ECOLAB EcoAdd Betriebsanleitung Seite 1093

Montage en installatie
Installatievoorbeelden
Bij middelen, die neigen tot sedimentatie, moet de bodemzuigklep resp.
voetklep van de zuigleiding of de zuiglans boven de te verwachten sliblaag
zijn gemonteerd.
Begripsbepaling: Overhevelen
Van overhevelen spreekt men altijd dan als de maximale vloeistofspiegel
(in dit geval het wegneemreservoir) hoger ligt dan het laagste punt
van de doseerleiding. Daarbij loopt zonder pompvermogen alleen door
de zogenaamde 'hydrostatische drukcompensatie' de vloeistof uit de
doseerleiding.
VOORZICHTIG!
Let erop dat bij de aansluiting van de zuig- en drukleiding de O-ring op de
aansluitingen zijn gemonteerd om de vereiste afdichting te bereiken.
Installatievoorbeeld 1
1 C B
D
VOORZICHTIG!
Noch de overstortleiding, noch de ontluchtingsleiding mag in de zuigleiding van
de doseerpomp worden teruggevoerd!
MAN046939 Rev. 6-10.2021
2
De plaatsing van de doseerpomp moet bij voorkeur op resp. boven het
3
doseerreservoir plaatsvinden (pos. A).
Tussen de tegendruk op de injectieplaats en de beschikbare druk op
de doseerpomp (pos. B) moet een positief drukverschil van minstens
0,1 MPa (1 bar) heersen. Is dit niet het geval, dan moet een
drukbehoudklep (pos. 2) in de doseerleiding worden ingebouwd.
A
Bovendien moet voor het vermijden van niet toegestane hoge drukken in
de doseerleiding een overeenkomstige veiligheidsoverstortklep (pos. 3) zijn
geïnstalleerd.
De overstortleiding van deze klep moet drukloos in het reservoir worden
toegevoerd.
Op de injectieplaats (pos. C), moet in principe een veerbelaste injectie- of
doseerklep (pos. 1) ingebouwd zijn, ook bij dosering in drukvrije systemen.
Voor het eenvoudig ontluchten van de doseerpomp moet de
ontluchtingsaansluiting via een aparte leiding in het doseermiddelreservoir
(pos. D) worden teruggevoerd.
44