Grundfos NK Montage- Und Betriebsanleitung Seite 411

14. Storingstabel
Waarschuwing
Overtuig u ervan, voordat u het deksel van de klemmenkast verwijdert of werkzaamheden aan de pomp verricht,
de voedingsspanning is uitgeschakeld.
Storing Oorzaak
1. De pomp levert geen a) Onjuiste elektrische aansluiting (2 fasen).
of weinig vloeistof.
b) Onjuiste draairichting.
c) Lucht in de zuigleiding.
d) Tegendruk is te hoog.
e) Zuigdruk te laag.
f)
g) Pomp zuigt lucht aan door een defecte
h) Pomp zuigt lucht aan door een te laag vloei-
2. De motorbeveiliging a) Pomp is geblokkeerd door verontreiniging.
heeft de motor uitge-
b) De pomp draait buiten het geselecteerde
schakeld. De motor is
overbelast.
c) Dichtheid of viscositeit van de vloeistof is
d) De instelling voor overbelasting zijn niet juist. Controleer de instellingen van de motorbeveiliging en
e) De motor draait op 2 fasen.
3. Pomp maakt te veel a) Voordruk te laag (cavitatie).
lawaai.
Pomp draait onregel-
matig en vibreert.
b) Lucht in zuigleiding of pomp.
c) Tegendruk is lager dan gespecificeerd.
d) Pomp zuigt lucht aan door een te laag vloei-
e) Waaier is uit balans (vervuilde waaierbla-
f)
g) Pomp wordt belast door het leidingwerk (dit
h) Defecte lagers.
i)
j)
k) Vreemde objecten in de pomp.
l)
4. lekkage in de pomp of a) Pomp wordt belast door het leidingwerk (en
in de aansluitingen.
Lekkage in de mecha-
nische asafdichting.
b) Pakkingen van het pomphuis of pakkingen
Lekkage in de stop-
buspakking.
c) Mechanische asafdichting is vuil of blijft vast-
d) Mechanische asafdichting defect.
e) Stopbuspakking defect.
f)
zuigleiding is verstopt of de waaier is geblok-
keerd.
afdichting.
stofniveau.
werkpunt.
hoger dan gespecificeerd bij het plaatsen van
de bestelling.
stofniveau.
den).
Interne onderdelen zijn versleten.
veroorzaakt opstartgeluiden).
De motorventilator is defect.
Defecte koppeling.
Gebruik van een frequentie-omvormer
veroorzaakt lekkage in het pomphuis of bij de
aansluitingen).
van de aansluitingen zijn defect.
zitten.
Asoppervlak of ashuls is beschadigd.
Oplossing
Controleer de elektrische aansluitingen en breng zo
nodig wijzigingen aan.
Verwissel de twee fasen in voedingsspanning.
Ontlucht de zuigleiding en de pomp en vul eventueel bij.
Stel het werkpunt in conform het datasheet. Controleer
het systeem op aanwezigheid van verontreiniging.
Verhoog het vloeistofniveau aan de zuigzijde. Draai de
afsluiter in de zuigleiding geheel open. Controleer of alle
instructies van 6.4 Leidingwerk zijn opgevolgd.
Reinig de pomp.
Controleer de pakkingen van het leidingwerk, de pakkin-
gen van de pompbehuizing en asafdichtingen, vervang
deze als dit nodig is.
Verhoog het vloeistofniveau aan de zuigzijde en houdt
het zo constant mogelijk.
Reinig de pomp.
Stel het werkpunt in conform het datasheet.
Indien minder vermogen toereikend is, verminder dan
het debiet aan de perszijde. Of monteer een motor met
een groter vermogen.
vervang deze, indien noodzakelijk.
Controleer de elektrische aansluitingen. Vervang de
zekering, indien noodzakelijk.
Verhoog het vloeistofniveau aan de zuigzijde. Open de
afsluiter in de zuigleiding. Verzeker uzelf ervan dat aan
alle voorschriften in 6.4 Leidingwerk voldaan is.
Ontlucht de zuigleiding en de pomp en vul eventueel bij.
Stel het werkpunt in conform het datasheet.
Verhoog het vloeistofniveau aan de zuigzijde en houdt
het zo constant mogelijk.
Reinig en controleer de waaier.
Vervang de defecte onderdelen.
Monteer de pomp zodanig, dat deze niet belast wordt.
Ondersteun de leidingen.
Vervang de lagers.
Vervang de ventilator.
Vervang de koppeling. Lijn de koppeling uit.
Zie 6.3.2 Hoe dient de unit uitgelijnd te worden.
Reinig de pomp.
Zie 8.2 Gebruik van een frequentie-omvormer.
Monteer de pomp zodanig, dat deze niet belast wordt.
Ondersteun de leidingen.
Vervang de pakkingen van pomphuis of aansluitingen.
Controleer en reinig de mechanische asafdichting.
Vervang de mechanische asafdichting.
Zet de stopbuspakking weer vast. Repareer of vervang
de stopbuspakking.
Vervang as of ashuls. Vervang de pakking in de stopbus-
pakking.
411