5. Instellingen instrument aanpassen - Setup
Funktie
Naam
Schakel ingang
220
Door het activeren van de ingang wordt de ingestelde functie geactiveerd. De digitale
ingangen zijn High-aktiv, d.w.z. de gekozen werking volgt door aansturing met
+12...+30 VDC. Zie ook "Aansluitingen / klemmenschema".
Beschrijving van de met deze ingang uitgevoerde functie resp. de naam van het
meetpunt. 10-decaden.
Alleen bij gebruik als schakelingang: activeert bij aansturing de toegekende
stuurfunctie op het instrument.
"Blok instelling": Zolang de schakelingang is geactiveerd, is de toets "Setup" niet
meer toegankelijk. De ingestelde parameters kunnen niet meer worden aangewezen
resp. gewijzigd, tot de schakelingang weer wordt gedeactiveerd.
"Display tekst": De vooringestelde tekst wordt in een venster getoond, zolang de
ingang is geactiveerd. Wanneer "Tekst 1st deel" en "Tekst 2st deel" zijn ingevuld, dan
worden beide delen samen in het venster getoond.
Tip: Gebruik dit bijv. als korte aanwijzing voor de locale operator.
"Display groep": De aanwijzing schakelt over naar de gekozen groep, wanneer de
ingang wordt geactiveerd (signaalspring van Low naar High).
"Donker display": Zolang de ingang is geactiveerd, wordt de achtergrondverlichting
van het display uitgeschakeld. De overige functies (bijv. opslag,
grenswaardebewaking enz.) van het instrument worden daardoor niet beïnvloed.
"Tijd synch.": Wanneer de ingang wordt geactiveerd (signaalsprong van Low naar
High) wordt de interne secondeteller op nul gezet. Wanneer de secondeteller tussen
0 en 29 staat, blijft de minuut ongewijzigd. Wanneer de secondeteller tussen 30 en 59
staat dan wordt het aantal minuten met 1 verhoogd.
Tip: Gebruik deze functie in combinatie met een master-klok. Alle zo gebruikte
instrumenten lopen synchroon. Eventueel op verschillende instrumenten gemeten
signalen kunnen zo in de tijd eenduidig met elkaar worden vergeleken.
"Ext. interne analyse": De analyse van dit meetpunt op min.-/max.-, gemiddelde
waarde volgt niet in cyclisch vaste tijdsintervallen. Hier wordt het signaal net zolang
verwerkt als de ingang is geactiveerd. Na het deactiveren staat het resultaat in de
signaalanalyse (zie "Signaal analyse" in normaal bedrijf) ter beschikking. Zinvol bijv.
bij charge-toepassingen; na het einde van de charge krijgt u de min., max. en
gemiddelde waarde van deze charge.