Herunterladen Diese Seite drucken

Inbetriebnahme Und Wartung; A) Karosseriemontage; B) Maßnahmen Vor Der Inbetriebnahme - Reely Cobra III Bedienungsanleitung

1:10 buggy 4wd

Werbung



11. Inbetriebnahme und Wartung

a) Karosseriemontage

• Je nach verwendeter Karosserie kann die Höhe
der Abstandsbolzen durch Verschieben in der
Halterung der Karosserieform angepasst wer-
den. Fixieren Sie danach die Schrauben wieder.
• Setzen Sie die Karosserie (bzw. den Heck-
spoiler) auf die Abstandsbolzen auf.
• Stecken Sie Unterlegscheiben auf die Ab-
standsbolzen auf.
• Sichern Sie nun die Karosserie mit je einem
Splint pro Abstandsbolzen.
Für die nachfolgenden Arbeiten neh-
men Sie die Karosserie wieder ab.
b) Maßnahmen vor der Inbetriebnahme
Sichern Sie sich die volle Leistung und langfristige Funktionstüchtigkeit des Modells durch folgende
Maßnahmen:
• Beachten Sie die Einlaufvorschriften für den Motor.
• Überprüfen Sie alle Schrauben und Muttern auf festen Sitz.
• Überprüfen Sie Ausrichtung und Zahnflankenspiel des Antriebs.
• Versorgen Sie alle beweglichen und gelagerten Teile mit einem dünnflüssigen Maschinenöl (Sprüh-
fett).
• Drehbare Teile müssen sich leicht bewegen lassen, dürfen aber kein zu großes Spiel in der Lage-
rung aufweisen.
28
c) Voorbereidingen vóór het starten van de motor
De reeds gemonteerde motor is geproduceerd volgens de nieuwste technische stand voor
precisiemachines. De productietoleranties zijn daarom zeer gering.
Daarom moet bij de ingebruikname van de nieuwe motor net als bij een grote motor van
een echte auto een zekere inlooptijd in acht genomen worden (anders zal de motor niet
zijn maximale vermogen brengen en zal hij beschadigd worden - de garantie zal vervallen).
• De carburateur is reeds grof afgesteld.
De fijnafstelling van stationair en volgas kan pas met een goed ingelopen motor gedaan
worden.
• Blaas vóór de ingebruikname de motor uit met perslucht.
Op deze manier bent u zeker dat de verbrandingsruimte geen verontreinigingen bevat die
eventueel door de plugfitting in de motor terechtgekomen zijn.
• Plaats een gloeiplug met een warmtewaarde van 1 of 3.
• Olie de luchtfilter lichtjes met een geschikte olie voor luchtfilters om ook de kleinste stofdeeltjes
eruit te filteren.
Luchtfilter plaatsen, maar nog niet definitief (met kabelbinders!) bevestigen.
• Installeer de brandstofslang zo dat hij niet door het hoofdtandwiel of het rondsel op de koppelingsklok
beschadigd wordt.
• Maak daarenboven de brandstofslangen aan de aansluitnippels vast met kabelbinders.
De olie in de brandstof kan anders ertoe leiden dat de slanguiteinden afglijden.
• Monteer een brandstoffilter tussen de tank en de carburateur om zwevende stoffen uit de brandstof
te filteren. Hierdoor kan de carburateur verstopt raken.
185

Werbung

Kapitel

loading