Herunterladen Diese Seite drucken

Scheppach PCS26 Originalbetriebsanleitung Seite 99

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
■ Werk ook niet bij ongunstige weersomstandighe-
den, zoals bijv. regen of wind. Dat geeft een ver-
hoogd risico op ongelukken.
■ Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd.
■ Houd kinderen, andere personen en dieren voor en
tijdens het werk op afstand. Als u wordt afgeleid,
kunt u de controle over het apparaat verliezen.
■ Controleer vóór het begin van de werkzaamheden
of zich geen personen, dieren of voorwerpen in de
gevarenzone bevinden.
■ Werk niet in de buurt van draadafrasteringen of in
gebieden met losse oude draad.
■ Houd een brandblusser gereed wanneer u werkt in
een licht ontvlambare omgeving, zoals droog gras,
enz. Er bestaat brandgevaar!
7.5 Brandstof bijvullen
■ Benzine is zeer licht ontvlambaar. Houd bij het tan-
ken afstand van open vuur en rook niet tegelijk. Er
bestaat brandgevaar!
■ Let erop dat u geen benzine morst. Benzine of ket-
tingzaagolie mag niet in de grond terecht komen.
Zorg voor een geschikte onderlegger.
■ Tank uitsluitend op een voldoende geventileerde
plaats. Benzinedampen kunnen gemakkelijk ont-
vlammen of exploderen.
■ Schakel de motor uit voordat u gaat tanken en laat
het apparaat afkoelen. Als er benzine is gemorst,
dient u de betreffende plekken direct te reinigen.
Laat ook geen brandstof op uw kleding komen.
Wissel deze anders direct.
■ Voorkom ook huid- en oogcontact met benzine of
smeerstoffen (olie).
■ Adem benzinedampen/smeeroliedampen niet in.
■ Let op voor ondichte plekken. Start de motor niet
als er benzine uitloopt. Er bestaat gevaar door ver-
branding.
■ Open het tankdeksel voorzichtig, zodat eventuele
overdruk langzaam kan ontsnappen en er geen
benzine uitspat.
7.6 Voor de ingebruikname
m WAARSCHUWING
Voer inspecties altijd voor het in bedrijf stellen uit en
alleen als de motor uitgeschakeld is.
Controleer altijd of het apparaat veilig kan worden ge-
bruikt voordat u ermee gaat werken of wanneer het
op de grond is gevallen.
Controleer of alle bewegende delen goed werken.
Veel ongevallen ontstaan door slecht onderhouden
gereedschap. Laat beschadigde onderdelen repare-
ren door een bevoegde specialist.
Gebruik de kettingzaag en de accessoires alleen
overeenkomstig deze aanwijzingen. Houd daar-
bij rekening met de omstandigheden waarin ge-
werkt wordt en de uit te voeren werkzaamheden.
Het gebruik van gemotoriseerd gereedschap voor an-
dere toepassingen dan het voorgeschreven gebruik
kan leiden tot gevaarlijke situaties.
■ Controleer regelmatig of de kettingrem naar be-
horen functioneert (voorste handbescherming, zie
afb. 2).
■ Controleer of het geleideblad goed gemonteerd is.
■ Controleer of de zaagketting goed gespannen is.
Neem de aanwijzingen inzake het smeren, de ket-
tingspanning en het vervangen van accessoires in
acht. Een ondeskundig gespannen of gesmeerde
ketting kan breken of meer kans op terugslag op-
leveren.
■ Houd snijgereedschap scherp en schoon. Slijp re-
gelmatig bij en vervang versleten onderdelen op
tijd. Zorgvuldig onderhouden snijgereedschap met
scherpe snijranden klemt minder snel vast en is
makkelijker te gebruiken.
■ Controleer de gashendel en de gashendelblokke-
ring op soepele werking. De gashendel moet naar
de uitgangspositie terugveren.
■ Controleer of er voldoende brandstof en kettings-
meerolie in de tank zitten.
■ Let erop dat de handgrepen droog, schoon en vrij
van olie en vuil zijn.
■ Werk nooit helemaal alleen. In geval van nood
moet er iemand in de buurt zijn.
■ Gebruik de kettingzaag alleen als u op veilige,
stabiele en vlakke grond staat. Voorkom een on-
natuurlijke lichaamshouding. Een gladde of een on-
stabiele ondergrond (bijv. op een ladder) kan leiden
tot evenwichtsverlies of verlies van de controle over
de kettingzaag. Zorg voor een stabiele positie en
zorg ervoor dat u altijd stabiel staat. Hierdoor kunt
u de kettingzaag in onverwachte situaties beter
controleren.
■ Werk niet op een boom met de kettingzaag. Bij ge-
bruik op een boom bestaat gevaar voor letsel.
■ Zaag nooit boven schouderhoogte.
■ Houd de kettingzaag altijd vast met uw rechterhand
op de achterste greep en uw linkerhand op de voor-
ste handgreep. Het vasthouden van de kettingzaag
in een omgekeerde werkpositie verhoogt het risico
op letsel en mag niet worden gebruikt.
■ Houd u bij een draaiende kettingzaag alle lichaams-
delen uit de buurt van de zaagketting. Controleer
voor het starten van de kettingzaag of de zaagket-
ting niets raakt. Tijdens werkzaamheden met een
kettingzaag kan een moment onoplettendheid er
toe leiden dat bekleding of lichaamsdelen door de
zaagketting worden vastgegrepen.
■ Schakel de kettingzaag direct uit bij merkbare ver-
anderingen in het gedrag van het apparaat.
■ Als de kettingzaag stenen, spijkers of andere harde
voorwerpen heeft geraakt, moet u de motor onmid-
dellijk uitschakelen en zowel de zaagketting als het
geleideblad op beschadigingen controleren.
www.scheppach.com
NL | 99

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

5910126903