5. Instellingen instrument aanpassen - Setup
5.1 Setup direct op het
instrument
Basisinstellingen
Analoge ingangen
Rekenkundige kanalen
(optie)
Digitale ingangen
(optie)
Digitaalkaart
(optie)
Digitale
combinaties
210
5. Instellingen instrument aanpassen - Setup
De functie van de bedieningstoetsen wordt in de velden direct boven de betreffende
toetsen in het beeldscherm beschreven.
ð
ï....
• Met "....
" en "
" kunt u de functies van de toetsen kiezen.
• Een vrij veld betekent dat de betreffende toets momenteel geen functie heeft.
Begin wijzigen parameters (vanuit normaal bedrijf):
ð
• Druk op "....
":de functie van de toetsen verandert.
• Druk op "Setup":het hoofdmenu wordt getoond
ñ
ò
• Kies met "
" resp. "
• Bevestig uw keuze met "
• Met "HELP" kunt u te allen tijde de geïntegreerde handleiding (helptekst in geel
kader) oproepen resp. onderdrukken.
Het hoofdmenu:
Algemene parameters (datum, tijd, toegangscode...)
Alle kanaal- resp. meetplaatsgerelateerde parameters van de analoge ingangen
(ingangssignaal, meetplaatslabel, grenswaarden, ...)
Parameters voor berekening van analoge kanalen
Alle kanaalgerelateerde parameters van de digitale kanalen op de voedingsprint. .
(functie, label, grenswaarde, ....)
Alle kanaalgerelateerde parameters van de digitale kanalen op de digitale
ingangskaart(en).
(functie, label, grenswaarde, ....)
Alleen, indien digitale kanalen aanwezig zijn. Combineren van twee of meer digitale
kanalen tot een type "virtueel kanaal". Worden als werkelijke ingangen behandeld.
" het gewenste onderwerp
Ã
".
Opmerking:
Wanneer bepaalde delen ontbreken,
dan is uw instrument niet met die
betreffende optie uitgevoerd.