Bevestigbare katheters
•
Maak als volgt een subcutane tunnel van de veneuze kant naar de plaats van de
poortpocket met behulp van het tunnelinstrument of een lange forceps:
a. Maak een kleine incisie bij de veneuze ingangsplaats.
b. Breng de tip van het tunnelinstrument in de kleine incisie.
c. Vorm een tunnel door de tip van het tunnelinstrument van de veneuze
ingangsplaats naar de plaats van de poortpocket. Opgelet: Vermijd onbedoelde
punctie van de huid of fascia met de tip van het tunnelinstrument.
d. Verwijder het katheterslot van de katheter. Opgelet: Gebruik nooit een
katheterslot dat gebarsten of op een andere wijze beschadigd is.
e. Bevestig het uiteinde van de katheter op de weerhaak van het tunnelinstrument
met een draaibeweging. Noot: De getande schroefdraad moet in de mate van het
mogelijke volledig worden bedekt door de katheter wanneer deze door de tunnel
wordt getrokken. Er kan hechtdraad worden gebonden rond de katheter tussen
het lichaam van het tunnelinstrument en de grote weerhaak om deze beter vast te
houden.
f. Trek het tunnelinstrument door naar de plaats van de poortpocket terwijl u
voorzichtig de katheter vasthoudt. Noot: De katheter mag niet geforceerd worden.
g. Plaats het katheterslot terug op de katheter en zorg ervoor dat de radiopake
ring proximaal wijst (naar het uiteinde van de katheter dat aan de poort wordt
bevestigd).
h. Snijd de katheter af op de juiste lengte in een hoek van 90˚ en zorg voor voldoende
speling voor lichaamsbeweging en poortaansluiting. Controleer de katheter op
eventuele schade. Als er schade wordt opgemerkt, snijdt u het beschadigde deel af
voordat u de katheter op de poort aansluit.
DE KATHETER OP DE POORT AANSLUITEN
1.
Spoel alle lucht uit het lichaam van de poort met behulp van een 10 ml spuit
met een niet-borende naald gevuld met gehepariniseerde zoutoplossing (100 USP
eenheden/ml). Steek de naald door het septum en injecteer de vloeistof terwijl
de steel omhoog wijst. Denk eraan dat sommige patiënten hypergevoelig kunnen
zijn voor heparine en bij deze patiënten mag de poort niet gespoeld worden met
gehepariniseerde zoutoplossing.
2.
Reinig alle systeemcomponenten met een irrigatie-oplossing.
3.
Sluit de katheter op de poort aan:
Opgelet: Alvorens het katheterslot op te voeren, dient u er zeker van te zijn dat de
katheter goed is geplaatst. Een katheter die niet naar de juiste regio is opgevoerd,
zit wellicht niet stevig en kan leiden tot losraken en exstravasatie. De katheter moet
recht zijn zonder teken van knikken. Licht trekken aan de katheter is voldoende
om deze recht te maken. Het katheterslot opvoeren over een geknikte katheter kan
schade toebrengen aan de katheter. Houd de katheter of het katheterslot niet vast
met een instrument dat mogelijk schade kan toebrengen aan een van beide stukken
(bijv. hemostasekleppen).
a. Breng de steel van de poort in lijn met de katheter.
Noot: Als de katheter en het slot worden verbonden en daarna losgekoppeld,
moet het katheteruiteinde opnieuw worden afgesneden om te zorgen voor een
veilige heraansluiting.
b. Breng de katheter verder over de steel van de poort tot halfweg tussen de ribben
voor de 9.6F Siliconen-versies: 6.6F/5F Triniflex
steel tot juist voorbij de tweede rib en alle 8F Triniflex
steel tot juist aan de tweede rib. Noot: De katheter te ver langs de steel van de
poort opvoeren zou kunnen leiden tot 'mushrooming' van de slang wanneer het
katheterslot wordt opgevoerd. Mocht dit gebeuren dan is het aan te raden om te
stoppen met het opvoeren van het katheterslot, de katheter langs de steel bij de
poort vandaan te trekken en de aansluiting opnieuw in elkaar te zetten.
c. Voer het katheterslot recht op totdat het gelijk is met de poort. Het katheterslot
dient voldoende te zijn om de katheter vast te zetten aan de poort. Medcomp
beveelt niet aan om rondom de katheter te hechten, daar dit de katheter zou
kunnen indrukken,
9.6F siliconenversie met titanium steel
STEEL
knikken of beschadigen.
RIBBEN
KATHETER-
SLOT
KATHETER
-73-
-katheters met titanium
®
-katheters met titanium
®
RIBBEN
RADIOPAKE
RING
®