Reely Deathwatcher XL Bedienungsanleitung Seite 155

(Instelopties:
Om de wielvlucht te verstellen, verdraait u de stalen bal-
hoofdschroeven (afbeelding 9, punt. A+B) met een kleine
2,5mm-inbussleutel (D).
Om de stelschroeven (afbeelding. 9, pnt. C) aan te draaien
(of los te draaien), draait u ze met een 5mm-inbussleutel
(E). Zoals reeds beschreven, moeten deze zo worden in-
gesteld, dat de metalen balhoofdschroeven in de stuur-
kogel gemakkelijk kunnen bewegen, maar niet wiebelen.
Wielvlucht negatiever instellen:
Draai de bovenste balhoofdschroef (afbeelding 9, pnt. A)
met de klok mee naar rechts, de onderste balhoofdschroef
(afbeelding 9, pnt. B) tegen de klok in naar links, onder
dezelfde hoek.
Wielvlucht positiever instellen:
Draai de bovenste balhoofdschroef (afbeelding 9, pnt. A)
naar links tegen de klok in, de onderste balhoofdschroef
(afbeelding 9, pnt. B) met dezelfde hoek naar rechts met
de klok mee.
Verdraai de balhoofdschroeven (A) en (B) slechts een kwartslag per keer via de kleine inbussleutel (D) en
controleer aansluitend de gewijzigde rijomstandigheden.
Het kleine zeskantige gat van de balhoofdschroeven (A) en (B) is alleen zichtbaar als men precies door
het grote zeskantige gat van de stelschroeven (C) kijkt.
Draai de balhoofdschroeven niet te ver eruit, omdat anders de aandrijfas eruit kan vallen (of de schroef-
draad van de balhoofdschroeven zit niet meer in de draagarmen).
Wielvlucht op de achteras instellen:
De wielvlucht kan worden ingesteld door het verdraaien
van de schroef (A) in de bovenste draagarm.
Aangezien deze schroef een linkse en rechtse schroef-
draad heeft, hoeft u de draagarm voor het veranderen van
de wielvlucht niet te demonteren.
Verder bevinden zich op de stuurkogel (B) en de demper-
brug (C) meerdere verschillende bevestigingspunten voor
de bovenste draagarm.
Als de draagarm aan een ander punt wordt bevestigd, ver-
andert dit de wielvlucht bij het in- en uitveren van het wiel.
De fabrikant heeft hier voor het voertuig al een optimale
instelling geselecteerd, daarom moet u beide bevesti-
gingspunten (B) en (C) niet wijzigen.
Afbeelding 10
Afbeelding 11
Afbeelding 12
155