Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Einstellen; Registraties En Regelingen - MOTO GUZZI V11 SPORT Werkstatt-Handbuch

Inhaltsverzeichnis

Werbung

7

EINSTELLEN

L
ß
ENKUNGSSTO
DÄMPFER
Der Lenkungsstoßdämpfer ist auf der linken Seite des
Motorrads zwischen dem Rahmen und der Lenkbasis
montiert.
Zur Erhöhung oder Verringerung der Bremswirkung die
Nutmutter "A" weiter zu- oder abschrauben.
Der Lenkungsstoßdämpfer trägt zur höheren Präzision und
Stabilität der Lenkung bei und verbessert die Fahrbarkeit
des Motorrads bei jeder Bedingung.
E
K
INSTELLEN DES
UPPLUNGSHEBELS UND DES VORDEREN
B
REMSHEBELS
Der Abstand der Hebel von den Handgriffen kann reguliert
werden; dazu auf die Nutmuttern "A" einwirken, die 4
Einstellpositionen besitzen: von der Position 1 (der
nahesten) bis zur Position 4 (der entferntesten).
E
H
INSTELLEN DES
INTERRADBREMSPEDALS
Überprüfen, ob das Pedal "A" einen Leerhub von ca. 5÷10
mm aufweist, bevor das Ende der Stange "B" auf den
Schwimmer der Bremspumpe einwirkt. Anderenfalls die
Länge der Stange "B" angemessen variieren; dazu die
Stange, nachdem die Kontermutter "C" gelockert wurde,
an- oder abschrauben.
Falls die Position des Pedals "A" geändert werden soll,
die Schraube "D" lockern und auf den Exzenter "E"
einwirken. Nach dieser Maßnahme muss die Länge der
Stange "B" geändert werden, um das vorgeschriebene
Spiel zu erhalten.
K
G
ONTROLLE UND
EBRAUCH DES
7
S
CHOKBREKER VAN HET STUURWIEL
Is gemonteerd op de linkerkant van het voertuig tussen
het chassis en de basis van het stuurwiel.
Om het remmend effect te vermeerderen of te
verminderen, moet men de beslagring "A" vast- of
losdraaien.
Zijn werking draagt ertoe bij het stuurwiel nauwkeuriger
en stabieler te maken, waarbij het besturen van de
motorfiets in alle omstandigheden wordt verbeterd.
R
EGELING HENDEL KOPPELING EN HENDEL VOORSTE REM
De afstand van de hendels tot aan de knoppen kan
geregeld worden door te handelen op de beslagringen "A"
voorzien van 4 standen van regeling; van de stand 1
(dichtst bijzijnde) naar de stand 4 (verst verwijderde).
R
EGELING PEDAAL BEDIENING ACHTERSTE REM
Controleren of de bedieningspedaal "A" een lege aanslag
heeft van circa 5÷10 mm voordat het uiteinde van het
staafje "B" handelt op de drijver van de pomp rem; zoniet
moet men op juiste wijze de lengte van het staafje "B"
veranderen door het vast- of los te draaien nadat men de
contramoer "C" losser heeft gezet.
Ingeval men de stand van de pedaal "A" wenst te
veranderen, de schroef "D" losser zetten en handelen op
het excentriek "E". Na deze operatie moet men de lengte
van het staafje "B" wijzigen om de voorgeschreven speling
te bekomen.
M
OTORRADS

REGISTRATIES EN REGELINGEN

C
G
ONTROLE EN
EBRUIK VAN DE
A
B
C
D
.
E
F
G
.
H
I
L
M
N
O
P
M
9
OTORFIETS

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis