Herunterladen Diese Seite drucken

Ein Kleines Lexikon Der Fachbegriffe - Reely Cobra III Bedienungsanleitung

1:10 buggy 4wd

Werbung

De vier hydraulische schokbrekers zijn allemaal aan de onderste wieldraagarmen en de "demperbrug"
op het differentieelhuis bevestigd.
Behalve de voorspanning van de veer kan de invalshoek van de schokbrekers veranderd worden.
Een steilere invalshoek (net als een hogere voorspanning van de veer) geeft een grotere druk op de
onderste wieldraagarm waardoor het chassis licht opgetild wordt.
Een vlakkere invalshoek (of een lagere voorspanning van de veer) laat het chassis onder zijn eigen
gewicht dieper inzakken. Op die manier kan dus een hogere/lagere wegligging van het chassis bereikt
worden (de hoogte van de carrosserie ingesteld worden).
Met de instelling van de demping wordt niet alleen de capaciteit van het model beïnvloed
om bodemoneffenheden op te vangen, maar wordt ook het bochtgedrag beïnvloed. Dat
noemen we "overstuurd" en "onderstuurd" rijgedrag.
Als basisinstelling moet de vooras ca. 5 mm lager liggen dan de achteras!
Onderstuurd rijgedrag
Het model laat zich moeilijk om de bochten sturen, "schuift" over de voorwielen naar buiten (te veel
tractie van de achteras of te weinig tractie van de gestuurde vooras).
Als tegenmaatregel moet de hoogte van de carrosserie achteraan hoger (of vooraan lager) ingesteld
worden.
Overstuurd rijgedrag
Het model "trekt" in de bochten, de achterkant vertoont neiging tot overstuur (te weinig tractie op de
achteras).
Als tegenmaatregel moet de hoogte van de carrosserie achteraan lager (of vooraan hoger) ingesteld
worden.
d) Verzetten van de schokbrekers
De vier schokbrekers hebben op de onderste wieldraagarm telkens twee extra bevestigingspunten rechts
en links van de standaard gebruikelijke.
Met het verzetten van de schokbrekers bereikt men, behalve de hogere/lagere wegligging van het
chassis, door de verandering van de invalshoek ook een verandering bij het reactiegedrag van de
demping .
Bij een vlakke invalshoek moet het chassis dieper inveren om de demping te laten reageren. Dat noemt
men een hoge "progressiviteit", d.w.z. de vering reageert eerst zacht en wordt steeds harder.
Bij een steile invalshoek is de progressiviteit overeenkomstig laag, d.w.z. de verticale relatieve beweging
van het chassis wordt direct in de vering gevoerd; de werking van de demping begint direct, de vering is
harder.
198
d) Ein kleines Lexikon der Fachbegriffe
2/4 WD
2/4 Wheel Drive, 2 bzw. 4 angetriebene Räder.
Achsschenkel
Darin dreht sich sich der Achszapfen, die Drehachse des Rades.
Achsschenkelbolzen
Lenkachse des Rades; verbindet den Achsschenkel drehbar mit dem
Achsschenkelträger (zwischen oberem und unterem Querlenker).
Achszapfen
Die Achse, auf der das Rad verschraubt ist und um die sich das Rad
dreht.
Antenne
Senderantenne: Strahlt die Signale des Fernsteuersenders als Funk-
signale ab.
Empfängerantenne: Ein einfacher Draht am Empfänger im Fahrzeug,
dessen Länge exakt auf die Sendefrequenz der Fernsteueranlage
abgestimmt ist, mit dem also die Steuersignale optimal empfangen
werden. Kürzen Sie den Draht niemals, binden Sie ihn nicht zusam-
men.
Chassis
Der "Rahmen" des Fahrzeuges, hier also strenggenommen nur die
Bodenträgerplatte.
Differenzial
Fachbegriff für Ausgleichsgetriebe; gleicht Drehzahlunterschiede aus,
z. B. zwischen kurveninnerem und kurvenäußerem Rad, zwischen
Vorder- und Hinterachse (Mitteldifferenzial, 4WD).
Empfänger
Empfängt und "übersetzt" die Steuersignale des Fernsteuersenders
(wohin, wie schnell und wie stark) für das entsprechende Servo.
Getriebe
"Übersetzt" im Antriebsstrang die Motordrehzahl in die Drehzahl der
angetriebenen Räder. Das "Übersetzungsverhältnis" (Motor-
drehzahl/Radumdrehung) gibt Aufschluss über die Endgeschwindig-
keit und das Drehmoment.
Querlenker
Halbachse quer zur Fahrtrichtung; verbindet die Radaufhängung
(Achszapfen, Achsschenkel und Achsschenkelbolzen) mit dem Chas-
sis.
Radaufhängung
Bezeichnet die Gruppe aus Achszapfen, Achsschenkel mit
Achsschenkelbolzen und Achsschenkelträger.
RC-Anlage
Fernsteueranlage, bestehend aus Fernsteuersender mit dazu pas-
sendem Empfänger.
Die Anzahl der "Kanäle" einer RC-Anlage begrenzt die Anzahl der
möglichen Steuerfunktionen. Für den Betrieb von Modellautos ge-
nügt in der Regel eine Zweikanal -RC-Anlage (Funktionen "beschleu-
nigen/bremsen", "rechts/links").
RC-Modell
"Radio Controlled", genauer: "Remote Controlled" Modell; also kurz
für „Ferngesteuertes Modellfahrzeug".
15

Werbung

Kapitel

loading