13. Opslag
Bewaar het apparaat en de bijbehorende accessoires
op een donkere, droge en vorstvrije en voor kinderen
ontoegankelijke plaats. De optimale opslagtempera-
tuur ligt tussen 5 en 30˚C.
Dek het gereedschap af om het te beschermen tegen
stof of vocht. Bewaar de gebruikshandleiding bij het
gereedschap.
Volg de onderstaande stappen om uw machine op te ber-
gen als u de dumper langer dan 30 dagen niet gebruikt.
1.
Leeg de tank volledig. Oude brandstof verharst
en kan de carburateur verstoppen en de brand-
stofstroom belemmeren. U kunt de brandstof het
beste met een slang overhevelen in een daarvoor
bestemde bak.
2.
Sluit de brandstofkraan, start de motor en laat
hem draaien tot de brandstof op is. Dit zorgt er-
voor dat er geen brandstof in de carburateur ach-
terblijft. Dit voorkomt harsafzetting in de carbura-
teur, wat schade aan de motor kan veroorzaken.
3.
Laat de olie uit de motor lopen terwijl deze nog
warm is. Vul de motor bij met verse olie van de
juiste soort.
4.
Gebruik schone doeken om de buitenkant van de
machine schoon te maken en houd de ventilaties-
leuven vrij van vreemde delen.
m Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen of
reinigingsmiddelen op basis van petroleum wan-
neer u kunststof onderdelen reinigt. Chemicaliën
kunnen de kunststoffen beschadigen.
5.
Controleer op losse of beschadigde onderdelen.
Repareer of vervang beschadigde onderdelen en
draai losse bouten of moeren vast.
6.
Bewaar de machine op een vlakke vloer in een
schoon, droog gebouw met goede ventilatie.
m Bewaar de machine met brandstof niet in een
ongeventileerde ruimte waar benzinedampen
vlammen, vonken, waakvlammen of andere ont-
stekingsbronnen kunnen bereiken.
14. Onderhoud
m Let op!
Schakel altijd de motor uit en verwijder de bougiestek-
ker voordat u onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoe-
ren.
Goed onderhoud en smering helpen om de machine
in goede staat te houden.
14.1 Instandhouding
1.
Controleer de algemene toestand van de machi-
ne. Let op losse bouten, verkeerd uitgelijnde of
klemmende bewegende delen, gebroken onderde-
len en alle andere zaken die van invloed kunnen
zijn op een veilig gebruik.
2.
Verwijder alle vreemde objecten en andere ma-
terialen die zich op de ketting en de eenheid heb-
ben opgehoopt. Reinig de machine na elk gebruik.
Gebruik daarna een hoogwaardige dunvloeibare
machineolie om alle bewegende delen te smeren.
3.
Onderhouden van de machine. Let op verkeerd
uitgelijnde of klemmende bewegende delen, ge-
broken onderdelen en alle andere zaken die van
invloed kunnen zijn op het gebruik van de machi-
ne. Als de machine beschadigd is, laat deze dan
voor gebruik repareren. Veel ongelukken worden
veroorzaakt door slecht onderhouden machines.
4.
Houd de motor en de geluidsdemper vrij van gras,
bladeren, overtollig vet of roetaanslag om het risi-
co op brand te verminderen.
5.
Spuit de machine nooit met water of andere vloei-
stoffen af. Houd de handgrepen droog, schoon
en vrij van verontreinigingen. Reinig de machine
na elk gebruik.
6.
Neem de relevante wet- en regelgeving voor het
afvoeren van brandstof, olie, enz. in acht om het
milieu te beschermen.
7.
Zorg ervoor dat de machine buiten het bereik van
kinderen is wanneer het stilstaat en laat de machi-
ne alleen bedienen door geïnstrueerde personen.
De machine is gevaarlijk in handen van ongetrain-
de gebruikers.
m Gebruik nooit een hogedrukreiniger om de ma-
chine te reinigen. Het water kan in de afgesloten
delen van de machine en de tandwielkast binnen-
dringen en schade aan de spillen, tandwielen, la-
gers of de motor veroorzaken. Gebruik van een
hogedrukreiniger leidt tot een kortere levensduur
en een verminderde onderhoudsvriendelijkheid.
14.2 Instellen van de koppeling
De speling van de koppeling wijzigt met slijtage van de
koppeling. Om een beoogd gebruik mogelijk te maken,
moet de koppelingskabel worden afgesteld.
1.
Stel de koppelingshendel (4) via het verstelmecha-
nisme in de oorspronkelijke positie.
www.scheppach.com
NL | 85