6.
Sluit de voedingsstekker met de voedingska-
bel aan. Druk op de groene knop "I" op de AAN/
UIT-schakelaar (11) om de schaafmachine te star-
ten.
7.
Schuif het werkstuk recht over de opnametafel (4).
Houd daarbij de vingers gesloten en geleid het
werkstuk met de vlakke hand.
8.
Let op! Druk alleen in het bereik van de vlak-
schaaftafel (1) op het werkstuk!
9.
Schakel na beëindiging van de werkzaamheden
het product uit. Druk hiertoe op de rode knop "0"
op de aan/uit-schakelaar (11). Ontkoppel het pro-
duct vervolgens van de stroomvoorziening.
10.2 Vandiktebank-schaven (afb. 20 - 21)
10.2.1 Voorbereiding van vandiktebank-schaven
m OPGELET! Haal bij alle onderhouds-, reinigings-
en instellingswerkzaamheden de voedingsstekker uit
het stopcontact.
1.
Verstel de parallelaanslag (3) zo ver naar buiten,
dat deze niet stoort.
2.
Zet de linker en rechter vergrendelingshendel (1.1)
naar buiten en neem de afgiftetafel (1) af.
3.
Klap de spaanuitwerpkap (15) naar boven over de
messenas en draai de kartelschroef (15.1) vast.
4.
Bij het gebruik met een afzuiginstallatie, schroef
de kartelmoer (15.2) van de spaanuitwerpkap (15)
af, zet de afzuigkap (7) op de uitwerpkap (15) en
bevestig deze met de kartelmoer (15.2).
10.3 Vandiktebank-schaven van werkstukken (afb.
21 - 22)
1.
Ga frontaal tot het product staan.
2.
Stel de schaafdikte met de handkruk (17) in en
lees dit van de schaal (6.1) af.
Let op! De maximale spaanafname van 3 mm kan
alleen gebruikt worden:
- met zeer scherpe schaafbladen;
- bij zacht hout;
- als niet de maximale werkstukbreedte wordt
gebruikt.
3.
Sluit de voedingsstekker met de voedingska-
bel aan. Druk op de groene knop "I" op de AAN/
UIT-schakelaar (11) om de schaafmachine te star-
ten.
4.
Leg een werkstuk op de diktetafel (6) en schuif
deze in, totdat het werkstuk automatisch wordt in-
getrokken.
5.
Geleid het werkstuk recht door de schaafmachine.
90 | NL
6.
Schakel na beëindiging van de werkzaamheden
het product uit. Druk daartoe op de rode knop
"0"op de AAN/UIT-schakelaar (11). Ontkoppel het
product vervolgens van de stroomvoorziening.
11. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaanslui-
ting van de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Drukpunten, als aansluitkabels door venster- of
deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van het netsnoer.
• Snijplekken omdat over het netsnoer is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit de wand-
contactdoos is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de iso-
latie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren het netsnoer
niet op het stroomnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitslui-
tend snoeren met dezelfde aanduiding.
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld
staan.
Voor de eenfase-wisselstroommotor adviseren wij om
een zekering C-curve 16 A of K-curve 16 A te gebrui-
ken bij machines met een hoge aanloopstroom (vanaf
3000 W)!
12. Transport (afb. 1)
Als u het product naar een andere plaats wilt trans-
porteren, ontkoppel deze dan van het net. Til het pro-
duct aan de transportgrepen (8) op, totdat deze op de
transportwielen (10) staat en plaats het op een andere
aangewezen plek.
www.scheppach.com