Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Accu's In De Zender Opladen; Stuurwiel Voor De Stuurfunctie; Gashendel Voor Aandrijffunctie - Reely Deathwatcher XL Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

11.3 Accu's in de zender opladen

De zender heeft een laadaansluiting aan de zijkant (afb. 1, pnt. 16), die kan worden gebruikt om geplaatste accu's op
te laden (voor afmetingen/polariteit/laadstroom, zie hoofdstuk "Technische gegevens").
Schakel de zender uit.

Controleer of in het batterijen-/accucompartiment daadwerkelijk oplaadbare batterijen zijn geplaatst.

Opgelet!
Conventionele batterijen zijn slechts geschikt voor eenmalig gebruik. Bij het opladen van niet-oplaadbare
batterijen bestaat brand- en explosiegevaar! Laad alleen accu's op die daarvoor geschikt zijn.
Gebruik alleen een oplader die geschikt is voor het relevante aantal cellen in de zender en het bijbeho-
rende batterijentype (bijv. NiMH).
In de zender is een beschermingsdiode ingebouwd; dit kan problemen veroorzaken met bepaalde opla-
ders.
Sluit de laadaansluiting aan op uw lader met behulp van een geschikte laadkabel.

Ontkoppel de lader weer van de laadaansluiting wanneer het laden klaar is.

Zet de zender aan en controleer de LED-indicator, zie hoofdstuk 11.2.

We adviseren de accu's niet rechtstreeks in de zender op te laden, maar buiten de zender met een
hoogwaardig laadapparaat voor afzonderlijke cellen. Hier kunnen, afhankelijk van de accu's en de lader,
hogere laadstromen worden gebruikt, zodat de accu's sneller volledig kunnen worden opgeladen.

11.4 Stuurwiel voor de stuurfunctie

Het stuur (hoofdstuk 10, pnt. 1) bestuurt de stuurservo die is aangesloten op ontvangerkanaal 1. Wanneer het stuur
naar links wordt gedraaid (tegen de wijzers van de klok in), moet het voertuig naar links bewegen, afhankelijk van
de draaihoek; wanneer het stuurwiel naar rechts wordt gedraaid (met de wijzers van de klok mee), moet het voertuig
naar rechts bewegen.
De volgende bedieningsorganen op de zender hebben invloed op de stuurfunctie en worden in de volgende hoofd-
stukken uitvoerig beschreven:
Draaiknop "ST-TRIM" (afb. 1, pnt.. 9): Stel de midden-/neutraalstand van de stuurservo in (of rechtuitrijdenstand

van het voertuig), zie hoofdstuk 11.6.
Draaiknop "GYRO LV / ST-D/R" (afb. 1, pnt. 11): Alleen als de gyro in de ontvanger is uitgeschakeld : Begrenzing

van de maximale uitslag van de stuurservo, zie hoofdstuk 11.7.
Achteruit-schakelaar "ST" (afb. 1, pnt. 14): Omkering van richting voor de stuurfunctie, zie hoofdstuk 11.8


11.5 Gashendel voor aandrijffunctie

De gashendel (afb. 1, pnt. 4) wordt gebruikt om de snelheidsregelaar te bedienen die is aangesloten op ontvanger-
kanaal 2. Als de gashendel naar de handgreep wordt getrokken, dan moet het voertuig voorwaarts rijden (snelheid
afhankelijk van de stand van de hendel). Als u de gashendel van de handgreep wegduwt, dan moet het voertuig
achteruit rijden (indien de achteruit is geactiveerd in de snelheidsregelaar).
De volgende bedieningsorganen op de zender hebben invloed op de aandrijffunctie en worden in de volgende hoofd-
stukken uitvoerig beschreven:
Draaiknop "TH-TRIM" (afb. 1, pnt. 2): De midden-/neutraalstand van de aandrijving instellen (aandrijfmotor ge-

stopt), zie hoofdstuk 11.9.
Draaiknop "TH-TRIM" (afb. 1, pnt. 10): Beperking van de maximumsnelheid, zie hoofdstuk 11.10

Achteruit-schakelaar "TH" (afb. 1, pnt. 15): Omkering van de aandrijffunctie, zie hoofdstuk 11.11

137

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

25868362586837

Inhaltsverzeichnis