Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 100
1.

Allereerst

OPMERKING: Wij raden u met klem aan deze handleiding vóór uw eerste rit op de fiets in zijn geheel door te
lezen. Lees op zijn minst dit hele hoofdstuk door en zorg dat u alles begrijpt. Als u iets niet helemaal begrijpt,
bekijk dan de uitleg in de hoofstukken waarnaar wordt verwezen. Let op, niet alle fietsen bezitten alle
kenmerken die in deze handleiding beschreven worden. Vraag uw dealer om aan te geven welke stukken tekst
op uw fiets van toepassing zijn.
A. De juiste maat
1. Heeft uw fiets de goede maat? Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 3.A. Als uw fiets te groot of te klein voor u is,
kunt u de controle verliezen en vallen. Als uw nieuwe fiets niet de juiste maat heeft, vraag uw dealer dan om
hem te ruilen voordat u erop gaat rijden.
2. Staat het zadel op de juiste hoogte? Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 3.B. Zorg bij het instellen van de
zadelhoogte dat de zadelpen voldoende ver in de framebuis blijft zitten. Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 3.B.
3. Zitten het zadel en de zadelpen goed vast? Als het zadel goed is vastgezet, kan het geen enkele kant op
bewegen. Zie hoofdstuk 3.B.
4. Staan de stuurpen en het stuur zelf op de juiste hoogte voor u? Zie anders hoofdstuk 3.C.
5. Kunt u de remmen makkelijk bedienen? Zo niet, dan kunt u waarschijnlijk de hoek en afstand tussen
remhendel en stuur verstellen. Zie hoofdstuk 3.D en 3.E.
6. Begrijpt goed hoe u uw nieuwe fiets moet gebruiken? Zo niet, vraag dan uw dealer om de functies en
kenmerken die u niet begrijpt uit te leggen, voordat u de eerste keer gaat fietsen.
B.
Veiligheid boven alles
1. Draag tijdens het fietsen altijd een goedgekeurde helm en volg de aanwijzingen van de fabrikant op wat
betreft de maat, het gebruik en het onderhoud.
2. Heeft u alle andere verplichte en aanbevolen veiligheidsaccessoires? Zie hiervoor hoofdstuk 2. Het is uw
verantwoordelijkheid uzelf op de hoogte te stellen van de wetten in het gebied waar u fietst en u te houden
aan de geldende wetgeving.
3. Weet u hoe u de voor- en achterwielen moet vastzetten? Kijk dit voor alle zekerheid na in hoofdstuk 4.A.
Een wiel dat niet goed is vastgezet, kan tijdens het rijden gaan slingeren of losraken, wat ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg kan hebben.
4. Als uw fiets toeclips en riempjes heeft of cliploze ("klik") pedalen, zorg dan dat u weet hoe deze werken
(zie hoofdstuk 4.E). Voor deze pedalen zijn speciale technieken en vaardigheden nodig. Volg de instructies
van de pedaalfabrikant voor het gebruik, de afstelling en het onderhoud.
5. Heeft u "teen-overlap"? Op fietsen met een kleiner frame kunnen uw tenen of uw toeclip contact maken met
het voorwiel, wanneer het pedaal helemaal naar voren staat en het wiel gedraaid is. Lees hoofdstuk 4.E. om
te controleren of u teen-overlap heeft.
6. Heeft uw fiets vering? Als dit het geval is, lees dan hoofdstuk 4.F. De vering kan de prestaties van een fiets
beïnvloeden. Volg de instructies van de veringfabrikant voor het gebruik, de afstelling en het onderhoud.
3

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis