Werbung
• De stationiarstelschroef is de kleine schroef op
de
tegenoverliggende
zijde
van
carburateurschuif (zie rechter afb.).
• Gasstang op de carburateurschuif steken, veer
en gasstanggeleiding erop schuiven en losjes
met de stelring borgen.
• Remstang in een servohendel hangen, stelring
erop schuiven en door de rembesturing voeren.
• Servostuurhendel zo op de servoas
positioneren en vastschroeven dat de remstang
ongeveer parallel met de lengteas van het
voertuig loopt.
• Stelring losjes tegen de remhendel schuiven en fixeren.
• Gasstanggeleiding op de haaks (90°) verplaatste servohendel vastschroeven.
• Stelring losjes plaatsen en fixeren.
Hoe moeten de gas/remstangen bij een juiste montage werken?
• Afb. A: Volgas
Carburateurschuif helemaal uitgetrokken, rem werkt niet
• Afb. B: Stationair
Carburateurdoorlaat 1 mm (pijl), de wielen draaien nog vrij, nog geen remeffect; carburateurschuif
helemaal in, stelring aan de remstang ligt losjes tegen de remhendel
• Afb. C: Remmen
Carburateurdoorlaat 1 mm, gasstang duwt tegen de veerweerstand, remhendel helemaal uitgedraaid,
volledig remeffect
182
de
•
1,6 V Spannung an die Glühkerze anlegen (Kerzenstecker mit Startakku oder Kerzenstecker/
Glühakkueinheit)
• Seilzugstarter mehrmals ruckartig betätigen, bis der Motor anspringt.
Achtung!
Seilzugstarter nicht bis zum Anschlag, sondern nur maximal 3/4 der Länge herausziehen!
Ermitteln Sie die Länge des Seilzuges durch langsames Herausziehen ohne Zündung!
Seilzugstarter nie gewaltsam herausziehen; dabei wird der Seilzugstarter beschädigt, Ver-
lust von Garantie/Gewährleistung!
• Ist der Motor angesprungen, Spannungsversorgung von der Glühkerze abnehmen.
• Sollte sich der Seilzugstarter nach mehrmaligem erfolglosen Startvorgang nur mit erhöhtem Kraft-
aufwand betätigen lassen, ist zuviel Sprit in den Verbrennungsraum und das Kurbelgehäuse ge-
langt. Der Motor ist "abgesoffen".
Neustart (wenn zuviel Kraftstoff in den Brennraum gelangt ist)
• Zündkerze ausschrauben und auf Glühfunktion prüfen
• Seilzugstarter 5-6 mal (3/4 der Länge!) durchziehen: Kraftstoff wird herausgepumpt und verdun-
stet.
• Zündkerze wieder einschrauben.
• Startvorgang wiederholen.
Kraftstoff-Wahl für die Einlaufphase
Der Nitromethanzusatz im Modell-Kraftstoff erhöht die Zündfähigkeit des Kraftstoffes und damit die
Leistung des Motors.
Verwenden Sie in der Einlaufphase einen Modell-Kraftstoff mit geringem Nitromethanzusatz, um eine
Überhitzung des Motors zu vermeiden. Weiterhin sollte der Kraftstoff einen höheren Ölanteil haben
(„fette" Vergasereinstellung), da so die Schmierung des Motors verbessert wird, bis Kolben und Zylinder-
buchse eingelaufen sind.
31
Werbung
Kapitel
Fehlerbehebung
