Grundfos NK Montage- Und Betriebsanleitung Seite 394

5.11 Pomptoerental ten opzichte van materiaal en type
650
Ø [mm]
600
550
500
450
400
350
300
250
200
1200 1600 2000 2400
Afb. 7 Maximaal toelaatbaar toerental
Voor RVS pompen (1.4408/1.4517) en gietijzeren pompen met
RVS waaiers is er geen limiet in het getoonde bereik.
5.12 Riemaandrijving
Indien de unit van riemaandrijving is voorzien,dienen de onder-
staande waarden niet te worden overschreden:
Maximaal motorvermogen [kW]
Toerental
-1
n min
1000 4
1500 5
2000 6
2500 7
3000 10
Bij een groter motorvermogen dient een tussenas met lagers te
worden gemonteerd.
5.13 Aandrijving middels verbrandingsmotor
Waarschuwing
Indien de pompen worden aangedreven door ben-
zine- of dieselmotoren,moeten de instructies van
de fabrikant voor installatie en bediening nauw-
gezet worden opgevolgd. Vooral de draairichting
is erg belangrijk. Gezien vanaf het uiteinde van de
aandrijfas draait de pomp rechtsom (met de klok
mee). Gezien vanaf het uiteinde van de aandrijfas
moet de motor dus linksom draaien (tegen de
klok in)!
De juiste draairichting is door middel van een pijl
aangegeven op het pomphuis.
Indien de motoren in een afgesloten ruimte wor-
den geplaatst, dienen de voorschriften in acht
worden genomen voor de afvoer van verbran-
dingsgassen.
Wanneer de tank wordt afgetapt, moeten contai-
ners met een afdoende grote inhoud voor dit doel
worden klaargezet.
394
CuSn10
EN-GJL-200
-1
2800 3200 3600 min
voor asuiteinde
7 11 18 22
10 25 32 38
14 25 - -
17.5 - - -
20 - - -
6. Mechanische installatie
6.1 Voorbereiding voor het installeren
Het is erg belangrijk de apparatuur voor de instal-
N.B.
latie correct te behandelen.
De aannemer moet de apparatuur bij aflevering controleren en
erop toezien dat het opgeborgen wordt op een plaats waar het
niet kan beschadigen of corroderen.
Wanneer het langer dan 6 maanden duurt voordat de onderdelen
in gebruik genomen worden, dient overwogen te worden of de
inwendige delen van de pomp een anti-corrosiebehandeling moe-
ten krijgen.
Zorg
• dat de rubberen delen die met het middel in contact staan niet
aangetast worden.
• dat het middel eenvoudig te verwijderen is.
Om het binnendringen van water, stof, etc, in de pomp tegen te
gaan, dienen alle openingen afgedekt te blijven totdat de leidin-
gen worden aangesloten. Het kan erg duur zijn om de pomp tij-
dens de inbedrijfstelling te demonteren om zo een object te ver-
wijderen dat daar niet hoort te zitten.
Mechanische asafdichtingen zijn precisie onderdelen. Wanneer
een mechanische asafdichting van een recent geïnstalleerde
pomp niet in orde is, zal deze normaalgesproken binnen enkele
uren na ingebruikname kapot gaan. De belangrijkste oorzaak van
zulke vormen van uitval is een onjuiste installatie van de asaf-
dichtingen of het leidingwerk voor spervloeistof en/of onjuiste
behandeling van de pomp gedurende de installatie.
Tijdens transport moet de pomp stevig vastgezet worden, om bui-
tensporige vibratie en/of schade aan de as en asafdichting door
vallen tegen te gaan. De pomp mag niet aan de as opgetild wor-
den.
6.2 Fundatie en met cementspecie invoegen van
horizontaal gemonteerde NK, NKG pompen met
fundatieplaat
We adviseren u om de pomp te installeren op een vlakke en ste-
vige fundatie die zwaar genoeg is om voortdurende ondersteu-
ning te bieden aan de gehele pomp. De fundatie moet trillingen,
normale spanning of schokken kunnen absorberen. Als vuistregel
dient het gewicht van de betonnen fundering 1,5 maal het gewicht
van de pomp te zijn.
De fundatie dient aan alle vier kanten 100 mm groter te zijn dan
de fundatieplaat. Zie afb. 8.
Afb. 8 Fundatie, X = min. 100 mm