Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Carrosserie Plaatsen En Bevestigen; Voertuig Besturen - Reely Deathwatcher XL Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Bevindt zich de gashendel (of de trimregelaar van de aandrijffunctie) bij het inschakelen van de snelheids-
regelaar niet in de neutraalstand is, dan brandt de LED op de snelheidsregelaar snel in rood. De aan-
drijving kan dan om veiligheidsredenen niet worden geactiveerd. Laat de gashendel op de zender los en
controleer ook de instelling van de trimregelaar van de aandrijffunctie op de zender. Als de trimafstelling
niet voldoende is, is op de snelheidsregelaar programmering van de neutraalstand nodig, zie hoofdstuk
15.1.
Controleer nu de rij- en stuurfuncties van het voertuig.
Informatie over het programmeren van de snelheidsregelaar kunt u lezen in hoofdstuk 15.
Belangrijk!
Bij gebruik van LiPo-aandrijfaccu's dient u de basisinstelling van de snelheidsregelaar te controleren om
te controleren of de onderspanningsbeveiliging geactiveerd is (wij adviseren 3,2 V/cel). Als de onderspan-
ningsdetectie uitgeschakeld is kan een diepontlading van de LiPo-accu optreden, waardoor deze wordt
vernield.
Schakel bij gebruik van NiMH-aandrijfaccu's de onderspanningsdetectie uit; of stel deze in op een lagere
waarde dan voor LiPo-accu's, zie hoofdstuk 15.2).
In neutraal brandt geen van de LED's op de snelheidsregelaar. Bij vooruit- en achteruit/remmen brandt de rode LED
(niet bij gebruik van de schijfrem). Bij het vooruitrijden en volgas brandt tevens een groene LED.
Als de snelheidsregeling moet worden uitgeschakeld, dan drukt u ongeveer 1 seconde op de aan-/uitschakelaar (A)
(zie afb. 4). De rode LED in de knop gaat uit.

14.6 Carrosserie plaatsen en bevestigen

Verbind de twee stekkers van de LED's in de behuizing via de overeenkomstige stekkerverbindingen, let erop dat de
juiste toewijzing van de stekkers.
Plaats nu de carrosserie terug op de houders en zet deze vast met de in het begin verwijderde borgclips.

14.7 Voertuig besturen

Plaats het voertuig nu op de grond. Steek uw vingers niet in de aandrijving en houd het voertuig niet vast aan

de wielen.
Bedien de stuurhendel voor de aandrijffunctie op de zender heel voorzichtig en rij in het begin niet te

snel, totdat u vertrouwd bent met hoe het voertuig reageert op de bediening. Maak geen snelle en schokkende
bewegingen met de bedieningselementen van de zender.
Als het voertuig de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trimregelaar voor de besturing op

de zender overeenkomstig instellen.
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden dient de gashendel op de zender zich kort (ong. 1 seconde) in

de neutrale stand te bevinden (neutrale stand = hendel loslaten, niet bewegen). Als de gashendel direct zonder
onderbreking van het vooruit naar achteruit wordt gewisseld vindt er een remfunctie van de aandrijving plaats
(voertuig rijdt niet achteruit).
De toets "AUX1" op de zender (zie afb. 1, punt 6 of hoofdstuk 11.13) activeert de schijfrem van het voertuig (tij-

dens het indrukken van de toets). Naast de normale motorrem biedt dit een andere krachtige rem om het voertuig
af te remmen.
Opgelet!
Over het algemeen zijn korte rem-acties met de schijfrem voldoende. Als de remmen te lang worden ge-
bruikt, kan het voertuig gaan slippen en oncontroleerbaar worden. Bovendien zullen de banden blokkeren,
wat het loopvlak van de band kan beschadigen.
Wij raden u aan de schijfremfunctie uit te proberen op een voldoende groot, vlak oppervlak, zodat u het
gebruik ervan kunt oefenen.
147

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

25868362586837

Inhaltsverzeichnis