•
Breng dan het vulvolumen voor een bepaalde poortconfiguratie in als volgt:
MODEL
Titanium Mini Profile CT Port
Titanium Low Profile CT Port
Titanium Mid-Sized CT Port
Rekenvoor-
Katheter-
beeld:
lengte (cm)
•
Voor toekomstige referentie is het nuttig om deze informatie op de staat en/of de
identificatiekaart van de patiënt te noteren.
Aanbevolen spoelvolumes:
Benodigdheden
•
Niet-borende naald
•
10 ml spuit gevuld met steriele zoutoplossing
•
10 ml spuit gevuld met 5 ml gehepariniseerde zoutoplossing (100 eenheden/ml).
Noot: Van andere concentraties van heparineoplossing (10 tot 1000 eenheden/ml) is
gebleken dat deze effectief zijn. Vaststelling van de juiste concentratie en het juiste volume
dient gebaseerd te zijn op de medische toestand van de patiënt, laboratoriumonderzoeken
en eerdere ervaring.
Procedure:
1.
Leg de procedure uit aan de patiënt en bereid de injectieplaats voor.
2.
Bevestig een 10 ml spuit gevuld met steriele normale zoutoplossing aan de naald.
3.
Zoek de poort op aseptische wijze op en verkrijg toegang.
4.
Spoel het systeem en herhaal met 5 ml 100 eenheden/ml gehepariniseerde
zoutoplossing.
5.
Spoel na voltooiing van de therapie de poort volgens het protocol van de instelling.
Er mag geen alcohol worden gebruikt om polyurethaan katheters te weken of te
ontklonteren omdat het bekend is dat alcohol de polyurethaan katheters na verloop
van tijd met herhaalde en langdurige blootstelling doet achteruitgaan.
PROCEDURE VOOR MECHANISCHE INJECTIE:
Volg voordat u doorgaat het protocol van de instelling om de juiste plaats van de
kathetertip te verifiëren via radiografische beeldvorming vóór de mechanische
injectie.
1.
Verkrijg toegang tot de poort met een geschikte niet-borende naald. Zorg ervoor dat
de punt van de naald volledig in de poort is gestoken.
Waarschuwing: De mechanisch injecteerbare, implanteerbare infusiepoort is
alleen mechanisch injecteerbaar wanneer toegang wordt verkregen met een
mechanisch injecteerbare naald.
2.
Bevestig een spuit gevuld met steriele normale zoutoplossing.
3.
Draag de patiënt op de houding aan te nemen die hij of zij zal aannemen tijdens
de mechanische injectieprocedure alvorens u de doorlaatbaarheid controleert.
Zo mogelijk dient de patiënt de mechanische injectie te krijgen met zijn of haar
arm verticaal boven de schouder met de palm van de hand op de voorkant van de
stelling tijdens de injectie. Hierdoor is ononderbroken doorgang van geïnjecteerd
contrastmiddel door de axillaire en subclaviale aders bij de thoracale uitlaat mogelijk
4.
Aspireer voor voldoende bloedterugstroom en spoel de poort krachtig met ten minste
10 ml steriele normale zoutoplossing.
Waarschuwing: Als u nalaat de doorlaatbaarheid van de katheter te verzekeren vóór
de onderzoeken met mechanische injectie, kan dit falen van het poortsysteem tot
gevolg hebben.
5.
Maak de spuit los.
6.
Laat contrastmiddel opwarmen tot lichaamstemperatuur.
7.
Bevestig het mechanische injectieapparaat aan de naald en zorg ervoor dat de
aansluiting stevig is. Controleer de aangegeven flowsnelheid en bevestig
CT-instellingen.
Ga-maat niet-borende naald
Maximale flowsnelheidinstelling
VULVOLUMES VOOR DE POORTEN
Katheter
X
Volume per cm
PROCEDURES
Wanneer de poort niet in gebruik is
Na elke infusie met
medicatie of TPN
Na bloedafname
Na mechanische injectie van
contrastmiddel
VOLUME (mL)
0,43 mL
0,43 mL
0,47 mL
Poortvolume
+
SPOELVOLUMES
VOLUME (100 eenheden/ml)
5 ml gehepariniseerde zoutoplossing
om de 4 weken
10 ml steriele normale zoutoplossing,
daarna 5 ml gehepariniseerde
zoutoplossing
20 ml steriele normale zoutoplossing,
daarna 5 ml gehepariniseerde
zoutoplossing
10 ml steriele normale zoutoplossing,
daarna 5 ml gehepariniseerde
zoutoplossing
19 Ga.
5 ml/s
-75-
Totaal sy-
steemvolume
(mL)
=
20 Ga.
5 ml/s
(mL)
22 Ga.
2 ml/s