Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedrijfsparameters - Medtronic Affinity CP BBAP40 Gebrauchsanweisung

Zentrifugalblutpumpe mit balance biosurface
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 64
Controleer of u geen luchtbellen in het circuit ziet.
Controleer of alle slangaansluitingen goed vast zitten.
Klem de uitlaatslang van de pomp af.
Klem de veneuze retourslang af.

3. BEDRIJFSPARAMETERS

Voer de volgende handelingen uit volgens de betreffende gebruikershandleiding van het compatibele systeem:
Kalibreer de transducers/sensoren volgens de instructies van de fabrikant.
Stel de alarmen voor lage/hoge flow en andere beschikbare veiligheidssystemen in en controleer ze.
4. RESERVE-APPARATUUR
Controleer of de volgende apparatuur beschikbaar is:
Noodstroomvoorziening
Handslinger en aandrijving van een compatibel systeem
Extra Affinity CP-centrifugaalpomp en flow-probe
Als u de adapter gebruikt, zorgt u dat er een extra Affinity CP-adapter beschikbaar is
Een controller van een compatibel systeem
5. PERFUSIE
Zorg dat de pomp op minimale flow draait alvorens de lijnen te openen.
Controleer de controlemodule op berichten en alarmmeldingen.
Controleer het perfusiecircuit op lucht en knikken in de lijnen.
Laat de pomp op minimale flow draaien alvorens de lijnen af te klemmen.
6. NA AFLOOP
Zet de stroom uit.
Gooi de wegwerponderdelen op de voorgeschreven wijze weg.
Reinig de motor en de flowtransducer/sensor.
Als u de adapter gebruikt, reinigt u deze volgens de instructies in de sectie Opslag en reiniging.
7. APPARATUURCONTROLE
Controleer de apparatuur op een juiste werking.
Voer geplande onderhoudswerkzaamheden volgens schema uit.
Controleer of de batterijen volledig opgeladen zijn.
9. Leidraad voor het oplossen van problemen
In deze sectie worden 3 problemen besproken die kunnen optreden bij het gebruik van een centrifugaalpomp. Houd u onder
dergelijke omstandigheden aan het klinische protocol van het ziekenhuis, en overweeg de volgende suggesties voor het oplossen
van problemen.
9.1. Pompstoring
Een ongebruikelijke of hoge pieptoon geeft aan dat er een pompstoring is. Vervang de Affinity CP-centrifugaalpomp onmiddellijk.
9.2. Geen flow
Als de pomp niet draait of als er geen flow is, kunt u het volgende overwegen:
Controleer of de pomp en de aandrijfmotor correct zijn aangesloten.
Als u de adapter gebruikt, moet u rekening houden met het volgende:
Controleer of de pomp correct is bevestigd op de adapter. Zorg dat de pomp goed vastzit onder de borgrand en de
borgvergrendeling van de adapter.
Controleer of de adapter correct is bevestigd op de aandrijfmotor.
Verlaag het pomptoerental tot nul en start de aandrijfmotor opnieuw op.
Bouw de flow weer op volgens het ziekenhuisprotocol.
214
Gebruiksaanwijzing
Nederlands

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis