Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Medtronic Affinity CP BBAP40 Gebrauchsanweisung Seite 215

Zentrifugalblutpumpe mit balance biosurface
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 64
8.7. Het Affinity™ CP-centrifugaalpompcircuit vullen
1. Bevestig de desbetreffende slangen op de ingang en uitgang van de centrifugaalpomp. Ga hierbij aseptisch te werk om de
steriliteit van het vloeistoftraject te handhaven.
2. Spoel het circuit en de pomp indien mogelijk met koolstofdioxide (CO
3. Gebruik zwaartekracht om de centrifugaalpomp tot voorbij de uitgang van de pomp en de klem met vulvloeistof te vullen.
Verwijder de lucht uit de uitlaatslang.
Waarschuwing: Zorg dat de centrifugaalpomp en het circuit vrij zijn van luchtbellen en op de juiste wijze zijn gevuld voordat
u de bypasscirculatie start, om het risico van lucht in de bloedcirculatie van de patiënt tot een minimum te beperken. Het
gebruik van een arteriële filter wordt aanbevolen.
Waarschuwing: Wanneer een grote hoeveelheid lucht in de centrifugaalpomp komt, kan in de pomp een tekort aan vloeistof
ontstaan zodat de bloedcirculatie tot stilstand komt. Zet de pomp stil en verwijder de lucht voordat u de bloedcirculatie hervat.
Let op: Stoot of sla niet tegen de centrifugaalpomp met instrumenten. Schokken kunnen het apparaat beschadigen, wat kan
leiden tot storingen in het systeem.
4. Zorg dat de uitlaatslang afgeklemd is en zet de regelaar van Medtronic aan.
5. Sluit de flow-probe aan op de circuittubing volgens de betreffende gebruikershandleiding van het compatibele systeem. Als
u een regelaar van Medtronic gebruikt, zet u de flow-probe op nul volgens de betreffende gebruikershandleiding van de
regelaar.
6. Houd de uitlaatslang afgeklemd en stel de toerentalknop op de regelaar van Medtronic in op de gewenste waarde voor het
vullen en ontluchten van het circuit. Controleer of er geen lekken of andere onregelmatigheden optreden.
Waarschuwing: Laat de centrifugaalpomp niet langer dan 30 seconden werken als er geen bloedflow is. De temperatuur in
de pomp kan stijgen, wat kan leiden tot een toename van celbeschadiging.
7. Zet de toerentalknop op nul en controleer de centrifugaalpomp opnieuw.
Waarschuwing: In geval van lekkage verwijdert u de centrifugaalpomp en vervangt u deze door een nieuwe, steriele pomp.
Als er andere onregelmatigheden optreden, raadpleegt u Sectie 9. Herhaal stap 1 tot en met 7 om het systeem te vullen.
8. Als u geen onregelmatigheden ziet, ga dan verder met het vullen van het circuit.
9. Controleer vóór gebruik alle aansluitingen en het circuit.
Waarschuwing: Laat de centrifugaalpomp niet werken met afgeklemde inlaatlijn, omdat er anders een negatieve druk in de
pomp kan ontstaan, wat tot de vorming van luchtbellen in het bloed kan leiden.
8.8. Checklist voor de Affinity™ CP-centrifugaalpomp
Houd u aan het protocol dat door uw klinisch team is gespecificeerd. Gebruik de informatie in deze checklist om uw bestaande
checklist te updaten.
1. SYSTEEM MONTEREN
Monteer de externe aandrijfmotor Model 560A of het aandrijfmechanisme van het compatibele systeem.
Controleer of alle elektrische aansluitingen goed vast zitten.
Test de stroomtoevoer naar en het scherm van de controlemodule.
Controleer de vervaldatum en steriele verpakking van de centrifugaalpomp (en de flow-probe, indien van toepassing).
Als u de adapter gebruikt, controleert u de uiterste gebruiksdatum op het productlabel.
Controleer of u de juiste maat flowtransducer/sensor/flow-probe heeft.
Monteer het perfusiecircuit op steriele wijze.
Zorg dat er voldoende slanglengte is om een reserve aandrijfmechanisme of handslinger aan te kunnen sluiten.
Plaats de transducer/sensor/flow-probe op de juiste plek en in de juiste stroomrichting in het circuit.
2. POMP EN CIRCUIT VULLEN
Controleer of er geen knikken of verstoppingen in het circuit aanwezig zijn.
Spoel de gewenste delen van het circuit en de pomp met CO
Vul met behulp van zwaartekracht de pomp en het perfusiecircuit met vulvloeistof en ontlucht het systeem.
Controleer of de pomp niet lekt, onregelmatig draait of ongewone geluiden maakt.
).
2
. Zet daarna de CO
-toevoer uit.
2
2
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
213

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis