•
Plaats het apparaat op een vlakke, horizontale ondergrond.
Draai de oranje vuldop van de motorolie los (met ingebouwde peilstok - zie bovenstaande
•
afbeelding) en giet olie door de opening (gebruik hiervoor bijvoorbeeld een trechter). Let er
daarbij op dat u niet meer olie giet dan het toegestane niveau (het gemarkeerde gebied op de
peilstok). Dit controleren we met de peilstok van de dop nadat deze in het gat is gestoken.
•
Het is aan te raden om het niveau dichter bij de bovenste dan bij de onderste acceptabele grens
te houden. Indien de olie boven het toegestane niveau uitkomt, kan de overtollige olie via het
pluggat worden weggezogen.
LET OP: als u de motor met een verkeerd oliepeil laat draaien, kan dit tot motorschade leiden!
Controleer het motoroliepeil vóór elke machinebewerking, wanneer de motor nog koud is.
TANKEN
LET OP: De motor van het apparaat is uitsluitend geschikt voor het verbranden van loodvrije benzine zonder
olietoevoegingen. Het gebruik van andere brandstof die niet vers is en een te hoog ethanolgehalte of van lage
kwaliteit heeft, kan leiden tot motorstoringen. Tank alleen als de motor uit is. Let er daarbij goed op dat u geen
brandstof over de motor morst, vooral niet als deze nog heet is. Er kan brandgevaar ontstaan! Als de motor is
opgewarmd, wacht u minimaal 2 minuten voordat u brandstof bijvult.
•
Plaats het apparaat op een vlakke, horizontale ondergrond.
De brandstoftank bevindt zich bovenop het apparaat.
•
•
Draai de tankdop (met het pomppictogram) los. Trek het zeeffilter niet uit de opening!
•
Vul brandstof bij via de vulopening. Het maximale brandstofniveau in de tank mag niet hoger
zijn dan de bovengrens van de rode niveaumeter in het zeeffilter, d.w.z. mag niet hoger zijn dan
de onderkant van de vulhals.
BATTERIJVERBINDING
LET OP: Let op dat u de accu niet met de verkeerde polariteit aansluit, omdat dit kortsluiting in het
acculaadsysteem kan veroorzaken!
•
Sluit de positieve/rode (+) kabel aan op de startmotorsolenoïde-aansluiting (A).
•
Sluit de negatieve/zwarte of blauwe (-) kabel aan op een bevestigingsbout van de motor of een
andere goede aardverbinding van de motor.
•
Sluit de positieve (+) kabel aan op de positieve (+) aansluiting.
Sluit de negatieve (-) kabel aan op de negatieve (-) pool.
•
•
Smeer de aansluitingen en kabeluiteinden in met koper of speciaal vet voor elektrische
aansluitingen.
NL