Grundfos NK Montage- Und Betriebsanleitung Seite 410

11. Vorstbescherming en periodes van
buitengebruikstelling
Pompen die tijdens vorstperioden niet gebruikt moeten worden
afgetapt om schade te voorkomen.
De pomp wordt afgetapt door de aftapplug weg te nemen.
Zie fig. 26.
Laat de ontluchtingnippel open en plaats de aftapplug pas weer
terug wanneer de pomp weer in gebruik genomen wordt.
Waarschuwing
Let erop dat het afgetapte water geen verwondin-
gen aan personen of schade aan de motor of aan
de andere onderdelen kan veroorzaken.
In cv-installaties is extra voorzichtigheid geboden
om persoonlijke verwondingen door heet water te
voorkomen.
12. Service
Waarschuwing
Indien een pomp werd gebruikt voor een vloei-
stof, die giftig is of schadelijk voor de gezond-
heid, wordt de pomp als verontreinigd aange-
merkt.
Indien Grundfos wordt verzocht onderhoud aan de pomp te ple-
gen, moeten gegevens over de verpompte vloeistof aan Grundfos
worden verstrekt voordat deze voor service wordt verstuurd.
Zo niet, dan behoudt Grundfos zich het recht voor de pomp te
weigeren.
Eventuele kosten voor retourzending van de pomp zijn dan voor
rekening van de klant.
12.1 Service kits
Service kits voor NK, NKG, zie www.Grundfos.com (WebCAPS),
WinCAPS of Service Kit Catalogue.
410
13. Berekening van de minimale zuigdruk
De minimale zuigdruk "H" in benodigde meters opvoerhoogte die
nodig is om cavitatie in de pomp te voorkomen, kan berekend
worden met behulp van de volgende formule:
H = p x 10,2 – NPSH – H – H
b f
Barometrische druk in bar.
(Voor de barometrische druk kan 1 bar genomen wor-
p den.)
b
In gesloten systemen geeft pb de systeemdruk in bar
aan.
DE NPSH waarde in meters opvoerhoogte (te vinden in
de NPSH curve, blz. 723, bij het hoogste debiet dat de
pomp zal leveren).
NPSH
Het maximale debiet mag niet hoger zijn dan de waarde
die voor de individuele pomp aangegeven staat op
pagina 711.
Wrijvingsverlies in aanzuigleiding in meter opvoer-
H
f
hoogte.
Dampdruk in meters opvoerhoogte, zie pagina 729,
H
v
waar t = vloeistoftemperatuur.
m
H Veiligheidsmarge - min. 0,5 meter opvoerhoogte.
s
Wanneer de berekende waarde van H positief is, kan de pomp
werken met een maximale aanzuighoogte van "H" meter.
Als de berekende waarde van H negatief is, is een minimale voor-
druk van "H" meter benodigd. De berekende waarde voor H moet
tijdens bedrijf aanwezig zijn.
Voorbeeld:
p = 1 bar.
b
Pomp type: NK 50-200/219, 2-pole, 50 Hz.
Debiet: 70 m³/h.
NPSH (zie pag. 723): 2,35 meter vloeistofkolom.
H = 3,0 meter vloeistofkolom.
f
Vloeistoftemperatuur: +90 °C.
H (lees op pag. 729): 7,2 meter vloeistofkolom.
v
H = p x 10,2 – NPSH – H – H
b f
H = 1 x 10,2 – 2,35 – 3,0 – 7,2 – 0,5 = –2,85 meter vloeistofko-
lom.
Dit betekent dat tijdens bedrijf een voorduk van 2,85 meter beno-
digd is.
De voordruk berekend in bar is: 2,85 x 0,0981 = 0,28 bar.
De voordruk berekend in kPa is: 2,85 x 9,81 = 28 kPa.
– H
v s
– H [meter vloeistofkolom].
v s