Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Giant momentum Anleitung Seite 162

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 100
3. Rij defensief. Ga er altijd vanuit dat anderen u niet zien.
4. Kijk vooruit, en zorg dat u klaar bent om uit te wijken voor:
 auto's die afremmen of afslaan, een weg of pad vóór u inslaan, of van achteren aan komen rijden;
 portieren van geparkeerde auto's die opengaan;
 voetgangers die de straat oplopen;
 kinderen of huisdieren die vlakbij de weg spelen;
 Gaten in de weg, rioolroosters, tramrails, werkzaamheden aan de weg of het trottoir, puin en andere
versperringen waardoor u het verkeer in moet zwenken, die in uw wiel terecht kunnen komen of waardoor
u een ongeluk kunt krijgen;
 de vele andere gevaren en afleidende gebeurtenissen die voor kunnen komen tijdens het fietsen.
5. Fiets op fietsstroken of fietspaden, of zo dicht mogelijk langs de kant van de weg, in de richting van het
verkeer of zoals aangegeven wordt door de plaatselijk geldende wetten.
6. Stop bij stopborden en verkeerslichten, houd u aan alle overige verkeerssignalen en -borden; minder vaart
en kijk naar twee kanten bij kruisingen. Onthoud goed dat een fiets het altijd verliest bij een botsing met
een motorvoertuig, dus wees erop voorbereid voorrang te geven, zelfs als u zelf voorrang heeft.
7. Gebruik goedgekeurde handsignalen voor afslaan en stoppen.
8. Fiets nooit met een koptelefoon op. Hierdoor worden verkeersgeluiden en noodsirenes gemaskeerd en
wordt u afgeleid van wat er om u heen gebeurt. Bovendien kunnen de draden verstrikt raken in de
bewegende onderdelen van de fiets, waardoor u de controle verliest.
9. Neem nooit iemand achterop, tenzij het een klein kind is dat een goedgekeurde helm draagt en vastzit in een
goed gemonteerd kinderzitje of in een fietskar.
10. Neem nooit iets mee waardoor uw zicht belemmerd wordt of waardoor u niet meer de volledige controle over
de fiets heeft, of iets dat verstrikt kan raken in de bewegende onderdelen van de fiets.
11. Lift nooit mee door u aan een ander voertuig vast te houden.
12. Doe geen stunts, wheelies of sprongen. Als u wel stunts, wheelies of sprongen wilt doen of van plan bent te
gaan racen met de fiets, ondanks ons advies om dat niet te doen, lees dan nu hoofstuk 2.F, Downhill-, stunt–
of wedstrijdfietsen. Denk goed na over uw vaardigheden voordat u besluit de grote risico's te nemen met
deze vormen van fietsen met zich meebrengen.
13. Slinger niet door het verkeer en maak geen bewegingen die uw medeweggebruikers kunnen verrassen.
14. Houd u aan de voorrangsregels.
15. Fiets nooit onder invloed van alcohol of drugs.
16. Fiets zo min mogelijk bij slecht weer, verminderd zicht, bij zonsopgang, in de schemering of in het donker,
of wanneer u erg moe bent. In al deze omstandigheden neemt de kans op een ongeluk toe.
C. Off-road veiligheid
Wij raden aan kinderen niet op oneffen terrein te laten rijden, tenzij vergezeld door een volwassene.
1. De variabele omstandigheden en gevaren van het of-road rijden vereisen onverdeelde aandacht en
specifieke vaardigheden. Begin langzaam op makkelijk terrein, zodat u meer behendigheid kunt opbouwen.
Als uw fiets vering heeft, kunt u een hogere snelheid ontwikkelen. Daardoor neemt ook de kans op
7

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis