1):434-444.
2. Magney, J.E. et. al., "Magney, J.E. et. al., "Anatomical Mechanisms Explaining
Damage to Pacemaker Leads, Defibrillator Leads, and Failure of Central
Venous Catheters Adjacent to the Sternoclavicular Joint". PACE. 1993 Mar;
16(1):445-457.
3. Hinke, D.H.; Zandt-Stastny, D.A.; Goodman, L.R.; et. al. "Pinch-off'-syndrome:
A complication of implantable subclavian venous access devices". Radiology
177: 353-356, 1990.
4. Ingle, Rebecca; Nace, Corinne. "Venous Access Devices: Catheter Pinch-off and
Fracture." 1993, Bard Access Systems, Inc.
5. Camp-Sorrell, Dawn. "Access Device Guidelines.: 2nd Ed. Oncology Nursing
Society, 2004.
CT Implanteerbaar poortsysteem omvatte tenminste 40
Medcomp
®
poortreservoir
5F
6,6F
8F
5F
6,6F
8F
5F
6,6F
8F
9,6F
Aangegeven CT-flowsnelheden
a
Mini
5,5118 mm
10,795 mm
Gemiddelde Gemiddelde
druk in het
b
117 psi
62 psi
62 psi
115 psi
61 psi
59 psi
109 psi
64 psi
66 psi
42 psi
19 Ga.
5 ml/s
Penetratiediepte van naald
Laag profiel
5,5118 mm
10,795 mm
-76-
Bereik van
statische de statische
barstdruk barstdruk
c
226 psi 209-237 psi
270 psi 263-279 psi
282 psi 278-288 psi
227 psi 221-234 psi
268 psi 254-290 psi
278 psi 245-301 psi
224,9 psi 196-263 psi
212 psi 200-236 psi
206 psi 197-219 psi
152 psi 133-244 psi
20 Ga.
5 ml/s
Middelgroot
6,096 mm
10,9728 mm
c
22 Ga.
2 ml/s