Herunterladen Diese Seite drucken

Scheppach VS1000 Originalbetriebsanleitung Seite 91

Vibrationsstampfer
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für VS1000:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Opmerking: Controleer regelmatig voor elke inge-
bruikname het oliepeil. Een te laag oliepeil kan de
motor beschadigen.
1. Plaats de machine op een vlakke, rechte onder-
grond.
2. Schroef de oliepeilstok (13) los.
3. Vul de tank met motorolie met behulp van een
trechter (niet bij de levering inbegrepen). Let op de
max. vulhoeveelheid van 600 ml. Vul de olie voor-
zichtig bij tot aan de onderkant van de vulpijp.
4. Veeg de oliepeilstok (13) met een schone, pluis-
vrije doek schoon.
5. Voer de oliepeilstok (13) weer in en controleer het
oliepeil zonder de oliepeilstok (13) weer vast te
schroeven.
6. Het oliepeil moet binnen de middelste markering
op de oliepeilstok (13) staan.
7. Als het oliepeil te laag is, voeg dan de aanbevolen
hoeveelheid olie toe (max. 600 ml).
8. Schroef de oliepeilstok (13) vervolgens weer vast.
9.3 Smering van het stampsysteem (afb. 10)
Smeerolie wordt door de trilbeweging van de machi-
ne in het gehele stampsysteem verdeeld. Tijdens het
bedrijf van de machine gaat de olie door de boorga-
ten in de zuigers van de bodem naar de machine naar
het carter. Het oliepeil in het stampsysteem moet al-
tijd op het juiste peil worden gehouden om een effec-
tief stampbedrijf te garanderen.
Opmerking: Als de machine in horizontale positie
getransporteerd of al gebruikt is, moet deze 15 mi-
nuten lang rechtop staan, voordat het oliepeil gecon-
troleerd kan worden. Daardoor kan de olie zakken en
een betere meetwaarde leveren.
1. Plaats de machine op een vlakke, rechte onder-
grond. Kantel de machine zo dat deze in een
rechte hoek tot de grond staat.
2. Verwijder verontreinigingen in het bereik van het
kijkglas van de olieaftapplug van de spampvoet (14).
3. Controleer het oliepeil door het kijkglas van de
olieaftapplug van de spampvoet (14). De stam-
psysteemsmering is in orde, als het oliepeilglas
ongeveer 1/2 - 3/4 vol aangeeft.
4. Als er geen olie zichtbaar is, moet olie worden bij-
gevuld.
5. Kantel de machine naar voren, totdat deze op de
transportrol (24) ligt.
6. Verwijder de olieaftapplug van de stampvoet (14)
met een steeksleutel SW24 mm en een palsleutel
(niet meegeleverd).
7. Vul de olie bij met behulp van een trechter (niet bij
de levering inbegrepen). Let op de max. vulhoe-
veelheid van 800 ml. Gebruik multipurpose olie
(SAE 10W-30 of SAE 10W-40 (afhankelijk van de
bedrijfstemperatuur).
8. Schroef de olieaftapplug van de stampvoet (14)
weer in. Draai de olieaftapplug van de stampvoet
(14) goed aan met een aanhaalmoment van 9 Nm
(6 ft-lbs.).
9. Zet de machine weer rechtop.
OPMERKING: Het stampsysteem niet overvullen
met olie. Een te hoog oliepeil kan tot een hydrauli-
sche blokkering in het stampsysteem leiden. Dit kan
tot een foutief bedrijf leiden en schade aan de koppe-
ling van de motor, het stampsysteem en de spamp-
voet leiden.
9.4 Stampvoet (18) (afb. 1)
Bij een nieuwe machine moeten voor elke ingebruik-
name of na het inbouwen van een nieuwe stampvoet
(18) alle bevestigingsmoeren met een steeksleutel
SW19 (niet meegeleverd) worden aangehaald. Bij
gebruik van een momentsleutel (niet meegeleverd)
bedraagt het aanhaalmoment 86 Nm.
10. Ingebruikname
m LET OP!
Lees zorgvuldig de veiligheidsaanwijzingen door.
10.1 Voorbereiding
Zet de machine rechtop op een vaste, vlakke onder-
grond om een correcte smering van de motor (10) te
garanderen.
Controle voor gebruik
• Controleer alle zijdes van de motor op olie of brand-
stoflekken.
• Controleer het motoroliepeil.
• Controleer het brandstofpeil – de brandstoftank
moet minstens halfvol zijn.
• Controleer de conditie van het luchtfilter.
• Controleer de conditie van de brandstofleidingen.
• Let op tekenen van schade.
• Controleer of alle veiligheidsafdekkingen zijn aan-
gebracht en of alle schroeven, moeren en pennen
zijn aangedraaid.
• Controleer de externe schroefverbindingen op goe-
de bevestiging.
• Controleer of de machine op een vaste, vlakke en
stabiele ondergrond staat om omkantelen te voor-
komen. Gevaar voor verwondingen en kantelen!
• Controleer de standplaats. Start de machine niet
op harde oppervlakken zoals asfalt of beton. Ver-
mijd opstellocaties met uitsparingen of gaten (zoals
bijv. plassen). Bij gladde, natte oppervlakken be-
staat gevaar voor uitglijden!
10.2 Aan/uit-schakelaar (16) (afb. 11)
De aan/uit-schakelaar (16) activeert of deactiveert het
ontstekingssysteem. De aan/uit-schakelaar (16) moet in
de stand ON staan om de motor (10) te laten draaien.
www.scheppach.com
NL | 91

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

3908301915